Operation Manual

DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
54
b
Plaats de stekker van het voetpedaal in de
aansluiting aan de rechterkant van de machine.
a Voetpedaalaansluiting
c
Zet de machine aan.
d
Selecteer de gewenste naaisnelheid voor het
voetpedaal door de schuifknop voor snelheid
naar links of naar rechts te schuiven.
Wanneer u de knop naar links schuift, wordt de
maximum naaisnelheid lager; wanneer u de
knop naar rechts schuift, wordt de maximum-
snelheid hoger.
a Schuifknop voor snelheidsregeling
e
Zodra u klaar bent om te gaan naaien, drukt u
langzaam het voetpedaal in.
Door het voetpedaal in te drukken, verhoogt u
de naaisnelheid. Door het voetpedaal omhoog
te laten komen, verlaagt u de naaisnelheid.
Druk het voetpedaal langzaam in. Wanneer
u het voetpedaal te hard indrukt, begint het
naaien te snel.
X De machine begint te naaien.
f
Wanneer het eind van het stiksel is bereikt,
laat u het voetpedaal helemaal omhoogkomen.
X De machine stopt met de naald omlaag (in
de stof).
g
Wanneer u klaar bent met naaien, drukt u op
(Naaldstandtoets).
X De naald gaat omhoog.
h
Knip de draden af.
Zie
“Draad afknippen” (pagina 56)
voor meer
informatie.
Memo
z Wanneer het voetpedaal is aangesloten,
kunt u (start/stop-knop) niet gebruiken
om het naaien te starten of te stoppen.
z Wanneer u stopt met naaien, blijft de naald
omlaag staan (in de stof). U kunt de machine
zo instellen dat de naald omhoog blijft staan
wanneer u stopt met naaien. Zie “De
machine-instellingen wijzigen” (pagina 21)
voor meer informatie over de
naaldstopstand.
VOORZICHTIG
1
1
Langzamer
Sneller
Zorg dat er zich geen draad of stof
ophoopt in het voetpedaal. Anders bestaat
het risico van brand of elektrische schok.
Plaats geen voorwerpen op het
voetpedaal. Dit kan letsel veroorzaken of
de machine beschadigen.
Als u de machine lange tijd niet gebruikt,
ontkoppelt u het voetpedaal. Anders
bestaat het risico van brand of elektrische
schok.