PAN PANTONE ONE 285 285 Bla Black k EU_low_coverNL Bedieningshandleiding VOORBEREIDINGEN GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN 885-V11 NAAISTEKEN BIJLAGE Bedieningshandleiding Dutch 885-V11 XE2433-1012 Printed in China Gecomputeriseerde naaimachine
Belangrijke veiligheidsinstructies Lees deze veiligheidsinstructies alvorens u de machine gebruikt. Deze machine is bestemd voor huishoudelijk gebruik. GEVAAR - Beperk het risico van een elektrische schok: 1 Trek altijd de stekker uit het stopcontact onmiddellijk na gebruik, wanneer u de machine reinigt, wanneer u onderhoud verricht volgens de aanwijzingen in deze handleiding of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat. WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden, brand, elektrische schok of letsel.
Houd altijd uw werkoppervlak vrij: • Gebruik de machine niet met geblokkeerde ventilatieopeningen. Houd de ventilatiegaten van de machine en het voetpedaal vrij van stof, pluisjes en stukken stof. • Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal. • Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een wandstopcontact aan. • Zorg dat er nooit enig voorwerp valt of wordt gestoken in enige opening van de machine.
8 Voor reparatie of afstelling: • Als de verlichtingsunit (LED) is beschadigd, moet u deze laten vervangen door een erkende dealer. • Als de machine een defect vertoont of moet worden afgesteld, controleert u eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achter in de bedieningshandleiding of u de afstelling zelf kunt uitvoeren. Als u het probleem niet kunt verhelpen, raadpleegt u uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-BRITTANNIË, IERLAND, MALTA EN CYPRUS BELANGRIJK • Voor vervanging van de stekkerzekering gebruikt u een zekering goedgekeurd door ASTA tot BS 1362, dat wil zeggen, met het symbool , van de sterkte die is aangegeven op de stekker. • Plaats altijd het zekeringdeksel terug. Gebruik nooit een stekker zonder zekeringdeksel.
5
—————————————————————————————————————————————————————————— Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinstructies ......................................................................................... 1 Inhoudsopgave .................................................................................................................... 6 Inleiding ..............................................................................................................................8 Machineonderdelen en hun functie .......
Van naairichting veranderen .......................................................................................................................... 48 Rondingen naaien .......................................................................................................................................... 48 Dikke stoffen naaien ....................................................................................................................................... 48 Dunne stoffen naaien ..................
Inleiding Gefeliciteerd met de keuze voor dit product. Lees Belangrijke veiligheidsinstructies zorgvuldig en lees vervolgens deze handleiding aandachtig door voordat u de naaimachine in gebruik neemt, zodat u de diverse functies correct kunt uitvoeren. Houd deze handleiding altijd bij de hand zodat u snel iets kunt nazoeken. Machineonderdelen en hun functie Machine a Spoelwinder (pagina 15) Gebruik de spoelwinder voor het winden van de spoel. b Klospen (pagina 15, 20) Plaats een draadklos op de klospen.
Naald- en persvoetgedeelte a Naaldinrijghendel Rijg de naald in met de naaldinrijger. b Knoopsgathendel Zet de knoopsgathendel omlaag wanneer u knoopsgaten en trenssteken naait. c Persvoethouder De persvoet wordt bevestigd op de persvoethouder. d Persvoethouderschroef De persvoethouderschroef houdt de persvoethouder op zijn plaats. e Persvoet De persvoet oefent druk uit op de stof tijdens het naaien. Bevestig de persvoet die het geschiktst is voor de geselecteerde steek.
Bedieningspaneel Met het bedieningspaneel, aan de voorkant van de naaimachine, kunt u een steek selecteren en aangeven hoe de steek zal worden genaaid. a LCD-scherm Foutmeldingen (1), de steeklengte (mm) (2) en de steekbreedte (mm) (3) worden hierop weergegeven. b Steeklengtetoets (pagina 40) Hiermee kunt u de lengte van de steek aanpassen. (Druk op – voor een kleinere steeklengte of op + voor een grotere steeklengte.) c Steekbreedtetoets (pagina 41) Hiermee kunt u de breedte van de steek aanpassen.
Accessoires Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn bijgesloten. Neem contact op met uw dealer wanneer een artikel ontbreekt of beschadigd is. Bijgeleverde accessoires De doos moet de volgende artikelen bevatten. Opmerking ● De schroef voor de persvoethouder is verkrijgbaar bij uw erkende dealer. (Onderdeelcode: XA4813-051) 1. 10. 2. 11. 18. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.* 12. 13. 14. 15. 16. 17. 19. 20. 21. 22. 23. * 1 naald 75/11 1 naald 90/14 1 naald 100/16 Nr.
Optionele accessoires De volgende accessoires zijn optioneel verkrijgbaar. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Nr. Onderdeel 1 Zijsnijder 2 Quiltgeleider 3 Brede tafel 4 Boventransportvoet 5 Quiltvoet 6 Instelbare rits/galonvoet Onderdeelcode F054 (XC3879-002) F016N (XC2215-002) WT8 (XE2472-001) F033N (XC2214-002) F005N (XC1948-002) F036N (XC1970-002) Nr.
1 VOORBEREIDINGEN 1 De machine aan- en uitzetten In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de machine aan- en uitzet. Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de stroomvoorziening. WAARSCHUWING ● Gebruik uitsluitend gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Als u een andere stroomvoorziening gebruikt, kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — De machine aanzetten Pak het meegeleverde netsnoer uit. Controleer of de naaimachine is uitgeschakeld ”) en steek de stekker van het netsnoer in de voedingsaansluiting rechts op de machine. a (hoofdschakelaar op “ Steek de stekker van het netsnoer in een b normaal stopcontact. De machine uitzetten Zet de machine uit wanneer u ophoudt met naaien.
Inrijgen van boven- en onderdraad voorbereiden 1 Spoel winden Wind de draad om de spoel. a b c a Haak van de draadgeleider voor de spoelwinder b Voorspanningsschijf c Spoelwinderas d Spoel d VOORZICHTIG ● Gebruik uitsluitend de spoel (onderdeelcode: SFB (XA5539-151)) die speciaal voor deze naaimachine is ontworpen. Het gebruik van een andere spoel kan letsel tot gevolg hebben of schade aan de machine veroorzaken. ● De bijgeleverde spoel is speciaal voor deze naaimachine ontworpen.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Schuif de kloskap op de klospen. f Schuif de kloskap, met de licht afgeronde kant naar links, zo ver mogelijk naar rechts op de klospen, zodat de klos naar het rechteruiteinde van de klospen wordt geschoven. Houd de klos in uw rechterhand. Trek met uw g linkerhand aan de draad en leid de draad vervolgens onder de draadgeleider.
Houd met uw linkerhand de draad vast die u j onder de draadgeleider voor de spoelwinder hebt geleid en wind met uw rechterhand het uiteinde van de draad vijf à zes maal met de klok mee om de spoel. Leid het uiteinde van de draad door de sleuf in k de spoelwinderbasis. Trek de draad vervolgens naar rechts om deze af te snijden. a a Sleuf in spoelwinderbasis (met ingebouwde snijder) X De draad wordt op een geschikte lengte afgesneden. VOORZICHTIG ● Zorg dat u de draad afknipt zoals aangegeven.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — b Spoel plaatsen Zet de naaimachine uit (op “ ”). Plaats de spoel met opgewonden draad. VOORZICHTIG ● Gebruik een spoel die op de juiste manier is gewonden, anders kan de naald breken of is de draadspanning mogelijk onjuist. Schuif de grendel aan de rechterkant van het c spoelhuisdeksel naar rechts en verwijder het spoelhuisdeksel.
Houd de spoel losjes vast met uw rechterhand e en leid de draad door de sleuf. Trek de draad vervolgens naar u toe om deze met de snijder af te snijden. Bevestig het spoelhuisdeksel weer op zijn f plaats. Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van het spoelhuisdeksel (A) en druk op de rechterkant (B). B a A b Memo a Sleuf b Draadafsnijder X De draadafsnijder knipt de draad af. • Controleer of de draad juist door de platte veer van het spoelhuis is geleid.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Bovendraad inrijgen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de klos voor de bovendraad plaatst in de machine en hoe u de draad in de naald steekt. b a a Klospen b Markering op handwiel VOORZICHTIG ● Volg bij het inrijgen van de machine zorgvuldig de instructies op.
Druk eenmaal of tweemaal op c (naaldstandtoets) om de naald omhoog te zetten. Plaats de klos voor de bovendraad volledig op e de klospen. Schuif de klos zo op de pen dat de klos horizontaal staat en de draad van onder af naar voren afwikkelt. a Naaldstandtoets • Als de naald niet juist omhoog staat, kunt u de machine niet inrijgen. Controleer of de markering op het handwiel omhoog staat, zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — f Schuif de kloskap op de klospen. Houd de klos in uw rechterhand. Trek met uw g linkerhand aan de draad en leid de draad vervolgens onder de draadgeleider. Memo ● Wanneer u naait met fijn kruiswikkeldraad, gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige ruimte tussen de kap en de klos. 1 b c a Draadgeleider h het draadgeleiderdeksel.
Schuif de draad van rechts naar links in de j draadophaalhendel. Haak de draad in de geleider terwijl u de m naaldinrijghendel omlaag zet. a 1 a Draadophaalhendel Memo ● U kunt de draadophaalhendel niet inrijgen als de naald niet omhoog staat. Druk op de naaldstandtoets om de naald omhoog te zetten voordat u de draadophaalhendel inrijgt. k naaldstang.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Zet de persvoethendel omhoog. Leid het p uiteinde van de draad door de persvoet en d Zet de persvoethendel omhoog. trek ongeveer 5 cm (2 inch) draad naar de achterkant van de machine. a a Persvoethendel a e persvoet en trek ongeveer 5 cm (2 inch) draad Leid het uiteinde van de draad door de a 5 cm (2 inch) X Het inrijgen van de bovendraad is hiermee voltooid.
Werken met de tweelingnaald Rijg de bovendraad handmatig door het oog c van de linkernaald. Leid de draad van voren naar achteren door het oog van de naald. Met de tweelingnaald kunt u twee parallelle lijnen van dezelfde steek naaien met twee verschillende draden. Beide bovendraden moeten van dezelfde dikte en kwaliteit zijn. Gebruik de tweelingnaald en de extra klospen. Zie “Steekinstellingen” (pagina 79) voor meer informatie over steken die u kunt naaien met de tweelingnaald.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Rijg de rechternaald handmatig in zonder de g draad door de draadgeleider op de naaldstang te leiden. Leid de draad van voren naar achteren door het oog van de naald. Begin met naaien. k • Zie “Beginnen met naaien” (pagina 42) voor meer informatie over het beginnen met naaien. X Twee rijen steken worden parallel naast elkaar gemaakt.
Naald wisselen In dit gedeelte wordt informatie gegeven over naaimachinenaalden. 1 Voorzorgsmaatregelen naalden Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het omgaan met naalden. Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen niet opvolgt, kan dit ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer een naald breekt en stukjes ervan wegspringen. Lees de onderstaande instructies zorgvuldig en volg deze op. VOORZICHTIG ● Gebruik uitsluitend naalden voor huishoudnaaimachines.
VOORBEREIDINGEN ——— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Soorten naalden en toepassingen Welke naaimachinenaald u moet gebruiken, hangt af van de stof en de dikte van de draad. Raadpleeg de volgende tabel om de geschikte draad en naald te bepalen voor de stof die u wilt naaien.
Naald controleren Naald verwisselen Het is uiterst gevaarlijk om te naaien met een verbogen naald, omdat de naald dan kan breken terwijl u aan het werk bent. Leg een naald vóór gebruik met de vlakke kant op een vlakke ondergrond en controleer of de afstand tussen de naald en de ondergrond overal gelijk is. Vervang de naald zoals hieronder wordt beschreven. Gebruik een schroevendraaier en een goede naald, zoals beschreven in “Naald controleren”.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Draai de naaldklemschroef los en verwijder d de naald. Houd de naald vast met uw linkerhand en draai met uw rechterhand de schroevendraaier tegen de klok in. a b a Naaldklemschroef b Schroevendraaier • Draai de naaldklemschroef niet met te veel kracht vast of los, anders kunt u de machine beschadigen.
Persvoet verwisselen 1 Voorzorgsmaatregelen persvoet Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de persvoet. VOORZICHTIG ● Gebruik de persvoet die geschikt is voor de soort steek die u wilt maken, anders kan de naald de persvoet raken, waardoor de naald kan verbuigen of breken. ● Gebruik uitsluitend persvoeten die speciaal zijn ontworpen voor deze naaimachine. Het gebruik van andere persvoeten kan leiden tot letsel of tot schade aan de machine.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Plaats de gewenste persvoet zo onder de e houder dat de pen van de persvoet op één lijn Zet de persvoethendel omhoog om te g controleren of de persvoet stevig vastzit. staat met de inkeping in de houder. Plaats de persvoet zo dat de letter die het type persvoet aangeeft (J, A, enzovoort) leesbaar is.
■ Persvoethouder bevestigen Houd de persvoethouder in één lijn met de a persvoetstang. a b Werken met de optionele boventransportvoet Met de optionele boventransportvoet worden beide stukken stof gelijkmatig doorgevoerd door de transporteur en de tanden op de persvoet. Dit is handig voor het naaien van stoffen die lastig door te voeren zijn, zoals vinyl en leer, en stoffen die gemakkelijk wegglijden, zoals fluweel, of bij het maken van quilts. Bevestig de boventransportvoet met de schroevendraaier.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Breng de persvoethendel omlaag, plaats de c schroef voor de persvoethendel in de opening c Zet de persvoethendel omhoog. en draai de schroef vast met de schroevendraaier. a a a Persvoethendel X De persvoet gaat omhoog.
Nuttige functies Hieronder worden functies beschreven waarmee u efficiënter kunt naaien. ■ Wanneer de naald omhoog blijft staan De naald blijft omhoog staan wanneer u stopt met naaien. Naaldstopstand wijzigen Normaliter is de naaimachine zo ingesteld dat de naald in de stof blijft staan wanneer u stopt met naaien. U kunt de machine echter ook zo instellen dat de naald omhoog staat wanneer u stopt met naaien. a Zet de machine uit. Memo ● Wanneer het naaien is voltooid, kunt u de stof wegnemen.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Cilindrische of grote stukken naaien Voordat u cilindrische of grote stukken stof gaat naaien verwijdert u de accessoiretafel. Cilindrische stukken naaien Door de accessoiretafel te verwijderen kunt u gemakkelijker cilindrische stukken zoals manchetten en broekspijpen naaien.
Installeer de brede tafel. c Houd de brede tafel horizontaal terwijl u deze Installeer de accessoiretafel weer op de f oorspronkelijke plaats. helemaal op zijn plaats schuift. De rechter benedenhoek van de brede tafel valt over het voorste gedeelte van de naaimachinebed. 1 2 1 a Rechter benedenhoek b Naaimachinebed Opmerking ● De optionele brede tafel is verkrijgbaar bij uw Brother-dealer.
VOORBEREIDINGEN — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — 38
2 GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN Beginnen met naaien Hieronder worden basishandelingen voor het naaien beschreven. Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voordat u de naaimachine gaat gebruiken. 2 VOORZICHTIG ● Let goed op de naald wanneer de machine in werking is. Houd bovendien uw handen uit de buurt van alle bewegende delen zoals de naald, het handwiel en de draadophaalhendel. Anders kunt u letsel oplopen. ● Trek niet te hard aan de stof en duw de stof niet te hard tijdens het naaien.
GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN —— —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Steek selecteren Met de patroonselectieknop kunt u elke steek selecteren. a Steeklengte en -breedte aanpassen ■ Voorbeeld: steek Zet de machine aan. selecteren Draai de patroonselectieknop totdat 4 wordt a weergegeven in het patroonvenster. Druk op + of – op (steeklengtetoets) om b de steeklengte aan te passen.
Druk op + of – op (steekbreedtetoets) c om de steekbreedte aan te passen. b a b c d a – + c d Steekbreedtetoets Steekbreedte Smal Breed Stof plaatsen Zorg dat u de stukken stof in de juiste volgorde naait en dat de voor- en achterkant van de stof op de juiste manier tegen elkaar liggen. a Zet de machine aan. Automatisch wordt de rechte steek (linker naaldstand) geselecteerd.
GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN —— —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Houd het einde van de draad en de stof in uw d linkerhand en draai met uw rechterhand het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald omlaag te brengen naar het beginpunt van het naaiwerk. Beginnen met naaien Zodra u klaar bent om te gaan naaien, kunt u de machine starten. U kunt de naaisnelheid aanpassen met de schuifknop voor snelheidsregeling of met het voetpedaal.
b Druk eenmaal op (start/stoptoets). Plaats de stekker van het voetpedaal in de b aansluiting aan de zijkant van de naaimachine. a Start/stoptoets De machine begint te naaien. 2 a Voetpedaalaansluiting c Zet de machine aan. • Wanneer u (start/stoptoets) ingedrukt houdt onmiddellijk nadat het naaien begint, wordt de naaisnelheid lager. Wanneer u het eind van het stiksel bereikt, (start/stoptoets). c drukt u eenmaal op X De machine stopt met de naald omlaag (in de stof).
GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN —— —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Zodra u klaar bent om te gaan naaien, drukt u e langzaam het voetpedaal in. Door het voetpedaal in te drukken, verhoogt u de naaisnelheid. Door het voetpedaal omhoog te laten komen, verlaagt u de naaisnelheid.
Nadat u 3 tot 5 steken hebt genaaid, drukt u (achteruit/verstevigingssteektoets). c op Houd (achteruit/verstevigingssteektoets) ingedrukt totdat u het begin van het stiksel bereikt. Nadat u 3 tot 5 steken achteruit hebt genaaid, (achteruit/verstevigingssteektoets) los. g laat u X De machine stopt met naaien. Druk op (start/stoptoets) of trap het h voetpedaal in. Wanneer u op dit moment (start/stoptoets) ingedrukt houdt, is de naaisnelheid laag.
GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN —— —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Draad afknippen a en de naaimachine is gestopt, drukt u eenmaal Wanneer u klaar bent met een stuk naaiwerk op (naaldstandtoets) om de naald omhoog te zetten. Automatisch achteruitsteken/ verstevigingssteken naaien U kunt de naaimachine zo instellen dat automatisch aan het begin en eind van het stiksel achteruit wordt genaaid of verstevigingssteken worden gemaakt.
Wanneer u het eind van het stiksel bereikt, e drukt u eenmaal op de achteruit/ ■ Juiste draadspanning De bovendraad en de spoeldraad moeten elkaar kruisen in het midden van de stof. Alleen de bovendraad mag zichtbaar zijn aan de voorkant van de stof en alleen de spoeldraad mag zichtbaar zijn aan de achterkant van de stof. verstevigingssteektoets.
GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN —— —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Nuttige naaitips Hieronder worden enkele manieren beschreven om betere naairesultaten te bereiken. Raadpleeg deze tips bij het naaien. Proefnaaien Nadar een steek is geselecteerd, worden automatisch de steekbreedte en -lengte ingesteld voor de steek die u hebt geselecteerd.
■ Als u dikke naden naait en de stof niet wordt doorgevoerd aan het begin van het stiksel Zigzagvoet “J” is toegerust met een functie om de persvoet horizontaal te houden. a Dunne stoffen naaien Wanneer u dunne stoffen naait, komen de steken mogelijk niet mooi op één lijn of wordt de stof niet goed doorgevoerd. Plaats in dat geval dun papier of verstevigingsmateriaal onder de stof en naai deze samen met de stof. Wanneer u klaar bent met naaien, scheurt u het overtollige papier af.
GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN —— —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Onderdraad naar boven halen Wanneer u plooien maakt, trekt u eerst de spoeldraad omhoog zoals hieronder wordt beschreven. a Knip de draad niet af met de draadafsnijder. Leid de spoeldraad door de sleuf. e spoeldraad onder de persvoet naar de Trek ongeveer 10 tot 15 cm (4-5 inch) van de achterkant van de machine. a • Laat het spoelhuisdeksel verwijderd.
3 NAAISTEKEN Overhandse steken naaien Automatisch Handmatig Zigzagsteek Overhandse steken naaien en J applicaties bevestigen 3,5 (1/8) 0,0–7,0 (0–1/4) 1,4 (1/16) 0,0–4,0 (0–3/16) Ja (J) *1 Achteruitnaaien Ja 3-punts zigzagsteek Overhandse steken naaien op middelzware stof J of stretchstof, elastiek bevestigen, stoppen, enzovoort 5,0 (3/16) 1,5–7,0 (1/16–1/4) 1,0 (1/16) 0,2–4,0 (1/64–3/16) Ja (J) Overhandse steken G naaien op dunne of middelzware stof 3,5 (1/8) 2,5–5,0 (3/32–3/16) 2,0 (1
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Overhandse steken naaien met zigzagvoet “J” a Zet de machine aan. b Selecteer of Overhandse steken naaien met overhandse steekvoet “G” met de patroonselectieknop. Bevestig zigzagvoet “J”. c • Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 31) voor meer informatie. Naai langs de rand van de stof en zorg dat de d naaldpositie rechts van de rand is. a a a Zet de machine aan. b Selecteer of met de patroonselectieknop.
Basissteken Rechte steek Links Midden Drievoudige stretchsteek Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Automatisch Handmatig Automatisch Standaard naaiwerkzaamhed J en, plooien of gepaspelde naden naaien, enz. Ritsen bevestigen, standaard naaiwerkzaamhed J en, plooien of gepaspelde naden naaien, enzovoort.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Blindzoomsteken naaien Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Automatisch Handmatig Automatisch Handmatig Tweelingnaald Steek Steekbreedte [mm (inch)] Persvoet Patroon De onderkant van rokken en broeken wordt gezoomd. Er zijn twee blindzoomsteken beschikbaar.
Plaats de stof met de rand van de gevouwen e zoom langs de geleider van de persvoet en zet Memo de persvoethendel omlaag. Als de naaldstand niet juist is, is het resultaat zoals hieronder wordt weergegeven. Corrigeer zoals hieronder wordt beschreven. R a b ● Indien de naald te ver op de zoomvouw komt De naaldstand is te ver naar links. Druk op + op de steekbreedtetoets om de naaldstand zo aan te passen dat de naald de vouw van de zoom licht raakt.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Knoopsgatsteken naaien Knoopsgatsteek Steekbreedte [mm (inch)] Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Automatisch Handmatig Automatisch Handmatig Tweelingnaald Persvoet Steek Patroon U kunt knoopsgaten maken. Er zijn drie knoopsgatsteken beschikbaar.
Markeer met krijt op de stof de plaats en de a lengte van het knoopsgat. a b c Zet de machine aan. d Selecteer , of met de patroonselectieknop. Bevestig knoopsgatenvoet “A”. e • Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 31) voor meer informatie. a Markering op stof b Voltooid naaiwerk Leid de bovendraad omlaag door het gat in de Trek de knoopgeleiderplaat van b knoopsgatenvoet “A” uit en plaats de knoop die door het knoopsgat moet.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk h omlaag. Snijd met het bijgeleverde tornmesje naar de m speld toe en maak het knoopsgat open. a a a Knoopsgathendel De knoopsgathendel moet zich achter de metalen beugel op de knoopsgatenvoet bevinden.
■ De steekbreedte wijzigen Druk op + of – op de steekbreedtetoets om de steekbreedte aan te passen. – + Knopen aanzetten U kunt met de machine knopen aannaaien. U kunt knopen met 2 en knopen met 4 gaten aanzetten. Meet de afstand tussen de gaten in de knoop a die u wilt bevestigen.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— g Plaats de knoop in de knoopaanzetvoet “M”. Begin met naaien. i Zet de schuifknop voor snelheidsregeling naar links (zodat de snelheid laag is). a a Knoop X De knoop wordt op zijn plaats gehouden. • Wanneer u vier-gatsknopen bevestigt, naait u eerst de twee gaten het dichtst bij u. Schuif vervolgens de knoop zo dat de naald in de twee gaten erachter gaat en naai deze op dezelfde manier.
■ Een knoopvoet bevestigen Als u een knoop met een knoopvoet wilt bevestigen, bevestigt u de knoop op enige afstand van de stof, en draait u daar met de hand draad omheen. Zo bevestigt u de knoop stevig. Plaats de knoop in knoopaanzetvoet “M” en a trek de knoopvoethendel naar u toe. 1 3 a Knoopvoethendel Wanneer u klaar bent met naaien, knipt u de b bovendraad royaal af. Het uiteinde windt u tussen de knoop en de stof. Vervolgens knoopt u dit aan de bovendraad aan het begin van het stiksel.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Rits inzetten Steekbreedte [mm (inch)] Bove ntran Achteruitnaaien/ sport- verstevigingssteken voet Ja 0,2–5,0 (1/64–3/16) (J) *1 Achteruitnaaien Ja Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Automatisch Handmatig Automatisch Ritsen bevestigen, standaard naaiwerkzaamhed J en, plooien of gepaspelde naden naaien, enzovoort.
Zet de naad op één lijn met het midden van de e rits en naai de rits op zijn plaats met rijgsteken. h Naai versteviging rond de rits. a b c b a d c a Achterkant van de stof b Rijgsteken c Rits f Selecteer steek 3 met de a b c d patroonselectieknop. Bevestig de persvoethouder aan de rechterkant g van de pen van ritsvoet “I”.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— a Zet de machine aan. Leg de tanden van de rits op één lijn met de f geperste rand van de stof met de extra 3 mm b tot aan de ritsopening. Bevestig zigzagvoet “J” en naai rechte steken (1/8 inch) en rijg of speld vervolgens de rits op zijn plaats. • Met de voorkant van de stukken stof naar elkaar toe naait u achteruit nadat u de ritsopening hebt bereikt.
Naai de rits aan het stuk stof met de extra i 3 mm (1/8 inch), te beginnen vanaf de basis van de rits. Bevestig de persvoethouder aan de andere kant l van de pen van ritsvoet “I”. Als u in stap h de persvoethouder aan de rechterkant van de pen had bevestigd, bevestigt u deze nu aan de linkerkant van de pen. a I b VOORZICHTIG ● Zorg bij het naaien dat de naald de rits niet raakt. Anders kan de naald verbuigen of breken.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Stretchstoffen naaien en elastiek bevestigen Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Automatisch Handmatig Automatisch Handmatig Tweelingnaald Steekbreedte [mm (inch)] Persvoet Steek Patroon U kunt stretchstoffen naaien en elastiek bevestigen.
c Selecteer steek met de patroonselectieknop. Bevestig zigzagvoet “J”. d • Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 31) voor meer informatie. Naai het elastiek aan de stof terwijl u het e elastiek zo uitrekt dat het even lang is als de stof. Trek met uw linkerhand de stof achter de persvoet en trek tegelijk met uw rechterhand aan de stof bij de speld die zich het dichtst bij de voorkant van de persvoet bevindt.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Applicatie-, patchwork- en quiltsteken Zigzagsteek Applicatiesteek Fagotsteek Steekbreedte [mm (inch)] Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Tweelingnaald Steek Persvoet Patroon Er zijn drie steken beschikbaar voor het maken van applicaties en patchworkquilts.
d Zet de machine aan. e Selecteer steek of met de patroonselectieknop. f • Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 31) voor Bevestig zigzagvoet “J”. meer informatie. Patchworksteken (voor fantasiequilt) Vouw de rand van het bovenste stuk stof en a plaats deze op het onderste stuk. b het patroon beide stukken omspant. Naai de twee stukken stof aan elkaar, zodat Draai het handwiel naar u toe en begin te g naaien rond de rand van de applicatie. Let op dat de naald net buiten de applicatie neerkomt.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Zorg dat bij het naaien de persvoet op één lijn g staat met het midden van de twee stukken stof. Bevestig de borduurvoet op de schroef van de c persvoethouder. Plaats de pin op de quiltvoet boven de naaldklemschroef. a c b a Pin op quiltvoet b Persvoethouderschroef c Naaldklemschroef d rechterhand en draai de Houd de quiltvoet op zijn plaats met uw h het papier.
f Zet de machine aan. g Selecteer steek of met de patroonselectieknop. h met de stof het patroon. Trek de stof met beide handen strak en volg Aan het begin en het eind van het stiksel worden verstevigingssteken gemaakt. a 3 a Patroon • Wanneer de transporteur omlaag staat, kunt u geen achteruitsteken naaien. Als u klaar bent met naaien, schuift u de i transporteurstandschakelaar in de oorspronkelijke stand om de transporteur omhoog te zetten. • Normaliter staat de transporteur omhoog.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Verstevigingssteken naaien Drievoudige stretchsteek Trenssteek Steekbreedte [mm (inch)] Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Automatisch Handmatig Automatisch Mouwen bevestigen, binnennaden, J stretchstoffen naaien en decoratieve steken Verstevigen van openingen en A vlakken waar de naad gemakkelijk los raakt Handmatig Tweelingnaald Steek Persvoet Patroon Verstevig plekken waarop spanning komt te staan, zoals mouwg
c Trenssteek Selecteer steek met de patroonselectieknop. Trenssteken zijn een vorm van verstevigingssteken ter versteviging van stukken die zwaar belast zullen worden, zoals de hoeken van zakken en openingen. Hieronder wordt als voorbeeld beschreven hoe u trenssteken maakt op hoeken van zakken. Bevestig knoopsgatenvoet “A”. d • Zie “Persvoet verwisselen” (pagina 31) voor meer informatie.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk g omlaag. a a Knoopsgathendel De knoopsgathendel moet zich achter de metalen beugel op de knoopsgatenvoet bevinden. a b a Knoopsgathendel b Beugel Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in h uw linkerhand en begin met naaien. X Zodra het naaien is voltooid, naait de machine automatisch verstevigingssteken en stopt dan.
Werken met de zijsnijder (optioneel) Steek Overhandse steek Persvoet Patroon Met de optionele zijsnijder kunt u overhandse steken naaien terwijl de rand van de stof wordt afgesneden. Steekbreedte [mm (inch)] Toepassing Steeklengte [mm (inch)] Achteruitnaaien/ verstevigingssteken Automatisch Handmatig Automatisch Handmatig Standaard naaiwerkzaamhed S en, plooien of gepaspelde naden naaien, enz.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— Plaats de zijsnijder zo dat de pen van de f zijsnijder op één lijn staat met de inkeping in de persvoethouder en breng vervolgens langzaam de persvoethendel omlaag. Plaats de stof. j Plaats de stof zo dat de rechterkant van de snee boven de geleiderplaat ligt en de linkerkant onder de persvoet. b a a a Inkeping in persvoethouder b Pen X De zijsnijder is bevestigd.
Zet de persvoethendel omlaag en begin met k naaien. X Er wordt een marge afgesneden terwijl het stiksel wordt genaaid. Als steek wordt genaaid, is de marge ongeveer 3 5 mm (3/16 inch). a a 5 mm (3/16 inch) Opmerking ● De zijsnijder kan maximaal één laag spijkerstof van 370 g/m2 snijden. ● Reinig de zijsnijder na gebruik (pluisjes en stof weghalen). ● Als de zijsnijder geen stof meer kan snijden, brengt u met een lapje een beetje olie aan op het mes van de zijsnijder.
NAAISTEKEN ——————————————————————————————————————————————————————————————————————— 78
4 BIJLAGE Steekinstellingen In de volgende tabel vindt u toepassingen, steeklengte en steekbreedte en of u de tweelingnaald kunt gebruiken voor de betreffende naaisteek. VOORZICHTIG ● Wanneer u de tweelingnaald gebruikt, moet u zigzagvoet “J” bevestigen. Anders kan de naald breken of de machine beschadigd raken.
Steekbreedte [mm (inch)] Steeklengte [mm (inch)] Toepassing Handmatig Tweelingnaald Patroon Steek Persvoet BIJLAGE————————————— —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Bove ntran Achteruitnaaien/ sport- verstevigingssteken voet Automatisch Handmatig Automatisch Blindzoomsteken R naaien op middelzware stof 0 (0) –3 – 3 2,0 (1/16) 1,0–3,5 VerstevigingsNee Nee (1/16–1/8) steken Blindzoomsteken R naaien op stretch
Onderhoud In dit gedeelte wordt ingegaan op het basisonderhoud aan de naaimachine. Buitenkant van de machine reinigen Draai de persvoethouderschroef los en d verwijder de persvoethouder. Draai vervolgens de naaldklemschroef los en verwijder de naald. Neem als de machine vuil is een vochtige doek met wat neutraal reinigingsmiddel, wring deze goed uit en veeg de buitenkant van de machine schoon. Wrijf de machine daarna af met een droge doek.
BIJLAGE—— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— ——— —— —— —— — —— ——— —— ——— Installeer het spoelhuis zo dat de markering S h op het spoelhuis tegenover de markering z op i steekplaat. Schuif vervolgens het Steek de lipjes op het steekplaatdeksel in de de machine zit, zoals hieronder aangegeven. steekplaatdeksel terug op zijn plaats.
Probleemoplossing Als de machine niet meer goed functioneert, gaat u eerst de volgende lijst met mogelijke oorzaken na. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met uw dealer of met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum. Symptoom De naaimachine werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie pagina 14 De naaimachine staat niet aan. pagina 14 Zet de machine aan. De spoelwinderas is rechts verplaatst. Schuif de spoelwinderas naar links. pagina 17 De persvoethendel staat omhoog.
BIJLAGE————————————— —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Symptoom Mogelijke oorzaak Remedie De bovendraad is niet juist ingeregen (bijvoorbeeld omdat de klos niet goed Rijg de bovendraad op de juiste is geplaatst of de draad is losgeraakt manier in. uit de draadhaak op de naaldstang). De draad zit geknoopt of verward. Verwijder het geknoopte of verwarde gedeelte.
Symptoom Mogelijke oorzaak Remedie De bovendraad is niet goed geplaatst. Rijg de bovendraad op de juiste manier in. De spoeldraad is niet goed geplaatst. Rijg de spoeldraad op de juiste manier in. pagina 18 De spoeldraad is niet goed gewonden. Wind de spoel op de juiste manier. De draadspanning is niet goed. De stof is gerimpeld. Er worden steken overgeslagen. Referentie pagina 20 pagina 15 De combinatie van stof, draad en naald is onjuist.
BIJLAGE————————————— —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Symptoom Mogelijke oorzaak Referentie Druk eenmaal of tweemaal op (naaldstandtoets) om de naald omhoog te zetten. pagina 21 Plaats de naald op de juiste manier. pagina 29 Bevestig de geschikte persvoet voor de soort steek die u wilt naaien. pagina 79 Pas de draadspanning aan. pagina 47 De draad is verward, bijvoorbeeld in het spoelhuis.
Foutmeldingen Als de naaimachine onjuist wordt bediend of niet goed functioneert, wordt een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven. U kunt de melding wissen door op een toets in het bedieningspaneel te drukken, een knop te draaien of de handeling juist uit te voeren. Foutcodenr. Foutmelding (in LCD-scherm) Mogelijke oorzaak Remedie E1 U hebt op de start/stoptoets of achteruit/ verstevigingssteektoets gedrukt (of het voetpedaal ingedrukt, als dit is aangesloten) terwijl de persvoet omhoog stond.
BIJLAGE————————————— —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — Piepsignaal bij bediening Telkens wanneer u een toets indrukt of een onjuiste handeling uitvoert, klinkt er een piepsignaal. ■ Bij een juiste handeling Er klinkt één piepsignaal. ■ Bij een onjuiste handeling Er klinken twee of vier piepsignalen.
Index Cijfers 1/4-inch-quiltvoet...........................................................12 1/4-inch-quiltvoet met geleider ......................................12 A knoopaanzetvoet............................................................ 11 knoopsgat....................................................................... 56 knoopsgatenvoet .............................................. 11, 57, 73 knoopsgathendel .....................................................58, 73 knoopsgatsteken............
BIJLAGE——————————————— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— — — —— — —— — —— ————————————————————————————————————————————————————————————————— — steekinstellingen.............................................................79 steeklengte .....................................................................40 steekplaatdeksel .............................................................81 stretchstof naaien ...........................................................66 stretchstoffen naaien......................
PAN PANTONE ONE 285 285 Bla Black k EU_low_coverNL Bedieningshandleiding VOORBEREIDINGEN GRONDBEGINSELEN VAN NAAIEN 885-V11 NAAISTEKEN BIJLAGE Bedieningshandleiding Dutch 885-V11 XE2433-1012 Printed in China Gecomputeriseerde naaimachine