Software User's Guide

Table Of Contents
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning)
156
12
Scannen naar bestand 12
Wanneer u Scannen naar bestand selecteert, kunt u een document in zwart-wit of kleur scannen en dit direct
naar de aangewezen Macintosh
®
op uw netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de map en in
het bestandsformaat dat u hebt geconfigureerd in ControlCenter2 op de aangewezen Macintosh
®
. U kunt de
configuratie van Scan wijzigen. (Zie Bestand op pagina 142.)
a Plaats uw document.
b Druk op de toets (Scan).
c Druk op a of b om Scan naar file of Scan nr bestand te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de gewenste Macintosh
®
te selecteren waarheen u wilt zenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het
bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende Macintosh
®
in.
Druk op OK.
Opmerking
Voor DCP-modellen: druk herhaaldelijk op a of b om het eerste cijfer van de pincode in te voeren. Druk op
c om de cursor te verplaatsen en gebruik vervolgens a of b om het tweede cijfer in te voeren. Herhaal dit
totdat u de volledige pincode van vier cijfers hebt ingevoerd. Klik op OK.
e Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
De machine begint met scannen.
Opmerking
Als u wilt schakelen tussen scannen in kleur en in zwart-wit, kiest u kleur of zwart-wit bij de optie voor het
type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het configuratievenster van ControlCenter2.
(Zie SCANNEN op pagina 136.)
Als u de bestandsnaam van gescande documenten wilt wijzigen, voert u de bestandsnaam in bij
Bestandsnaam op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het configuratievenster van
ControlCenter2.
Het type scan is afhankelijk van de instellingen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat; de instellingen
worden niet gewijzigd door Mono Start of Kleur Start (Colour Start).