Operation Manual

Overhandse steken 83
3
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Overhandse steken naaien met de zijsnijder
Met de zijsnijder kunt u zomen afwerken terwijl de rand van de stof wordt afgesneden. Er zijn vijf steken die u
kunt gebruiken voor overhandse steken met de zijsnijder.
Opmerking
z Rijg de naald handmatig in wanneer u de zijsnijder gebruikt. Of bevestig de zijsnijder pas na het
inrijgen van de naald wanneer u de naaldinrijger gebruikt.
a
Verwijder de persvoet.
Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 44) voor
meer informatie.
b
Haak de verbindingsvork van de zijsnijder op
de naaldklemschroef.
a Verbindingsvork
b Naaldklemschroef
c
Plaats de zijsnijder zo dat de pen van de
zijsnijder op één lijn staat met de inkeping in
de persvoethouder en breng vervolgens
langzaam de persvoethendel omlaag.
a Inkeping in persvoethouder
b Pin
X De zijsnijder is bevestigd.
Steek Patroon Toepassing
Steekbreedte
[mm (inch)]
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
Autom
atisch
Handmatig
Autom
atisch
Handmatig
Zijsnijder
63
Rechte steken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
0,0
(0)
0,0–2,5
(0–3/32)
2,5
(3/32)
0,2–5,0
(1/64–3/16)
S
64
Zigzagsteken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
3,5
(1/8)
3,5–5,0
(1/8–3/16)
1,4
(1/16)
0,0–4,0
(0–3/16)
65
Rafelen voorkomen in dunne en
middelzware stof terwijl de stof
wordt afgesneden
3,5
(1/8)
3,5–5,0
(1/8–3/16)
2,0
(1/16)
1,0–4,0
( 1/16–3/16)
66
Rafelen voorkomen in dikke stof
terwijl de stof wordt afgesneden
5,0
(3/16)
3,5–5,0
(1/8–3/16)
2,5
(3/32)
1,0–4,0
( 1/16–3/16)
67
Rafelen voorkomen in dikke stof
terwijl de stof wordt afgesneden
5,0
(3/16)
3,5–5,0
(1/8–3/16)
2,5
(3/32)
1,0–4,0
( 1/16–3/16)
b
a
b
a