Operation Manual

Overhandse steken 81
3
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Overhandse steken
Maak overhandse steken langs de rand van afgesneden stof om rafelen te voorkomen. Er zijn 15
overhandse steken beschikbaar. De procedure voor overhandse steken wordt beschreven aan de hand van
de persvoet die wordt gebruikt.
Overhandse steken maken met persvoet “G”
U kunt drie steken gebruiken voor overhands naaien met persvoet “G”.
a
Bevestig persvoet “G”voor overhandse steken.
Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 44) voor
meer informatie.
b
Selecteer een steek.
Zie “Steken selecteren” (pagina 51) voor
meer informatie.
c
Plaats de rand van de stof tegen de geleider
van de persvoet en breng de persvoethendel
omlaag.
a Geleider
d
Naai met de rand van de stof tegen de
persvoetgeleider.
a Naaldpositie
Steek Patroon Toepassing
Steekbreedte
[mm (inch)]
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
Autom
atisch
Handmatig
Autom
atisch
Handmatig
Overhandse
steek
11
Rafelen voorkomen in
middelzware en dunne stof
3,5
(1/8)
2,5–5,0
(3/32–3/16)
2,0
(1/16)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
G
12
Rafelen voorkomen in dikke stof
en stof die gemakkelijk rafelt
5,0
(3/16)
2,5–5,0
(3/32–3/16)
2,5
(3/32)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
13
5,0
(3/16)
3,5–5,0
(1/8–3/16)
2,5
(3/32)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
G
a
1