GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-465CN
Als u de klantenservice moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-465CN Serienummer: 1 Aankoopdatum: Plaats van aankoop: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt. Registreer uw product online op http://www.brother.
Informatie over goedkeuring en mededeling aangaande samenstelling en publicatie DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE ii
EG-conformiteitsverklaring Producent Brother Industries Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Fabriek Brother Industries (Shen Zhen) Ltd. G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China Verklaren hierbij dat: Productomschrijving : Faxmachine Type : Groep 3 Modelnaam : MFC-465CN voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Algemeen Algemene informatie 2 Gebruik van de documentatie ................................................................................2 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2 Toegang krijgen tot de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding ................2 Documentatie bekijken ....................................................................................3 Overzicht van het bedieningspaneel..............................
4 Beveiligingsfuncties 26 Verzendslot..........................................................................................................26 Het wachtwoord voor het verzendslot instellen en wijzigen .......................... 26 Verzendslot in-/uitschakelen.......................................................................... 27 Paragraaf II 5 Fax Een fax verzenden 30 Faxmodus activeren ............................................................................................
7 Telefoon en externe apparaten 42 Werking als telefoon ............................................................................................42 Fax/Telefoon-stand .......................................................................................42 Fax/Telefoon-stand in de energiebesparende stand .....................................42 Telefoondiensten .................................................................................................43 Nummerweergave ............................
10 Rapporten afdrukken 64 Faxrapporten .......................................................................................................64 Verzendrapport..............................................................................................64 Faxjournaal (activiteitenrapport) ....................................................................64 Rapporten ............................................................................................................65 Een rapport afdrukken .....
Paragraaf IV Direct foto's printen 13 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation 78 Werken met PhotoCapture Center™...................................................................78 Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een PC ....78 Scannen naar een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation zonder een PC te gebruiken ......................................................................78 PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken ..................
Paragraaf V Software 15 Software- en netwerkfuncties 102 Paragraaf VI Appendixen A Veiligheid en wetgeving 104 Een geschikte plaats kiezen ..............................................................................104 Veilig gebruik van de machine...........................................................................105 Belangrijke veiligheidsinstructies................................................................. 108 BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ...................................
C Menu en functies 138 Programmeren op het scherm ...........................................................................138 Menutabel ....................................................................................................138 Opslag in geheugen ....................................................................................138 Modus- en menutoetsen gebruiken ...................................................................138 Menutabel ..............................................
Paragraaf I Algemeen Algemene informatie Documenten en papier laden Algemene instellingen Beveiligingsfuncties I 2 9 20 26
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie 1 Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine. Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt. Vet Cursief Courier New Vetgedrukte tekst verwijst naar specifieke toetsen op het bedieningspaneel van de machine.
Algemene informatie Documentatie bekijken Documentatie bekijken (voor Windows®) Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op het menu Start, wijst u vanuit de programmagroep Brother, MFC-XXXX aan (waarbij XXXX uw modelnaam is) en selecteert u vervolgens Gebruikershandleidingen in HTMLformaat. Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie vinden door onderstaande instructies op te volgen: a Zet uw PC aan. Plaats de Brother cd-rom in uw cd-romstation.
Hoofdstuk 1 Instructies voor het scannen opzoeken Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: 1 Documentatie bekijken (voor Macintosh®) a Zet uw Macintosh® aan. Plaats de Brother-cd-rom in het cd-romstation. Het volgende venster wordt weergegeven. b Dubbelklik op het pictogram Documentation. c d Dubbelklik op uw taalmap.
Algemene informatie Instructies voor het scannen opzoeken 1 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding Scannen (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) ControlCenter2 (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) Netwerkscannen (voor Mac OS® X 10.2.
Hoofdstuk 1 Overzicht van het bedieningspaneel 9 1 8 28.12.2007 12 : 45 Fax Geh. 1 1 2 Kiestoetsen Gebruik deze toetsen om telefoon- en faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden tevens gebruikt als toetsenbord om informatie in de machine in te voeren. Fax- en telefoontoetsen Speed Dial Hiermee kunt u in het geheugen opgeslagen nummers opzoeken en kiezen. Redial/Pause Met deze toets kunt u de 30 laatst gekozen nummers opnieuw bellen.
Algemene informatie 8 7 1 6 28.12.2007 12 : 45 Fax Geh. 3 5 Starttoetsen: 5 Stop/Exit Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten. 8 LCD-scherm (liquid crystal display) Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine. U kunt de helling van het LCD-scherm instellen door dit op te tillen. 9 Ink Management Met deze toets kunt u de printkop reinigen, de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren.
Hoofdstuk 1 Indicaties op het LCD-scherm 1 b Wanneer de machine inactief is, wordt op het LCD-scherm de huidige machinestatus weergegeven. MENU Standaardinst. Fax LAN Print lijsten Machine-info Selecteer & druk op 12 : 45 Fax 1 c Geh. 2 2 3 Standaardinst. Tijdklokstand 2 Min. Papiersoort Normaal A4 Papierformaat Volume Selecteer & druk op OK Druk op OK. d Faxen in het geheugen Hier wordt aangegeven hoeveel ontvangen faxen het geheugen bevat.
2 Documenten en papier laden Documenten laden 2 U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) en vanaf de glasplaat. De ADF gebruiken Aanbevolen omgeving Temperatuur: 20 tot 30°C Vochtigheid: 50% tot 70% Papier: Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn. a Blader de stapel goed door. Leg uw documenten met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
Hoofdstuk 2 Een document laden Opmerking Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. a b Til het documentdeksel op. 2 Scangedeelte 2 De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de gedeelten die u niet op papier kunt scannen. 3 Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
Documenten en papier laden Acceptabel papier en andere media Brother-papier 2 De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst.
Hoofdstuk 2 Papiercapaciteit in de uitvoerpapierlade 2 Max. 50 vel van 20 lb Letter- of 80 g/m2 A4papier. Om vlekken te voorkomen moeten transparanten of fotopapier vel voor vel uit de uitvoerpapierlade worden genomen.
Documenten en papier laden Gewicht, dikte en capaciteit papier Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen Losse vellen Normaal papier 64 tot 120 g/m2 0,08 tot 0,15 mm 100 1 Inkjetpapier 64 tot 200 g/m2 0,08 tot 0,25 mm 20 Glanzend papier Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 2 Fotokaart Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 2 Indexkaart Max. 120 g/m2 Max. 0,15 mm 30 Briefkaart Max. 200 g/m2 Max. 0,23 mm 30 Enveloppen 75 tot 95 g/m2 Max.
Hoofdstuk 2 Papier en andere media laden b 2 Houd de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) ingedrukt en stel deze af op het papierformaat. 1 Opmerking Zie Fotopapier laden op pagina 17 voor informatie over afdrukken op papier met het formaat Foto L of Foto 10 x 15 cm. a Als de papiersteunklep open is, deze sluiten en vervolgens de papierlade volledig uit de machine trekken. Til het deksel van de uitvoerpapierlade (1) op.
Documenten en papier laden d Plaats het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt. e De papiergeleiders voor de breedte met beide handen voorzichtig aan het papier aanpassen. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken. Opmerking Wanneer u Legal-papier gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling en trekt u aan de achterkant van de papierlade.
Hoofdstuk 2 g Duw de papierlade langzaam volledig in de machine. Enveloppen en briefkaarten laden Informatie over enveloppen Gebruik enveloppen met een gewicht van 75 tot 95 g/m 2. Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt. h Terwijl u de papierlade vasthoudt, de papiersteun (1) naar buiten trekken tot u een klik hoort en de papiersteunklep (2) uitvouwen.
Documenten en papier laden Enveloppen en briefkaarten laden a 2 Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen. Opmerking Plaats de enveloppen of briefkaarten één voor één in de papierlade als er verschillende enveloppen of briefkaarten tegelijk naar binnen worden getrokken. Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op: a b Open de omslag van de envelop.
Hoofdstuk 2 b Houd de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) ingedrukt en verschuif ze om ze aan het papierformaat aan te passen. 1 d Zet de fotopapierlade in de normale afdrukpositie terug wanneer u klaar bent met het afdrukken van foto’s. Druk met uw linkerduim op de ontgrendeling van de fotopapierlade en trek de fotopapierlade naar voren totdat deze klikt.
Documenten en papier laden Afdrukgebied 2 Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan alleen afdrukken in de grijze gedeelten, wanneer de afdrukfunctie Zonder marges beschikbaar is en aanstaat.
3 Algemene instellingen Energiebesparende stand 3 Wanneer de machine inactief is, kunt u hem in de energiebesparende stand zetten door op de Power Save-toets te drukken. U kunt in de energiebesparende stand nog altijd Raadpleeg de tabel op pagina 21 voor meer informatie over het ontvangen van faxen in de energiebesparende stand. De uitgestelde faxen die zijn ingesteld, worden verzonden. U kunt faxen zelfs opvragen met de afstandsbedieningsfuncties als u niet in de buurt van de machine bent.
Algemene instellingen c Druk op a of b om Bespaarstand te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Faxontvang.:Uit (of Faxontvang.:Aan) te selecteren. Druk op OK. e Druk op Stop/Exit. Aan/Uitinstellingen Ontvangst stand Faxontvang. Alleen fax :Aan 1 Telefoon/ Beantw. (fabrieksinstelling) Beschikbare opdrachten Tijdklokstand 3 De machine heeft op het bedieningspaneel vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan, Copy en PhotoCapture.
Hoofdstuk 3 Papierinstellingen Papiersoort Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de machine in te stellen op het type papier dat u gebruikt. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Papiersoort te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Normaal papier, Inkjetpapier, Brother-fotopap., Ander fotopapier of Transparanten te selecteren. Druk op OK.
Algemene instellingen Instellingen volume Belvolume 3 3 U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus voor de beltoon, van Hoog tot Uit. Druk op Menu. c Druk op a of b om Volume te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Belvolume te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of Uit te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 3 Automatische zomer-/ wintertijd LCD-scherm 3 U kunt de machine zo instellen dat de zomer/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal in de lente automatisch een uur vooruit worden gezet en één uur terug in de herfst. Zorg dat u de juiste datum en tijd hebt ingevoerd in de instelling Datum & tijd. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK. LCD-contrast 3 U kunt het contrast van het LCD-scherm aanpassen, zodat de weergave duidelijker wordt.
Algemene instellingen De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen 3 d Druk op a of b om Uitschakelklok te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om 1 Min, 2 Min., 3 Min., 5 Min., 10 Min., 30 Min. of Uit te selecteren. Druk op OK. f Druk op Stop/Exit. U kunt instellen hoe lang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden na de laatste druk op een toets. a b c Druk op Menu. Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
4 Beveiligingsfuncties Verzendslot 4 Met het verzendslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine. U kunt geen uitgestelde faxen of pollingtaken plannen. Eerder geplande uitgestelde faxen worden echter wel verzonden, ook al activeert u het verzendslot. Wanneer Verzendslot op Aan staat, zijn de volgende functies beschikbaar: Het wachtwoord voor het verzendslot instellen en wijzigen Als u het wachtwoord reeds hebt ingesteld, hoeft u dit niet opnieuw in te stellen.
Beveiligingsfuncties Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen Verzendslot in-/uitschakelen 4 4 a b Druk op Menu. Verzendslot inschakelen Druk op a of b om Fax te selecteren. Druk op OK. Druk op Menu. c Druk op a of b om Diversen te selecteren. Druk op OK. a b c Druk op a of b om TX-slot te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Diversen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Wachtwoord te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om TX-slot te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 4 28
Paragraaf II Fax 30 Een fax ontvangen 37 Telefoon en externe apparaten 42 Nummers kiezen en opslaan 49 Geavanceerde faxfuncties (alleen monochroom) 57 Rapporten afdrukken 64 Pollen 66 Een fax verzenden II
5 Een fax verzenden Faxmodus activeren Als u een fax wilt versturen of instellingen voor het verzenden en ontvangen van faxen wilt wijzigen, drukt u op de toets waarna deze toets groen wordt. (Fax), 5 Afmeting scan (Zie pagina 31.) 5 Nieuwe standaard (Zie pagina 36.) Fabrieksinstell. (Zie pagina 36.) Druk op OK wanneer de gewenste optie is gemarkeerd. Faxen verzenden vanaf de ADF Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven: FAX 09012345689 Faxresolutie Stand.
Een fax verzenden Faxen verzenden via de glasplaat U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's van een boek door te faxen. U kunt documenten van max. Letter of A4-formaat gebruiken. Bij kleurenfaxen kunt u niet meer dan één pagina per keer verzenden. Opmerking Aangezien u slechts één pagina tegelijk kunt scannen, is het eenvoudiger om de ADF te gebruiken als u een document van meerdere pagina's verzendt. a Druk op b Leg uw document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Hoofdstuk 5 Rondsturen (alleen monochroom) Groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar meerdere faxnummers. U kunt een fax tegelijkertijd naar groepen, snelkiesnummers en maximaal 50 handmatig gekozen nummers sturen. Na voltooiing van de groepsverzending wordt een verzendrapport afgedrukt. a Druk op b c Laad uw document. (Fax). Opmerking 5 • Als u geen groepsnummers hebt gebruikt, kunt u naar maximaal 210 verschillende nummers faxen.
Een fax verzenden Aanvullende verzendopties Faxen met meer instellingen verzenden Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van deze instellingen kiezen: resolutie, contrast, internationale modus, tijdklok voor uitgestelde faxen, pollen en directe verzending. a Druk op (Fax). Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven: Contrast 5 5 Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast wellicht wijzigen.
Hoofdstuk 5 Opmerking U kunt vier verschillende instellingen kiezen voor de resolutie van monochrome faxen en twee voor kleuren. Monochroom Standaard Geschikt voor de meeste getypte documenten. Fijn Geschikt voor documenten met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is iets lager dan bij de standaardresolutie. Superfijn Geschikt voor kleine lettertjes of artwork. De transmissiesnelheid is lager dan bij de fijne resolutie.
Een fax verzenden Internationale modus 5 Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van een fax, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om de internationale modus te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld. a b c d Druk op Laad uw document. Druk op a of b om Internationaal te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 5 e f c d Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u wilt annuleren, drukt u op 1 om Ja te selecteren. Wilt u nog een taak annuleren, dan gaat u naar stap d. Als u wilt afsluiten zonder te annuleren, drukt u op 2 om Nee te selecteren. Druk op Stop/Exit wanneer u klaar bent. Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardwaarden Druk op 5 Druk op a of b om uw nieuwe instelling te selecteren. Druk op OK. Herhaal deze stap voor iedere instelling die u wilt wijzigen.
6 Een fax ontvangen 6 Ontvangststanden 6 U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn. De ontvangststand kiezen 6 Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe verzonden worden. Met behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen. Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 38 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Hoofdstuk 6 Ontvangststanden gebruiken Handmatig 6 Sommige ontvangststanden antwoorden automatisch (Alleen fax en Fax/Telefoon). Misschien wilt u de belvertraging wijzigen alvorens deze standen te gebruiken. Zie Belvertraging op pagina 39. Alleen Fax 6 In de stand Alleen Fax wordt elke oproep automatisch als een faxoproep beantwoord.
Een fax ontvangen Instellingen ontvangststand Belvertraging De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de stand Alleen fax of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u externe of tweede toestellen op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximumaantal belsignalen.
Hoofdstuk 6 Fax waarnemen Als Fax Waarnemen op Aan staat, gebeurt het volgende: 6 6 De machine ontvangt faxberichten automatisch, ook al beantwoordt u het telefoontje. Zodra op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven of wanneer u 'tjirpende geluiden' hoort via de hoorn die u gebruikt, legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw machine doet de rest.
Een fax ontvangen Faxen in het geheugen ontvangen (alleen monochroom) Een fax afdrukken vanuit het geheugen Als u Fax Opslaan hebt geselecteerd, kunt u nog altijd een fax vanuit het geheugen afdrukken als u zich bij uw machine bevindt. Zodra de papierlade leegraakt tijdens de ontvangst van faxberichten, verschijnt op het scherm Papier nazien. In dat geval dient u papier in de papierlade te plaatsen. (Zie 'Papier en andere media laden' op pagina 16.
7 Telefoon en externe apparaten Werking als telefoon 7 U kunt telefoneren met een tweede of externe telefoon door nummers handmatig te kiezen of door middel van snelkiesnummers. Fax/Telefoon-stand Als de machine in de stand Fax/Telefoon staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft. Als u zich bij een extern toestel bevindt, neemt u de hoorn van het externe toestel op, en drukt u op Tel/R om te antwoorden.
Telefoon en externe apparaten Telefoondiensten Nummerweergave activeren Als u Nummerweergave op uw lijn hebt, dient u deze functie op Aan te zetten, zodat het nummer van de beller op het LCD-scherm wordt weergegeven wanneer de telefoon overgaat. Uw faxmachine ondersteunt abonnementen voor nummerweergave, een dienst die sommige telefoonbedrijven aanbieden.
Hoofdstuk 7 De Beller ID-lijst bekijken 7 Als Beller ID op Aan is ingesteld, wordt informatie betreffende de laatste dertig oproepen in de lijst Beller ID opgeslagen. U kunt deze lijst bekijken of afdrukken. Bij de eenendertigste oproep wordt de informatie over de eerste oproep door de nieuwe vervangen. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Diversen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Beller ID te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Toon telefoonnrs te selecteren. Druk op OK.
Telefoon en externe apparaten PBX en DOORVERBINDEN De machine is in eerste instantie ingesteld op Normaal, om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw machine kan op de meeste PBXtelefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall).
Hoofdstuk 7 Opmerking Onjuiste configuratie U mag geen antwoordapparaat op een andere plaats op dezelfde telefoonlijn aansluiten. Aansluitingen 7 Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals aangegeven in de vorige afbeelding. a Het uitgaande bericht op uw externe antwoordapparaat opnemen. c d Activeer het antwoordapparaat. Tijdsplanning is van essentieel belang wanneer u dit bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
Telefoon en externe apparaten Externe en tweede toestellen Werken met een tweede toestel 7 7 Een extern of tweede toestel aansluiten U kunt een apart toestel op uw machine aansluiten, zoals geïllustreerd in de volgende afbeelding. 1 7 Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of op een extern toestel, kunt u de oproep door de machine laten ontvangen door de code voor activeren op afstand te gebruiken.
Hoofdstuk 7 Codes voor afstandsbediening gebruiken Code voor activeren op afstand De codes voor afstandsbediening wijzigen 7 Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of op een extern toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door het intoetsen van de code voor activeren op afstand l 5 1. Wacht op de tjirpende geluiden en leg vervolgens de hoorn op de haak. Zie Fax waarnemen op pagina 40. Degene die u opbelt, moet op zijn of haar machine op Start drukken om de fax te verzenden.
8 Nummers kiezen en opslaan Nummers kiezen Handmatig kiezen Opmerking 8 8 Toets alle cijfers van het fax- of telefoonnummer in. 8 Als op het scherm Niet opgeslagen wordt weergegeven wanneer u een snelkiesnummer invoert of opzoekt, is er op deze locatie geen nummer opgeslagen. Zoeken 8 U kunt zoeken naar namen die in het snelkiesgeheugen zijn opgeslagen. a Druk op Speed Dial. U kunt ook Snelkies selecteren door op Snelkiezen a 8 b c Druk op Speed Dial. 8 (Fax) te drukken.
Hoofdstuk 8 Faxnummer opnieuw kiezen Als u handmatig een fax verzendt en de lijn bezet is, drukt u op Redial/Pause en vervolgens op Mono Start of Colour Start om het opnieuw te proberen. Als u een onlangs gekozen nummer nogmaals wilt bellen, kunt u op Redial/Pause drukken en een van de laatste 30 nummers uit de lijst van uitgaande gesprekken selecteren. Redial/Pause werkt alleen als u het nummer via het bedieningspaneel hebt gekozen.
Nummers kiezen en opslaan Overzicht beller-ID 8 Voor deze functie is de dienst Beller ID (nummerweergave) vereist die door vele plaatselijke telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie Nummerweergave op pagina 43.) De laatste 30 nummers van waar een fax is gestuurd, worden opgeslagen in het overzicht Beller-ID. U kunt een van deze nummers selecteren om een fax naar te verzenden, toe te voegen aan de snelkiestoetsen of uit het overzicht te verwijderen.
Hoofdstuk 8 d Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer de naam in met behulp van de kiestoetsen (max. 16 tekens). Druk op OK. Snelkiesnummers opslaan vanuit uitgaande gesprekken U kunt ook snelkiesnummers opslaan vanuit het overzicht van uitgaande gesprekken. a Druk op Redial/Pause. U kunt ook Uitgaand gesprek selecteren door op (Fax) te drukken. b Druk op a of b om het de gewenste naam of het gewenste nummer te selecteren. Druk op OK.
Nummers kiezen en opslaan Snelkiesnummers opslaan vanuit het overzicht beller-ID Als u geen tweede nummer wilt opslaan, drukt u op OK. 8 Als u beschikt over de dienst Beller ID (nummerweergave) van uw plaatselijk telefoonbedrijf, kunt u inkomende oproepen ook in snelkiesnummers opslaan vanuit het overzicht beller-ID. (Zie Nummerweergave op pagina 43.) i a Druk op b Druk op a of b om Overzicht beller te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 8 e Ga op een van de volgende manieren te werk: (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 51 en Rondsturen (alleen monochroom) op pagina 32.) Voer de naam in met behulp van de kiestoetsen (max. 16 tekens). Druk op OK. a b Druk op Speed Dial. c Druk op a of b om GROEP1, GROEP2, GROEP3, GROEP4, GROEP5 of GROEP6 te selecteren voor de groepsnaam waaronder u de faxnummers wilt opslaan. Druk op OK. d Druk op a of b om de tweecijferige locatie voor de groep te selecteren. Druk op OK.
Nummers kiezen en opslaan Groepsnaam wijzigen a b Druk op Speed Dial. c d Druk op Speed Dial. Druk op a of b om de te wijzigen groepsnaam te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om de te verwijderen groep te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Groepsnaam wijzigen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Verwijder te selecteren. Druk op OK. Druk ter bevestiging op 1. e Druk op a of b om Voltooien te selecteren. Druk op OK. f Druk op Stop/Exit. Druk op a of b om Groepsinstell.
Hoofdstuk 8 Snelkiesnummers combineren g 8 Soms is het voordeliger om een keuze te maken uit verschillende serviceproviders voor uw interlokale gesprekken. Tarieven variëren, al naar gelang de tijd van de dag en de bestemming. Om van lagere tarieven te profiteren kunt u de toegangscodes of nummers van interlokale serviceproviders en creditcards opslaan als snelkiesnummers.
9 Geavanceerde faxfuncties (alleen monochroom) g U kunt slechts één geavanceerde faxfunctie tegelijk gebruiken: Fax Doorzenden Fax Opslaan • Als u Backup print:Aan selecteert, wordt de fax ook op uw machine afgedrukt, zodat u over een kopie beschikt. Dit is een veiligheidsmaatregel, in geval van een stroomstoring vóór de fax is doorgestuurd, of in geval van problemen bij de ontvangende machine. Uit U kunt uw selectie op elk gewenst moment wijzigen.
Hoofdstuk 9 Fax Opslaan Als u Fax Opslaan kiest, wordt de ontvangen fax in het geheugen opgeslagen. U kunt faxberichten op een andere locatie opvragen met de opdrachten voor afstandsbediening. Als u Fax Opslaan hebt ingesteld, wordt er automatisch een back-up op de machine afgedrukt. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Geavanc. faxfuncties te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Drzenden/Opsln te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Fax opslaan te selecteren. Druk op OK.
Geavanceerde faxfuncties (alleen monochroom) g Druk op a of b om Backup print:Aan of Backup print:Uit te selecteren. Druk op OK. h Druk op Stop/Exit. De doel-PC wijzigen a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Geavanc. faxfuncties te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Drzenden/Opsln te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om PC-Fax ontv. te selecteren. Druk op OK. f Druk op a of b om Wijzig instell te selecteren. Druk op OK. g Druk op a of b om of de doel-PC te selecteren.
Hoofdstuk 9 Geavanceerde faxfuncties uitschakelen a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Geavanc. faxfuncties te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Fax te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Drzenden/Opsln te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Uit te selecteren. Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen. Opmerking Als er nog ontvangen faxen in het geheugen staan, worden op het LCDscherm meer opties weergegeven. (Zie Geavanceerde faxfuncties wijzigen op pagina 60.
Geavanceerde faxfuncties (alleen monochroom) Afstandsbediening U kunt uw code op elk gewenst moment wijzigen door een nieuwe in te voeren. Als u uw code wilt deactiveren, drukt u op Clear/Back in stap e om de inactiefinstelling (---l) te herstellen en drukt u op OK. U kunt uw machine bellen vanaf elke toetstelefoon of faxmachine, en vervolgens de toegangscode en de opdrachten voor afstandsbediening gebruiken om faxberichten op te vragen.
Hoofdstuk 9 Opdrachten voor afstandsbediening Met behulp van de volgende opdrachten kunt u uw machine vanaf een ander toestel bedienen. Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode voor afstandsbediening (3 cijfers gevolgd door l) invoert, hoort u twee korte tonen ter aanduiding dat u een opdracht moet invoeren. Opdrachten voor afstandsbediening 95 De instellingen voor Fax Doorzenden of Fax Opslaan wijzigen 1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgevraagd of gewist.
Geavanceerde faxfuncties (alleen monochroom) Faxberichten opvragen U kunt vanaf elke toetstelefoon toegang krijgen tot uw machine en uw faxberichten naar een ander apparaat laten sturen. Voordat u deze functie gebruikt, dient u Fax Opslaan in te schakelen. a b Kies het nummer van uw faxmachine. c Als u twee korte tonen hoort, drukt u op 9 6 2. d Wacht op de lange toon, toets met de kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waarnaar u de faxberichten wilt versturen (max.
10 Rapporten afdrukken Faxrapporten 10 U dient het verzendrapport en de journaaltijd in te stellen met de Menu-toetsen. Verzendrapport 10 U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden, en wordt tevens aangegeven of de transmissie geslaagd was (OK). Als u Aan of Aan+Beeld kiest, wordt dit rapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Rapporten afdrukken f g Voer in 24-uursformaat het tijdstip in waarop het journaal moet worden afgedrukt. Druk op OK. (Voor kwart voor acht 's avonds voert u bijvoorbeeld 19:45 in.) Druk op Stop/Exit. Rapporten 10 De volgende rapporten zijn beschikbaar: Verzendrapport Drukt een verzendrapport af van uw laatste transmissie. Helplijst Een helplijst over u hoe u de machine snel kunt programmeren. Kieslijst Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het snelkiesgeheugen.
11 Pollen Pollen: overzicht 11 11 Met de functie Pollen kunt u machine zodanig instellen dat andere mensen faxen van u kunnen ontvangen, maar dat zij voor de oproep betalen. Tevens kunt u hiermee de faxmachine van een ander bellen en er een fax van ontvangen, zodat u voor de oproep betaalt. Pollen werkt alleen als deze functie op beide machines is ingesteld. Niet alle faxmachines ondersteunen pollen.
Pollen Uitgesteld pollen instellen 11 d Met uitgesteld pollen kunt u de machine zodanig instellen dat Ontvang Pollen op een later tijdstip begint. U kunt slechts één uitgestelde pollingtaak instellen. a Druk op b Druk op a of b om Ontvang Pollen te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Tijdklok te selecteren. Druk op OK. d e f Als u Stand. hebt geselecteerd, gaat u verder met stap e.
Hoofdstuk 11 Verzend Pollen (alleen monochroom) Verzend Pollen met beveiligingscode instellen 11 Met de functie voor beveiligd pollen kunt u de ontvangers van de documenten die u voor pollen hebt ingesteld, beperken. Met de functie Verzend Pollen kunt u uw machine zodanig instellen dat deze met een document in de invoer wacht, zodat een andere faxmachine kan bellen om het op te vragen. Het document wordt opgeslagen en kan door een ander faxtoestel worden opgevraagd tot u het uit het geheugen verwijdert.
Paragraaf III Kopiëren Kopiëren III 70
12 Kopiëren 12 Kopiëren 12 Kopieermodus activeren Druk op OK wanneer de gewenste optie is gemarkeerd. Opmerking 12 Wanneer u een kopie wilt maken, drukt u op (Copy), waarna deze toets groen wordt. Standaard is de faxmodus actief. U kunt opgeven hoe lang de machine na de laatste kopieeropdracht in de kopieermodus moet blijven staan. (Zie Tijdklokstand op pagina 21.) Eén kopie maken Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven: KOPIE Kwaliteit Vergr.
Kopiëren Kopieerinstellingen 12 U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende kopie. De machine schakelt na 1 minuut over naar de standaardinstellingen of naar de faxmodus als u de tijdklokstand hebt ingesteld. (Zie Tijdklokstand op pagina 21.) Als u klaar bent met het kiezen van instellingen, drukt u op Mono Start of Colour Start. Als u nog meer instellingen wilt selecteren, drukt u op a of b. a Druk op b c d Laad uw document.
Hoofdstuk 12 e Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op a of b om het gewenste vergrotings- of verkleiningspercentage te kiezen. Druk op OK. Druk op a of b om Custom(25-400%) te selecteren en voer vervolgens een vergrotingsof verkleiningspercentage in tussen 25% en 400%. Druk op OK. (Druk bijvoorbeeld op 53 om 53% in te voeren.) N in 1 kopieën of een poster maken (paginalayout) 12 Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of vier pagina's op één pagina afdrukken.
Kopiëren f Als u geen andere instellingen wilt wijzigen, drukt u op Mono Start of Colour Start om de pagina te scannen. Als u een poster aan het maken bent of het document in de ADF geplaatst hebt, scant de machine de pagina's en start met printen. Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap g. g Nadat de machine de pagina gescand heeft, drukt u op 1 om de volgende pagina te scannen. h Leg de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK. Herhaal stap g en h voor elke pagina van de layout.
Hoofdstuk 12 Helderheid, contrast en kleur instellen Helderheid Kleurverzadiging 12 12 U kunt de helderheid aanpassen om kopieën donkerder of lichter te maken. 12 a Druk op b c d Laad uw document. e Druk op a of b om Rood, Groen of Blauw te kiezen. Druk op OK. (Copy). Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk op a of b om Pas kleur aan te selecteren. Druk op OK. a Druk op b c d Laad uw document. Druk op a of b om Helderheid te selecteren. Druk op OK.
Kopiëren Papieropties 12 Papiersoort e f Druk op 12 12 U kunt de kopieerinstellingen voor Kwaliteit, Papiersoort, Helderheid, Contrast en Pas kleur aan die u het vaakst gebruikt, opslaan door deze als standaardinstellingen in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de machine in op het type papier dat u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Hoofdstuk 12 De fabrieksinstellingen herstellen U kunt alle door u gewijzigde instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. a Druk op b Druk op a of b om Fabrieksinstell. te selecteren. Druk op OK. c d (Copy). Druk op 1 om Ja te selecteren. Druk op Stop/Exit.
Paragraaf IV Direct foto's printen Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of 78 USB-flashstation Foto's afdrukken vanaf een camera 97 IV
13 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Werken met PhotoCapture Center™ Een geheugenkaart of USBflashstation gebruiken Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USBflashstation zonder een PC Uw Brother-machine beschikt over mediastations (sleuven) voor populaire digitale cameramedia: CompactFlash ®, Memory Stick ®, Memory Stick Pro™, SecureDigital, MultiMediaCard™, xD-Picture Card™ en USB Flash-geheugenstations.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Mapstructuur van geheugenkaarten of een USBflashstation 13 Uw machine is ontworpen om compatibel te zijn met beeldbestanden van moderne digitale camera's en geheugenkaarten; lees echter onderstaande punten om fouten te vermijden: De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn. (Andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend.
Hoofdstuk 13 Aan de slag Indicaties van de PhotoCapture-toets: 13 Steek de kaart of het USB-flashstation correct in de juiste sleuf. PhotoCapture-licht is aan: de geheugenkaart of het USB-flashstation is correct geplaatst.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation De modus PhotoCapture activeren Druk nadat u de geheugenkaart of het USB Flash-geheugenstation hebt geplaatst op de toets (PhotoCapture). Deze licht groen op en op het LCD-scherm worden de PhotoCapture-opties weergegeven. Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven: Beelden afdrukken 13 Foto's bekijken a FOTOCAPTURE Zorg ervoor dat er een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation in de juiste sleuf is geplaatst.
Hoofdstuk 13 Index afdrukken (miniaturen) 13 c Het PhotoCapture Center™ wijst aan de afbeeldingen nummers toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3, enz.). Druk op a of b om de papierinstellingen, Papiersoort of Papierformaat te kiezen. Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u Papiersoort hebt gekozen, drukt u op OK en vervolgens op a of b om de papiersoort te kiezen die u gebruikt: Normaal papier, Inkjetpapier, Brother-fotopap. of Ander fotopapier.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation e Auto Correct Herhaal stap d totdat u de nummers van de af te drukken beelden hebt ingevoerd. 13 Auto Correct is beschikbaar voor de meeste foto's. Hiermee wordt door de machine bepaald welk effect geschikt is voor uw foto. Opmerking • U kunt de nummers tegelijk invoeren door de toets l als komma te gebruiken, of door de toets # als koppelteken te gebruiken. Voer bijvoorbeeld 1, l, 3, l, 6 in om afbeeldingen 1, 3 en 6 af te drukken.
Hoofdstuk 13 Verbeter Huid-Toon 13 Verbeter Huid-Toon is met name bedoeld om portretfoto's aan te passen. Hiermee wordt de huidskleur van personen in uw foto's gedetecteerd en wordt het beeld aangepast. a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation in de juiste sleuf is geplaatst. Druk op b c d e Verbeter Landschap Verbeter Landschap is met name bedoeld om foto's van landschappen aan te passen.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Rood-oog Verw. 13 Hiermee worden ogen in uw foto's automatisch gedetecteerd en worden rode ogen verwijderd. e Druk op a of b om het aantal kopieën te verhogen of te verlagen. f Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op OK en wijzig de printinstellingen. (Zie pagina 89.) Opmerking In sommige gevallen worden rode ogen mogelijk niet verwijderd. Als u geen instellingen wilt wijzigen, drukt u op Colour Start om af te drukken.
Hoofdstuk 13 Sepia 13 Zoeken op Datum 13 U kunt de kleur van een foto converteren naar sepia. U kunt foto's zoeken op basis van de datum. a a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation in de juiste sleuf is geplaatst. Druk op Druk op a of b om Foto-effecten te selecteren. Druk op OK. c Druk op d of c om uw foto te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Sepia te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om het aantal kopieën te verhogen of te verlagen.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Alle foto's afdrukken 13 U kunt alle foto's op uw geheugenkaart afdrukken. a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation in de juiste sleuf is geplaatst. Druk op b c d Slideshow 13 Met Slideshow kunt u al uw foto's op het LCDscherm weergeven. U kunt ook een foto kiezen tijdens de bewerking. a (PhotoCapture). Zorg ervoor dat er een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation in de juiste sleuf is geplaatst.
Hoofdstuk 13 Trimming 13 U kunt een foto bijsnijden en een deel van het beeld afdrukken. Opmerking Als een foto erg klein of onregelmatig van vorm is, kunt u deze mogelijk niet bijsnijden. Op het LCD-scherm wordt Beeld te klein. of Beeld te lang. weergegeven. Afdrukken in DPOF-formaat DPOF betekent Digital Print Order Format. Vooraanstaande producenten van digitale camera's (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd., Matsushita Electric Industrial Co. Ltd.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation PhotoCapture Center™-printinstellingen 13 U kunt de printinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende afdruk. De machine schakelt na 3 minuten over naar de standaardinstellingen of naar de faxmodus als u de tijdklokstand hebt ingesteld. (Zie Tijdklokstand op pagina 21.) Opmerking U kunt de printinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te stellen.
Hoofdstuk 13 Menuselecties Contrast (Wordt niet weergegeven wanneer Foto-effecten geselecteerd is.) Kleur aanpass. (Wordt niet weergegeven wanneer Foto-effecten geselecteerd is.) Bijsnijd(crop) Zonder rand Nieuwe standaard Fabrieksinstell. Opties 1 Opties 2 — Pagina 91 Aan/Uit — 91 — — — — 92 93 93 93 Witbalans Scherpte Kleurdensiteit Stop wijziging Aan/Uit Aan/Uit Ja/Nee Ja/Nee Afdruksnelheid en -kwaliteit a Druk op a of b om Printkwaliteit te selecteren. Druk op OK.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation d Helderheid, contrast en kleur instellen Helderheid a b c a Druk op a of b om Kleur aanpass. te selecteren. Druk op OK. b Ga op een van de volgende manieren te werk: 13 13 Als u de witbalans, scherpte of kleurdichtheid wilt aanpassen, drukt u op d of c om Aan te selecteren, en gaat u vervolgens naar stap c. Druk op d of c om de kopie lichter of donkerder te maken. Druk op OK.
Hoofdstuk 13 Opmerking • Witbalans Met deze instelling bepaalt u de tint van de witte vlakken in een beeld. Het licht, de instellingen van de camera en andere zaken bepalen de tint wit. De witte vlakken van een foto kunnen er een beetje roze of geelachtig uitzien, of naar een andere kleur neigen. Met deze instelling kunt u dat effect corrigeren en de witte vlakken weer zuiver wit maken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Afdrukken zonder rand 13 Met deze optie wordt het afdrukgebied uitgebreid naar de randen van het papier. Het afdrukken zal iets langer duren. a Druk op a of b om Zonder rand te selecteren. Druk op OK. b Druk op a of b om Uit (of Aan) te kiezen. Druk op OK. c Als u geen andere instellingen wilt wijzigen, drukt u op Colour Start om af te drukken.
Hoofdstuk 13 Scannen naar geheugenkaarten of USB Flashgeheugenstations De scanmodus activeren Scannen naar een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation 13 13 Als u wilt scannen naar een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation, drukt u op (Scan). Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven: Scan nr e-mail Scan naar beeld Scan naar OCR Scan nr file Scan nr Media U kunt monochrome documenten en documenten in kleur naar een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation scannen.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation c Druk op d Druk op a of b om Scan nr Media te selecteren. Druk op OK. e Ga op een van de volgende manieren te werk: (Scan). Ga naar stap f als u de kwaliteit wilt wijzigen. Druk op Mono Start of Colour Start om te beginnen met scannen zonder nog meer instellingen te wijzigen. f Druk op a of b om 150dpi Kleur, 300dpi Kleur, 600dpi Kleur, 200x100dpi z/w of 200dpi z/w te kiezen. Druk op OK.
Hoofdstuk 13 Uitleg bij de foutmeldingen Onbruikb. app. 13 Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u met PhotoCapture Center™ werkt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen. Hub is onbruikbaar. Deze melding wordt weergegeven als een hub of een USB-flashstation met een hub in de USB Direct-interface is geplaatst.
14 Foto's afdrukken vanaf een camera Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridgecamera 14 Uw digitale camera instellen 14 14 Controleer of uw camera zich in PictBridgemodus bevindt. De volgende PictBridgeinstellingen zijn mogelijk beschikbaar via het LCD-scherm van uw PictBridge-compatibele camera. Afhankelijk van uw camera zijn bepaalde instellingen wellicht niet beschikbaar. Uw Brother-machine ondersteunt de PictBridge-standaard.
Hoofdstuk 14 Instellingen Opties Papierformaat 10x15cm Papiersoort Glanzend papier Layout Zonder marges: Aan Afdrukkwaliteit Fijn Kleurverbetering Uit Deze instelling wordt ook gebruikt als er geen menuopties beschikbaar zijn op uw camera. Foto's afdrukken 14 Opmerking Verwijder geheugenkaarten of een USB Flash-geheugenstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit. a De naam en de beschikbaarheid van elke instelling zijn afhankelijk van de specificatie van de camera.
Foto's afdrukken vanaf een camera Afdrukken in DPOF-formaat DPOF betekent Digital Print Order Format. Vooraanstaande producenten van digitale camera's (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd., Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en Sony Corporation) hebben deze standaard ontwikkeld om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen.
Hoofdstuk 14 Foto's afdrukken Opmerking Verwijder geheugenkaarten of een USB Flash-geheugenstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit. a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw camera aan op de USB Direct-interface (1) op de machine door middel van de USB-kabel. 14 Uitleg bij de foutmeldingen Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u vanaf een camera afdrukt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Paragraaf V Software Software- en netwerkfuncties V 102
15 Software- en netwerkfuncties 15 De cd-rom bevat de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld printen en scannen). Deze handleidingen bevatten eenvoudig te gebruiken koppelingen, die u rechtstreeks naar een bepaalde sectie leiden als u erop klikt.
Paragraaf VI Appendixen Veiligheid en wetgeving Problemen oplossen en routineonderhoud Menu en functies Specificaties Verklarende woordenlijst VI 104 113 138 153 165
A Veiligheid en wetgeving Een geschikte plaats kiezen Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C en 35°C blijft. VOORZICHTIG • Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. • Plaats de machine niet op een tapijt.
Veiligheid en wetgeving Veilig gebruik van de machine A A Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u onderhoud gaat verrichten. WAARSCHUWING Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de binnenkant van de machine reinigt of u het telefoonsnoer eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd. Zo kunt u een elektrische schok voorkomen. Raak de stekker NOOIT met natte handen aan.
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen. Plaats uw handen NOOIT op de rand van de papierlade onder het deksel van de uitvoerlade. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen. Raak de papierinvoerrol NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Veiligheid en wetgeving Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen. Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand aan iedere kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NOOIT door het scannerdeksel vast te houden. Gebruik GEEN ontvlambare stoffen en geen spray om de binnenkant of de buitenkant van de machine schoon te maken.
WAARSCHUWING • Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn uit het stopcontact is getrokken. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een stopcontact voor een telefoon nooit op een vochtige plaats. • Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact.
Veiligheid en wetgeving 8 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals die op het etiket staat aangegeven. Als u niet zeker weet welke soort stroom geleverd wordt, neem dan contact op met uw leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. 9 Gebruik alleen het stroomsnoer dat bij de machine is geleverd. 10 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel.
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt. Waarschuwing: deze machine moet worden geaard.
Veiligheid en wetgeving Wettelijke beperkingen voor kopiëren A Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © 2007 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corpration in de V.S. en andere landen.
B Problemen oplossen en routineonderhoud B Problemen oplossen B B Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.
Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties Tekens en regels overlappen elkaar. De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 134.) Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef. Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de papiergeleiders aan de zijkant goed staan afgesteld. (Zie Papier en andere media laden op pagina 14.) Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed is geïnstalleerd.
Problemen oplossen en routineonderhoud Ontvangen faxen afdrukken Probleem Suggesties Tekst staat te dicht op elkaar en witte strepen op de pagina, of de boven- en onderkant van tekst ontbreken. Mogelijk was de verbinding slecht, met statische elektriciteit of interferentie op de telefoonlijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden. Verticale zwarte lijnen bij ontvangst. De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn.
Faxen verzenden Probleem Suggesties Kan geen fax versturen. Controleer of het telefoonsnoer correct is aangesloten. Controleer of de toets Fax activeren op pagina 30.) brandt. (Zie Faxmodus Vraag de andere partij te controleren of de ontvangende machine over papier beschikt. Druk het verzendrapport af en controleer of er fouten worden gemeld. (Zie Rapporten op pagina 65.) In het verzendrapport staat ‘Result:ERROR’. Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn.
Problemen oplossen en routineonderhoud Inkomende oproepen afhandelen (Vervolg) Probleem Suggesties Speciale functies op een enkele lijn. Als u 'Wisselgesprekken', 'Wisselgesprekken en/of nummerweergave' , een alarmsysteem of andere speciale functies op een enkele telefoonlijn gebruikt, kan dit problemen opleveren bij het versturen of ontvangen van faxen.
Problemen met PhotoCapture Center™ Probleem Suggesties Verwisselbare schijf werkt niet naar behoren. 1 Hebt u de update voor Windows ® 2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk als dat niet zo is: 1) Koppel de USB-kabel los. 2) Installeer de update voor Windows® 2000 op een van de volgende manieren. Installeer MFL-Pro Suite vanaf de CD-ROM. (Zie installatiehandleiding.) Download het meest recente servicepack van de Microsoft-website.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmeldingen B Zoals met alle verfijnde kantoorproducten, kunnen er fouten optreden. In dergelijke gevallen kan de machine de fout doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen. De meeste fouten kunt u zelf corrigeren. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Foutmelding Document nazien Formaat nazien Geen antw/Bezet Geen beller ID Geen bestand Geen contact Geen patroon Geheugen vol Oorzaak Het document is niet goed geplaatst of het document dat via de ADF is gescand, was te lang. U gebruikt een verkeerd papierformaat. Het gebelde nummer antwoordt niet of is bezet. Er zijn geen inkomende gesprekken in het geheugen. U hebt geen oproepen ontvangen of u bent niet geabonneerd op de service voor nummerweergave van uw telefoonbedrijf.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Media fout Oorzaak De geheugenkaart is defect, slecht geformatteerd of er is een probleem met de geheugenkaart. Media is vol. De geheugenkaart of het USB Flash-geheugenstation bevat al 999 bestanden. Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in het geheugen van de machine. Niet opgeslagen U hebt geprobeerd een snelkiesnummer te gebruiken dat niet is opgeslagen. Er is een defect apparaat op de USB Direct-interface aangesloten. Onbruikb. app. Appar.
Foutmelding Reinigen onmog. XX Opstartprobleem XX Print onmogelijk XX Scan onmogelijk XX Temperatuur hoog Temperatuur laag Oorzaak De machine heeft een mechanisch probleem. Wat te doen Open het scannerdeksel en verwijder vreemde voorwerpen uit de machine. Als de foutmelding aanhoudt, gaat u op een van de volgende manieren te werk: —OF— Er bevindt zich een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier, in de machine. De printkop is te warm. De printkop is te koud.
Problemen oplossen en routineonderhoud Faxen naar een andere faxmachine versturen c B Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld, kunt u de faxoverbrengingsstand niet gebruiken. a Druk op Stop/Exit om de fout tijdelijk te onderbreken. b c Druk op Menu. d e f d Druk op a of b om Service te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Dataoverdracht te selecteren. Druk op OK. Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u wilt afsluiten en de faxen in het geheugen wilt bewaren, drukt u op 2.
Vastgelopen document B Documenten kunnen vastlopen in de ADF als ze niet correct zijn geplaatst of ingevoerd, of als ze te lang zijn. Ga als volgt te werk om vastgelopen papier te verwijderen. Het document is boven in de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Open het ADF-deksel. Het document is in de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Til het documentdeksel op. d e Sluit het documentdeksel.
Problemen oplossen en routineonderhoud b Trek het vastgelopen papier (1) eruit en druk op Stop/Exit. 1 VOORZICHTIG Leg de klep ter verwijdering van vastgelopen papier NIET ondersteboven neer, zoals in de illustratie. De klep kan hierdoor beschadigd raken, waardoor het papier kan vastlopen. Als u het vastgelopen papier niet vanaf de voorkant kunt verwijderen, of als de foutmelding op het LCDscherm blijft verschijnen nadat u het vastgelopen papier verwijderd hebt, ga dan naar de volgende stap.
e Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan weerszijden van de machine om het scannerdeksel (1) op te tillen totdat het in de open stand vergrendeld is. Zorg dat er geen vastgelopen papier in de machine achterblijft. Kijk beide kanten van de inktpatroonhouder na. g Duw de papierlade stevig terug in de machine. Opmerking Trek de papiersteun uit tot u de klik hoort.
Problemen oplossen en routineonderhoud Storing op de telefoonlijn Als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van een fax, bijvoorbeeld vanwege ruis op de telefoonlijn, wijzigt u de compatibiliteitsinstelling, waardoor de modemsnelheid wordt verminderd ter voorkoming van fouten. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Diversen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Compatibel te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Normaal (of Minimaal) te selecteren.
b Duw de ontgrendelingshendel naar beneden en verwijder de inktcartridge voor de kleur die op het LCD-scherm getoond wordt. d Verwijder het gele beschermkapje (1). 1 Onjuiste configuratie Raak het gebied uit de onderstaande afbeelding NIET aan. Opmerking c Als het gele beschermkapje loskomt terwijl u de verpakking opent, zal de cartridge niet beschadigd worden. Open de verpakking met de nieuwe inktcartridge voor de kleur die op het LCD-scherm wordt getoond, en haal vervolgens de inktcartridge eruit.
Problemen oplossen en routineonderhoud f Til de ongrendelingshendel op en duw erop tot u een klik hoort, en sluit vervolgens het deksel van de inktcartridge. VOORZICHTIG Verwijder GEEN inktcartridges, als deze niet vervangen hoeven te worden. Als u dit toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit. Raak de houders voor de cartridges NIET aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op uw huid achterlaten.
De buitenkant van de machine schoonmaken Maak de buitenkant van de machine als volgt schoon: B a VOORZICHTIG Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen. Reiniging met vloeistoffen die vervliegen, zoals verdunner of benzine, beschadigt de buitenkant van de machine. Trek de papierlade (1) volledig uit de machine. 1 Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten. Gebruik GEEN isopropylalcohol om het bedieningspaneel schoon te maken. Het paneel kan barsten.
Problemen oplossen en routineonderhoud De scanner reinigen a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de glasplaat (2) en het witte plastic (3) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger. 1 3 2 b B De geleiderol van de machine reinigen B WAARSCHUWING B Haal het netsnoer van de machine uit het stopcontact voordat u de geleiderol (1) schoonmaakt. Als op of rond de geleiderol inkt is gemorst, veegt u deze af met een zachte, droge, pluisvrije doek.
De invoerrol voor papier reinigen c B a Trek de papierlade volledig uit de machine. b Haal het netsnoer van de machine uit het stopcontact en verwijder de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1). Maak de invoerrol voor papier (1) schoon met schoonmaakalcohol op een wattenstaafje. 1 1 VOORZICHTIG Leg de klep ter verwijdering van vastgelopen papier niet ondersteboven neer, zoals in de illustratie. De klep kan hierdoor beschadigd raken, waardoor het papier kan vastlopen.
Problemen oplossen en routineonderhoud De printkop reinigen De printkop wordt automatisch gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces handmatig starten. Als er op de afgedrukte pagina's een horizontale streep door tekst of grafisch werk loopt, dient u de printkop en de inktcartridges te reinigen. U kunt alleen Zwart, drie kleuren tegelijk (Cyaan/Geel/Magenta), of alle vier kleuren tegelijk reinigen.
h i j U wordt gevraagd of u wilt beginnen met reinigen. Druk op 1 (Ja). De machine begint de printkop te reinigen. Druk na het reinigen op Colour Start. De machine zal nu de Testpagina afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en vervolgens terugkeren naar stap e. Druk op Stop/Exit. Als u deze procedure minimaal vijf keer herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog steeds slecht is, vervang dan de inktcartridge voor de geklonterde kleur. Na het vervangen van de inktcartridge, de afdrukkwaliteit controleren.
Problemen oplossen en routineonderhoud Het inktvolume controleren B Het inktniveau wordt door middel van een pictogram op het LCD-scherm weergegeven. U kunt echter ook de toets Ink Management gebruiken om een groot diagram te bekijken waarin wordt aangegeven hoeveel inkt elke cartridge bevat. a b c De machine inpakken en vervoeren B Wanneer u de machine transporteert, gebruik dan het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal van de machine. Als u de machine niet goed inpakt, kan uw garantie vervallen.
VOORZICHTIG g Til het scannerdeksel op om de vergrendeling (1) los te maken. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig naar beneden (2) en sluit het scannerdeksel (3). h Verpak de machine in de plastic tas en doe deze in de originele doos met het originele verpakkingsmateriaal. Als u de gele bescherming niet kunt vinden, mag u de inktcartridges NIET verwijderen als u de machine gaat vervoeren.
Problemen oplossen en routineonderhoud i Verpak de afgedrukte materialen in de originele doos zoals hieronder aangegeven. Plaats de gebruikte inktcartridges niet in de doos. B j Sluit de doos en maak deze dicht met verpakkingstape.
C Menu en functies Programmeren op het scherm C Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig via het LCD-scherm kan worden geprogrammeerd met behulp van de menutoetsen. Programmeren via het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van uw machine optimaal te benutten. Modus- en menutoetsen gebruiken Het hoofdmenu openen. Op het scherm worden stapsgewijze aanwijzingen weergegeven om u te helpen uw machine te programmeren.
Menu en functies Menutabel C De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. Menu ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Standaardinst. Tijdklokstand — Uit Hiermee kunt u de tijd instellen om terug te keren naar de faxmodus. 21 Hiermee kunt u de papiersoort in de papierlade instellen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Standaardinst. LCD-instell. LCD Contrast Licht Hiermee stelt u het contrast van het LCDscherm af. 24 Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen. 24 U kunt instellen hoe lang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden na de laatste druk op een toets. 25 U kunt instellen hoe lang het LCD-scherm ingeschakeld blijft na de laatste druk op een toets.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Fax Ontvangstmenu Afstandscode Aan* U kunt alle telefoontjes op een tweede of een extern toestel aannemen en deze codes gebruiken om de machine te activeren of deactiveren. U kunt deze codes wijzigen. 48 Verkleint het formaat van inkomende faxen. 40 Hiermee worden alle inkomende faxen automatisch in het geheugen opgeslagen, als het papier op is. 41 Begininstellingen voor het verzendrapport en het faxjournaal.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Fax Diversen Compatibel Normaal* Regelt de modemsnelheid om verzendproblemen te verhelpen. 127 De laatste 30 bellers in Nummerweergave bekijken of afdrukken. 43 Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. (Vervolg) Minimaal (Vervolg) Beller ID Aan* Uit Toon telefoon nrs Print rapport LAN TCP/IP BOOT Method Autom.* Statisch RARP BOOTP DHCP IP Address [000-255].
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina LAN TCP/IP WINS Server (Vervolg) (Vervolg) (Primary) 000.000.000.000 Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire server. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. (Secondary) 000.000.000.000 DNS Server (Primary) 000.000.000.000 (Secondary) 000.000.000.000 APIPA Aan* Uit Setup Misc. Ethernet Auto* 100B-FD Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire server.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Stand.instel. Kiestoon — Detectie Schakelt kiestoonherkenning in of uit. 126 GEEN detectie* Normaal* Kies het type telefoonlijn. 44 Hiermee kunt u de meldingen op het LCD scherm in een andere taal weergeven. Raadpleeg de installatie handleiding (Vervolg) Tel lijn inst — PBX ISDN Taalkeuze — Nederlands* Frans Engels De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Overzicht beller Fax versturen — — U kunt een nummer selecteren in het overzicht met oproepgegevens om er een fax naar te verzenden, het toe te voegen aan de snelkiestoetsen, of het te verwijderen. 51 — — U kunt hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden. 32 — Aan Het tijdstip instellen (in 24-uursformaat) waarop de uitgestelde faxen worden verzonden.
Scan ( ) Niveau1 Opties1 Opties2 Opties3 Omschrijvingen Pagina Scan nr e-mail — — — U kunt een monochroom document of een document in kleur naar uw emailtoepassing scannen. Scan naar beeld — — — U kunt een afbeelding in kleur naar uw grafische toepassing scannen. Zie de softwarehandleiding op de cd-rom. Scan naar OCR — — — U kunt een tekstdocument converteren naar een bewerkbaar tekstbestand.
Menu en functies Kopie ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Kwaliteit — — Snel Hiermee kunt u de kopieerresolutie voor uw type document selecteren. 71 U kunt het vergrotings- of verkleiningspercentage voor uw type document selecteren. 71 Selecteer de papiersoort die overeenkomt met het papier in de lade. 75 Selecteer het papierformaat dat overeenkomt met het papier in de lade. 75 Hiermee kunt de helderheid van kopieën aanpassen. 74 Normaal* Fijn Vergr.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Contrast — — Opties +2 +1 Omschrijvingen Pagina Hiermee kunt het contrast van kopieën aanpassen. 74 Hiermee kunt u de hoeveelheid rood in kopieën aanpassen. 74 -1 -2 Pas kleur aan Rood — +2 +1 -1 -2 Groen — +2 +1 Hiermee kunt u de hoeveelheid groen in kopieën aanpassen. -1 -2 Blauw — +2 +1 Hiermee kunt u de hoeveelheid blauw in kopieën aanpassen.
Menu en functies PhotoCapture ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Foto’s kijken — — Zie de printinstellingen in de volgende tabel. U kunt uw foto's van tevoren op het LCD-scherm bekijken. 81 Print index Papiersoort Normaal papier* — U kunt een pagina met miniaturen afdrukken. 82 Zie de printinstellingen in de volgende tabel. U kunt een afzonderlijk beeld afdrukken. 82 U kunt uw foto's aanpassen met deze instellingen. 83 Inkjetpapier C Brother-fotopap.
Printinstellingen Opties1 Opties2 Opties3 Opties4 Omschrijvingen Pagina Printkwaliteit Normaal — — Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit instellen. 90 — — Hiermee kunt u de papiersoort selecteren. 90 (wanneer A4 of Letter geselecteerd is) — Hiermee kunt u het papieren afdrukformaat selecteren. 90 — — Hiermee kunt u de helderheid instellen. 91 — — Hiermee kunt u het contrast instellen. 91 Foto* Papiersoort Normaal papier Inkjetpapier Brother-fotopap.
Menu en functies Opties1 Opties2 Opties3 Kleur aanpass. Aan Witbalans (Wordt niet weergegeven wanneer Foto-effecten geselecteerd is.) Uit* Opties4 +2 +1 Omschrijvingen Pagina Hiermee kunt u de tint van witte vlakken aanpassen. 91 -1 -2 Scherpte +2 +1 Hiermee kunt u het detail van de afbeelding verbeteren. C -1 -2 Kleurdensiteit +2 +1 Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in de afbeelding aanpassen.
Tekst invoeren C Druk herhaaldelijk op l, # of 0, tot u het gewenste teken of symbool ziet. Tijdens het instellen van bepaalde menuselecties, zoals de Stations-ID, moet u wellicht tekst in de machine invoeren. Op de meeste kiestoetsen staan ook drie of vier letters. Op de toetsen 0, # en l staan geen letters, omdat deze toetsen voor speciale tekens worden gebruikt. U verkrijgt het gewenste teken door meermaals op de juiste kiestoets te drukken.
D Specificaties D Algemeen Geheugencapaciteit ADF (automatische documentinvoer) D 32 MB Aanbevolen omgeving voor optimale resultaten: Max.
Afdrukmedia Papierinvoer D Papierlade Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 2, transparanten 1 2 en enveloppen Papierformaat: Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B5, enveloppen (Commercial Nr.10, DL, C5, Monarch, JE4), Foto 2L, Indexkaart en Briefkaart 3. Breedte: 89 mm - 216 mm Hoogte: 127 mm - 356 mm Zie Gewicht, dikte en capaciteit papier op pagina 13 voor meer informatie.
Specificaties Fax Compatibiliteit Coderingssysteem Modemsnelheid Documentgrootte Scanbreedte Afdrukbreedte Grijswaardenschaal Pollingtypen Contrastregeling Resolutie Snelkiezen Groepsverzenden 1 Automatisch opnieuw kiezen Belvertraging Bron van communicatie Verzenden vanuit het geheugen Ontvangst zonder papier (Geh.ontvangst) D ITU-T groep 3 MH/MR/MMR/JPEG Automatische terugval 14400 bps Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm Hoogte ADF: 148 mm tot 355,6 mm Breedte glasplaat: max.
Kopiëren D Kleur/Monochroom Ja/Ja Documentgrootte Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm Hoogte ADF: 148 mm tot 355,6 mm Breedte glasplaat: max. 215,9 mm Hoogte glasplaat: max. 297 mm Breedte kopie: max. 210 mm Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s Vergroten/ verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%) Resolutie (Zwart-wit) Kan max. 600×1.200 dpi scannen Kan max. 1.200×1.200 dpi afdrukken (Kleur) Kan max. 600×1.200 dpi scannen Kan max. 600×1.
Specificaties PhotoCapture Center™ Compatibele media 1 D CompactFlash® (alleen type I) (Microdrive™ is niet compatibel) (Compacte I/O-kaarten zoals de Compact LAN-kaart en de Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.) Memory Stick® D Memory Stick Pro™ Memory Stick Duo™ met adapter MultiMediaCard™ SecureDigital 2 miniSD™ met adapter xD-Picture Card™ 3 USB Flash-geheugenstation 4 Resolutie Max. 1.200 × 2.
PictBridge Compatibiliteit D Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de Camera & Imaging Products Association. Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge voor meer informatie.
Specificaties Scanner D Kleur/monochroom Ja/Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista™) Mac OS® X 10.2.4 of recenter WIA-compatibel Ja (Windows® XP 1/Windows Vista™) Kleurintensiteit 36-bits kleurverwerking (invoer) D 24-bits kleurverwerking (uitvoer) (Werkelijke invoer: 30-bits kleur/Werkelijke uitvoer: 24-bits kleur) Resolutie Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 2 Max. 600 × 2.400 dpi (optisch) Scansnelheid Kleur: max. 6,02 sec.
Printer Printerdriver D Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista™-driver met ondersteuning voor Brother Native Compression-modus Mac OS ® X 10.2.4 of recenter: Brother-inktdriver Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi 1.200 × 2.400 dpi 1.200 × 1.200 dpi 600 × 600 dpi 600 × 300 dpi 600 × 150 dpi Afdruksnelheid Max. 30 pagina's/minuut(monochroom) 1 Max.
Specificaties Interfaces D USB Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2,0 m. 1 2 LAN-kabel 3 Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger. 1 Uw machine heeft een full-Speed USB 2.0-interfacekabel. Deze interface is compatibel met Hi-Speed USB 2.0; de maximale gegevensoverdrachtsnelheid zal echter 12 Mbits/sec. bedragen. De machine kan ook worden verbonden met een computer die over een USB 1.1-interface beschikt. 2 USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund voor Macintosh®.
Vereisten voor de computer D ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES Vereiste Aanbevolen Processor ruimte op Ondersteunde Interface Besturingssystemen hoeveelheid (minimaal) de harde functies RAM schijf 256 MB 480 MB Afdrukken, USB Windows® 1, 5 2000 Intel® Professional PC-Fax ® 10/100 Pentium II of XP Home verzenden 4 BASE-TX AMD-equivalent XP Professional Scannen, XP Professional Verwisselbare x64 Edition schijf 3 AMD Opteron™ 512 MB AMD Athlon™64 Intel® Xeon™ met Intel® EM64T Windows Vi
Specificaties Verbruiksartikelen D Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en Magenta die los staan van de printkopset. Gebruiksduur van inktcartridge Vervanging inktcartridges Wanner u de eerste keer een set inktcartridges installeert, gebruikt de machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is eenmalig en zorgt voor een hoge kwaliteit van de afdrukken.
Netwerk (LAN) D LAN U kunt uw machine op een netwerk aansluiten voor afdrukken en scannen via het netwerk, PC-Fax Verzenden en PC-Fax Ontvangen 1 (alleen Windows®). De netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light 2 wordt meegeleverd. Ondersteuning van Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista™ Mac OS ® X 10.2.
E Verklarende woordenlijst E Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft. ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Code voor activeren op afstand Toets deze code in (l 5 1) als u een faxoproep aanneemt op een extern of een tweede toestel.
ECM (Foutencorrectie) Deze functie controleert tijdens een faxtransmissie of er fouten optreden en verzendt de pagina's met fouten opnieuw. Fotoresolutie (alleen monochroom) Een resolutie die verschillende grijstinten gebruikt, zodat foto's optimaal worden gereproduceerd. Extern toestel Een antwoordapparaat of telefoontoestel dat op uw machine is aangesloten. Gebruikersinstellingen Een afgedrukt rapport met de huidige instellingen van de machine.
Verklarende woordenlijst Internationale modus In deze stand worden de faxtonen tijdelijk gewijzigd om ruis en statische elektriciteit op internationale telefoonlijnen te onderdrukken. Journaaltijd De vooraf geprogrammeerde regelmaat waarmee het faxjournaal automatisch wordt afgedrukt. U kunt het faxjournaal desgewenst ook op elk ander tijdstip printen, zonder deze instelling op te heffen. Kleurverbetering Hiermee wordt de kleur in de afbeelding aangepast.
Scannen De procedure waarmee een elektronische afbeelding van een papieren document naar uw computer wordt verzonden. Scannen naar media U kunt monochrome documenten en documenten in kleur naar een geheugenkaart of een USB Flashgeheugenstation scannen. Monochrome afbeeldingen kunnen het TIFF- of PDFbestandsformaat hebben en afbeeldingen in kleur kunnen het PDF- of JPEGbestandsformaat hebben. Snelkieslijst Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers.
F Index A C Aansluiten extern antwoordapparaat ......................45 extern toestel ........................................47 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......46 ADF (automatische documentinvoer) ................................. 9, 30 Afdrukken fax vanuit geheugen .............................41 op klein papierformaat ..........................18 problemen .................................. 113, 115 rapport ..................................................65 resolutie ...................
verzenden ...................................... 30, 66 annuleren in het geheugen ................35 contrast ..............................................33 direct verzenden ................................34 fabrieksinstellingen herstellen ............36 faxmodus activeren ............................30 handmatig ..........................................36 internationaal .....................................35 nieuwe standaardwaarden instellen ...36 resolutie ............................................
met de ADF ............................................. 9 met de glasplaat ..................................... 9 nieuwe standaardinstellingen opgeven ................................................75 paginalayout (N in 1) .............................72 papierformaat ........................................75 papiersoort ............................................75 sorteren (alleen ADF) ...........................73 standaardinstellingen herstellen ...........76 vergroten/verkleinen ..................
specificaties ........................................157 Trimming ...............................................88 vanaf PC Zie softwarehandleiding op de cd-rom. .. Voorbeeld van foto's .............................81 xD-Picture Card™ .................................78 zoeken op datum ..................................86 Zonder rand ..........................................93 PictBridge afdrukken in DPOF-formaat ..................
T Tekst invoeren .......................................152 speciale tekens ...................................152 Telefoonbeantwoorder .............................45 aansluiten .............................................46 Telefoonlijn aansluitingen .........................................46 meerdere lijnen (PBX) ..........................46 problemen ...........................................115 storing .................................................127 type ........................................
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn aangekocht.