Software User's Guide
Table Of Contents
- SOFTWAREHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- Windows®
- 1 Afdrukken
- De Brother-printerdriver gebruiken
- Functies
- Het juiste type papier kiezen
- Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen
- Gegevens uit het geheugen wissen
- Statusvenster
- Instellingen van de printerdriver
- De instellingen van de printerdriver weergeven
- Het tabblad Normaal
- Het tabblad Geavanceerd
- Het tabblad Ondersteuning
- Foto's afdrukken met FaceFilter Studio van REALLUSION
- 2 Scannen
- Een document scannen met de TWAIN-driver
- Een document scannen met de WIA-driver (Bij Windows® XP/ Windows Vista™)
- Een document scannen met de WIA-driver (Voor gebruikers van Windows Vista™ Photo Gallery en Windows Fax & Scan)
- De scantoets gebruiken (Voor gebruikers van een USB-kabel)
- ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR van NUANCE™ gebruiken
- Items bekijken
- Uw items in mappen rangschikken
- Snelkoppelingen naar andere toepassingen
- Met ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR kunt u beeldtekst converteren naar tekst die u kunt bewerken
- U kunt items uit andere toepassingen importeren
- U kunt items in andere formaten exporteren
- ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR verwijderen
- 3 ControlCenter3
- 4 Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning)
- 5 Remote Setup (Niet beschikbaar bij DCP-modellen en model MFC-235C en MFC-260C)
- 6 Brother PC-FAX-software (Alleen MFC-modellen)
- Verzenden via PC-FAX
- Adresboek
- Ontvangen via PC-FAX (Niet beschikbaar bij model MFC-235C en MFC-260C)
- 7 PhotoCapture Center™
- 8 Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
- 1 Afdrukken
- Apple® Macintosh®
- 9 Afdrukken en faxen
- 10 Scannen
- 11 ControlCenter2
- 12 Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning)
- 13 Remote Setup & PhotoCapture Center™
- Index
- brother DUT
79
4
4
Om de machine te gebruiken als netwerkscanner moet deze geconfigureerd zijn met een TCP/IP-adres. U
kunt de adresinstellingen instellen of wijzigen vanaf het bedieningspaneel (zie Instellingen bedieningspaneel
in de netwerkhandleiding) of met behulp van de BRAdmin Light-software. Als u de machine geïnstalleerd
hebt volgens de instructies voor een netwerkgebruiker in de installatiehandleiding, dan zou de machine al
voor uw netwerk geconfigureerd moeten zijn.
Opmerking
• Er kunnen maximaal 25 gebruikers op een machine binnen een netwerk zijn aangesloten voor
netwerkscannen. Wanneer er bijvoorbeeld 30 gebruikers tegelijk een verbinding proberen te maken,
worden er 5 hiervan niet weergegeven op het LCD-scherm.
• Als uw PC wordt beschermd door een firewall en u niet via het netwerk kunt scannen, moet u wellicht de
instellingen van de firewall aanpassen. Zie Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers) op pagina 109
voor meer informatie.
Voordat u netwerkscannen gebruikt 4
Netwerklicentie 4
Bij dit product is een PC-licentie voor maximaal 2 gebruikers inbegrepen.
Deze licentie ondersteunt de installatie van de MFL-Pro Software Suite inclusief ScanSoft™ PaperPort™
11SE op maximaal 2 PC’s voor gebruik in een netwerk.
Wanneer u meer dan 2 PC’s met ScanSoft™ PaperPort™ 11SE wilt installeren, koop dan Brother NL-5; dit
is een pakket met een meervoudige PC-licentieovereenkomst voor maximaal 5 extra gebruikers. Neem
contact op met uw Brother-dealer om het NL-5-pakket te kopen.
Netwerkscannen configureren 4
Wanneer u een andere machine gebruikt dan die oorspronkelijk was geregistreerd op uw PC tijdens de
installatie van MFL-Pro Suite-software (zie de Installatiehandleiding), dient u onderstaande stappen te
volgen.
a Bij Windows
®
2000 klikt u op de knop Start, Configuratiescherm en dan op Scanners en camera's.
Bij Windows
®
XP klikt u op de knop Start, Configuratiescherm, Printers en faxapparaten, en
vervolgens op Scanners en camera’s (of Configuratiescherm, Scanners en camera’s).
Bij Windows Vista™ klikt u op de knop Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en dan op
Scanner en Camera.
Netwerkscannen
(Voor modellen met ingebouwde
netwerkondersteuning)
4