SOFTWAREHANDLEIDING DCP-7010 DCP-7025 MFC-7225N MFC-7420 MFC-7820N Versie A
Inhoudsopgave 1 De machine als een printer gebruiken De Brother-printerdriver gebruiken ..........................................................................1-1 Uw document afdrukken..........................................................................................1-1 Printen vanuit de sleuf voor handmatige invoer .................................................1-2 Handmatig Duplex printen..................................................................................
Een document scannen met de TWAIN-driver. .......................................................2-7 TWAIN-compatibel .............................................................................................2-7 Toegang krijgen tot de scanner..........................................................................2-7 Een document naar de pc scannen....................................................................2-8 Instellingen in het scannervenster....................................................
MFC Remote Setup gebruiken (voor Windows®) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) MFC Remote Setup.................................................................................................4-1 5 Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) Faxen via de pc .......................................................................................................5-1 Gebruikersinformatie instellen....................................................
7 Uw machine met een Macintosh® gebruiken Uw Apple® Macintosh® met USB instellen ..............................................................7-1 De Brother-printerdriver met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® X) gebruiken ........7-2 De opties voor de pagina-instelling selecteren...................................................7-2 Speciale instellingen...........................................................................................7-3 De Brother-printerdriver met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® 9.
1 De machine als een printer gebruiken De Brother-printerdriver gebruiken Een printerdriver is een programma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in het formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt; dit is meestal een printeropdrachttaal of een page description language (PDL). De printerdrivers staan op de meegeleverde cd-rom. Installeer de drivers eerst aan de hand van de instructies in de installatiehandleiding.
De machine als een printer gebruiken Printen vanuit de sleuf voor handmatige invoer Opmerking ■ De machine zet automatisch de modus Handmatig Invoeren aan, wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer schuift. ■ De afbeeldingen van de machine betreffen de MFC-7420 of MFC-7820N, maar de beschrijvingen zijn op alle modellen van toepassing. 1 Stel Papierformaat, Soort Papier, Papierbron in, samen met andere instellingen in de printerdriver. Stel de Papierbron in op Manual.
De machine als een printer gebruiken Handmatig Duplex printen De machine drukt eerst alle even pagina’s af op een zijde van het papier. Daarna vraagt de Windows®-driver u (via een pop-up bericht) om het papier opnieuw te plaatsen. Voor u het papier opnieuw plaatst, moet u het goed recht leggen, anders kan het papier vastlopen. Wij adviseren geen extreem dun of dik papier te gebruiken.
De machine als een printer gebruiken Ondersteuning van Populaire Printeremulaties (alleen DCP-7025, MFC-7225N en MFC-7820N) De DCP-7025, MFC-7225N en MFC-7820N ondersteunen HP LaserJet (PCL level 6) en de BR-Script 3 (PostScript® 3™) printeremulaties. Wanneer u DOS-toepassingssoftware gebruikt, kunt u HP LaserJet (PCL level 6) of BR-Script 3 (PostScript® 3™) emulatie gebruiken voor het afdrukken.
De machine als een printer gebruiken De lijst met interne lettertypen printen U kunt een lijst printen met de interne (of residente) lettertypen van de machine, zodat u deze kunt bekijken voordat u een lettertype selecteert. 1 (voor DCP-7025) 1 2 Druk op Menu. Druk op ▲ of ▼ om 3.Printer te selecteren. Druk op Set. 3 Druk op ▲ of ▼ om 2.Printopties te selecteren. Druk op Set. 4 Druk op ▲ of ▼ om 1.Intern font te selecteren. Druk op Set. 5 6 Druk op Start. De machine print de lijst.
De machine als een printer gebruiken De lijst met printerconfiguraties printen U kunt een lijst printen met de huidige printerinstellingen. (Voor DCP-7025) 1 2 1 Druk op Menu. Druk op ▲ of ▼ om 3.Printer te selecteren. Druk op Set. 3 Druk op ▲ of ▼ om 2.Printopties te selecteren. Druk op Set. 4 Druk op ▲ of ▼ om 2.Configuratie te selecteren. Druk op Set. 5 6 Druk op Start. De machine print de lijst. Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
De machine als een printer gebruiken Standaardinstellingen herstellen U kunt de machine opnieuw instellen op de standaardinstellingen. Lettertypen en macro’s in de tijdelijke instellingen worden opgeheven. 1 (Voor DCP-7025) 1 2 Druk op Menu. Druk op ▲ of ▼ om 3.Printer te selecteren. Druk op Set. 3 Druk op ▲ of ▼ om 3.Reset printer te selecteren. Druk op Set. 4 Druk op ▲ om Herstel te selecteren —OF— Druk op ▼ om Stop te selecteren zonder wijzigingen. 5 Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
De machine als een printer gebruiken Instellingen printerdriver (voor Windows®) Opmerking Voor gebruikers van Macintosh®, zie De Brother-printerdriver met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® X) gebruiken op pagina 7-2 of De Brother-printerdriver met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® 9.1 tot en met 9.2) gebruiken op pagina 7-4. Als u vanaf uw computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ *1 Papierformaat Meerdere pag.
De machine als een printer gebruiken Functies in de PCL-printerdriver (voor Windows®) Tabblad Normaal 1 1 2 3 4 1 2 3 4 Selecteer Papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, Rand (indien aanwezig) en Afdrukstand. Selecteer het aantal Aantal en Soort papier. Selecteer de Papierbron (Eerste pagina en Andere pagina’s). Klik op de knop OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen. Als u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen, klikt u op de knop Standaard en vervolgens op de knop OK.
De machine als een printer gebruiken Rand Als u meerdere pagina's op één vel afdrukt met behulp van de functie Meerdere pagina’s, kunt u kiezen of u een rand, stippellijn of geen rand om elke pagina op het vel wilt afdrukken. Afdrukstand 1 Deze functie selecteert de stand waarin uw document zal worden afgedrukt (Staand of Liggend). Liggend Staand Aantal Hiermee selecteert u hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
De machine als een printer gebruiken Tabblad Geavanceerd 1 2 3 4 5 1 Klik op één van de volgende pictogrammen om de desbetreffende functie in te stellen: 1 Afdrukkwaliteit 2 Duplex 3 Watermerk 4 Pagina-instelling 5 Opties apparaat Opmerking Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op de knop Standaard.
De machine als een printer gebruiken Afdrukkwaliteit Resolutie U kunt de resolutie als volgt instellen: 1 ■ HQ 1200 ■ 600 dpi ■ 300 dpi Toner-bespaarstand U kunt kosten besparen door de tonerbespaarstand aan te zetten. Hierdoor wordt de printdichtheid verlaagd. Afdrukinstellingen U kunt de printerinstelling handmatig wijzigen. ■ Auto Wanneer u de knop Auto (Aanbevolen) selecteert, kunt u automatisch printen met de meest geschikte printerinstellingen voor uw printtaak.
De machine als een printer gebruiken Duplex De PCL-printerdriver ondersteunt handmatig duplex printen. Handmatig Duplex 1 Controleer Handmatig tweezijdig afdrukken. In deze stand print de machine eerst alle pagina’s met even nummers. Dan stopt de printerdriver en worden de instructies weergegeven om het papier opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK klikt, worden de oneven pagina’s geprint. Soort duplex Voor iedere afdrukstand zijn zes soorten duplex beschikbaar.
De machine als een printer gebruiken Watermerk U kunt een logo of tekst als watermerk op uw document afdrukken. U kunt één van de voorgeprogrammeerde watermerken selecteren of een zelf gemaakt bitmap-bestand of tekst gebruiken. 1 Selecteer Watermerk gebruiken en selecteer vervolgens het watermerk dat u wilt gebruiken. Transparant Selecteer Transparant om het watermerk op de achtergrond van uw document af te drukken.
De machine als een printer gebruiken Pagina-instelling Schaal U kunt de afdrukgrootte van uw document wijzigen met de functie Scaling. 1 ■ Selecteer Uit als u het document wilt afdrukken zoals het op uw scherm wordt weergegeven. ■ Vink Aanpassen aan papierformaat aan als uw document een ongebruikelijk formaat heeft, of als u alleen het standaardpapierformaat hebt. ■ Selecteer Vrij als u het formaat wilt wijzigen.
De machine als een printer gebruiken Snelle printerinstelling Met de functie Snelle printerinstelling kunt u snel driverinstellingen selecteren. Als u de instellingen wilt bekijken, klikt u gewoon met de muis op het pictogram op de taakbalk. Deze functie kan worden ingesteld op Aan of Uit via Opties apparaat. 1 Statusvenster Hiermee wordt de status van de machine (eventuele storingen van de machine) tijdens het afdrukken weergegeven. De standaardinstelling voor de Status Monitor is uit.
De machine als een printer gebruiken Beheerder (alleen voor gebruikers van Windows® 98/98SE/Me) Met de functie van beheerder kunnen de functies kopiëren, schaal en watermerk worden vergrendeld en met een wachtwoord worden beveiligd. 1 Opmerking Noteer uw wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats voor toekomstige referentie. Wanneer u uw wachtwoord vergeet, hebt u geen toegang tot deze instellingen.
De machine als een printer gebruiken Datum & tijd afdrukken Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden de datum en de tijd die uw computerklok aangeeft automatisch op het document afgedrukt. 1 Klik op de knop Instelling om Datum, Tijd, Positie en Lettertype te wijzigen. Als u voor Datum en Tijd een achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Opaak. Wanneer Opaak is geselecteerd, kunt u Contrast van de achtergrond voor Datum en Tijd instellen door het percentage te wijzigen.
De machine als een printer gebruiken Tabblad Ondersteuning Het tabblad Ondersteuning geeft informatie over de versie en instellingen van de driver. Verder staan hier ook links naar de website Brother Solutions Center en websites voor de nieuwste drivers.
De machine als een printer gebruiken Functies van de PS (PostScript®) Brother -printerdriver (alleen DCP-7025, MFC-7225N en MFC-7820N) (voor Windows®) 1 De BR-Script 3 (PostScript® 3™ taalemulatie)-driver ondersteunt Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP en Windows NT® 4.0.
De machine als een printer gebruiken Tabblad Layout Als u Windows NT® 4.0, Windows® 2000 of XP gebruikt, kunt u toegang verkrijgen tot het tabblad Indeling door te klikken op Voorkeursinstellingen in het Algemeen tabblad van het scherm Brother MFC-XXXX or DCP-XXXX BR-Script3 Eigenschappen. 1 Met behulp van het tabblad Indeling kunt u verschillende instellingen van de layout wijzigen, zoals Afdrukstand, Paginavolgorde en Pagina's per vel. Tabblad Papier / Kwaliteit Als u Windows NT® 4.
De machine als een printer gebruiken Status Monitor (alleen Windows®) Het hulpprogramma Status Monitor is een software tool die geconfigureerd kan worden om de status van één of meer apparaten te monitoren, waardoor u onmiddellijk bericht ontvangt van storingen zoals papierstoring of papier op.
2 Scannen bij gebruik van Windows® Opmerking De scanfuncties en de drivers kunnen variëren, afhankelijk van uw besturingssysteem. 2 Voor Windows® XP Er zijn twee scanners geïnstalleerd. Windows Imaging Acquisition (WIA) driver (Zie Een document scannen met WIA-driver (alleen voor Windows® XP) op pagina 2-2.) en een TWAIN-compatibile scannerdriver (Zie Een document scannen met de TWAIN-driver. op pagina 2-7.
Scannen bij gebruik van Windows® Een document scannen met WIA-driver (alleen voor Windows® XP) WIA-compatibel 2 Windows® XP gebruikt Windows® Image Acquisition (WIA) voor het scannen van beelden vanaf de machine. U kunt beelden rechtstreeks naar de PaperPort® 9.0SE viewer scannen, die door Brother bij uw machine werd geleverd, of u kunt beelden rechtstreeks naar andere softwaretoepassingen scannen als deze WIA of TWAIN ondersteunen.
Scannen bij gebruik van Windows® Een document naar de pc scannen (voor MFC-7225N) 1 2 3 Uw document laden. Selecteer het type afbeelding (B). 2 A Selecteer het Paginaformaat in de keuzelijst (D). B C D 4 Als u geavanceerde instellingen wenst te maken, klikt u op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (C). U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie en Type afbeelding selecteren in Geavanceerde eigenschappen. Klik op de knop OK nadat u alle instellingen hebt gekozen.
Scannen bij gebruik van Windows® Een document naar de pc scannen (alleen DCP-7010, DCP-7025, MFC-7420 en MFC-7820N) U kunt op twee manieren een hele pagina scannen. U kunt de ADF (automatische documentinvoer) of de glasplaat gebruiken. (ADF is niet beschikbaar voor DCP-7010.) Wanneer u een deel van de pagina wilt scannen en vervolgens wilt trimmen nadat u het document snel vooraf hebt gescand, plaatst u het document op de glasplaat (flatbed).
Scannen bij gebruik van Windows® Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte te trimmen via de glasplaat (alleen DCP-7010, DCP-7025, MFC-7420 en MFC-7820N) De knop Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u alle ongewenste delen kunt trimmen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Scan in het scannervenster om het beeld te scannen. 1 2 Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Scannen bij gebruik van Windows® Brother scannerhulpprogramma (niet beschikbaar voor MFC-7225N) Het Scanner Toepassing wordt gebruikt om de scannerdriver te configureren voor resoluties die hoger zijn dan 1200 dpi en om het maximum papierformaat te wijzigen. Wanneer u Legal wil instellen als standaardformaat, kunt u de instelling met dit hulpprogramma wijzigen. De nieuwe instellingen gelden pas nadat u uw pc opnieuw heeft gestart.
Scannen bij gebruik van Windows® Een document scannen met de TWAIN-driver. TWAIN-compatibel De software voor Brother MFL-Pro Suite wordt geleverd met een TWAIN-compatibele scannerdriver. TWAIN-drivers voldoen aan het algemene universele protocol voor communicatie tussen scanners en softwaretoepassingen. Dit betekent dat u niet alleen beelden rechtstreeks kunt scannen naar de PaperPort® 9.
Scannen bij gebruik van Windows® Een document naar de pc scannen U kunt een hele pagina scannen —OF— 2 een deel van de pagina scannen nadat u het document snel (vooraf) hebt gescand. Een hele pagina scannen 1 2 Uw document laden.
Scannen bij gebruik van Windows® Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte te trimmen De knop Vooraf scannen wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u alle ongewenste delen kunt trimmen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de knop Start in het scannervenster om het beeld te scannen. 1 2 Uw document laden. Scanvlak 2 Selecteer de instellingen voor Beeldtype, Resolutie, Type scan, Helderheid, Contrast en Document grootte, zoals gewenst.
Scannen bij gebruik van Windows® Instellingen in het scannervenster Beeldtype Selecteer het type uitgevoerde beeld in Foto, Web of Tekst. Resolutie en Type scan zal worden gewijzigd voor iedere standaardinstelling. De standaardinstellingen zijn als volgt: (Voor DCP-7010, DCP-7025, MFC-7420 en MFC-7820N) Beeldtype Resolutie Type scan Foto Selecteer dit als u foto’s scant. 300 x 300 dpi 24-bitskleur Web Selecteer dit als u het gescande beeld aan webpagina’s wilt toevoegen.
Scannen bij gebruik van Windows® Type scan Zwart-wit: Stel het scantype in op Zwart-wit voor tekst of lijntekeningen. Grijstinten: Stel het scantype in op Grijs (Foutdiffusie) of Ware grijstinten voor foto’s. Kleuren: Stel dit in op: (niet beschikbaar voor MFC-7225N) 256 kleuren, waarmee maximaal 256 kleuren worden gescand, of 24-bitskleur waarmee maximaal 16,8 miljoen kleuren worden gescand.
Scannen bij gebruik van Windows® Document grootte Stel de grootte in op één van de volgende instellingen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ A4 210 x 297 mm JIS B5 182 x 257 mm Letter 8 1/2 x 11 in Legal 8 1/2 x 14 in A5 148 x 210 mm Executive 7 1/4 x 10 1/2 in Business Card Foto 4 x 6 in Foto 2 5 x 8 in Foto L 89 x 127 mm Foto 2L 127 x 178 mm Briefkaat 2 Wanneer uw machine van het flatbed-type is (met uitzondering van MFC-7225N), kunt u visitekaartjes scannen.
Scannen bij gebruik van Windows® De scantoets gebruiken (voor gebruik van USB of parallelle kabel) Opmerking Als u de Scantoets in een netwerk gebruikt, raadpleeg dan De scantoets gebruiken op pagina 6-3. Met de toets Scan op het bedieningspaneel kunt u documenten naar uw tekstverwerker, grafische toepassing, e-mailprogramma’s of een map op de computer scannen. Het voordeel van de toets Scan is dat u kunt scannen zonder met de muis te klikken, zoals het geval is bij scannen vanaf uw computer.
Scannen bij gebruik van Windows® Naar beeld scannen U kunt een afbeelding naar uw grafische toepassing scannen en deze vervolgens bekijken en bewerken. U kunt de configuratie voor het scannen wijzigen. (Zie Beeld (voorbeeld: Microsoft Paint) op pagina 3-4.) 1 2 3 2 Uw document laden. Druk op Scan. Druk op ▲ of ▼ om Scan naar beeld te selecteren. Druk op Menu/Set of Set. De machine begint het document te scannen.
Scannen bij gebruik van Windows® ScanSoft® PaperPort® 9.0SE en OmniPage® OCR gebruiken ScanSoft® PaperPort® 9.0SE voor Brother is een toepassing voor het beheren van documenten. U kunt PaperPort® 9.0SE gebruiken voor het weergeven van gescande documenten. 2 PaperPort® 9.0SE heeft een geavanceerd, maar gebruiksvriendelijk beheersysteem voor het organiseren van grafische afbeeldingen en tekstdocumenten.
Scannen bij gebruik van Windows® Items bekijken In ScanSoft® PaperPort® 9.0SE kunt u items op diverse manieren bekijken: Bureaubladbeeld toont een miniatuurweergave van elk item op een bureaublad of in een map. 2 Items in de geselecteerde map worden op het bureaublad van PaperPort® 9.0SE weergegeven. Er worden PaperPort® 9.0SE-items (MAX-bestanden) weergegeven, maar ook andere items die niet in PaperPort® 9.0SE zijn gemaakt (bestanden die in andere toepassingen zijn gemaakt).
Scannen bij gebruik van Windows® Snelle koppelingen naar andere toepassingen ScanSoft® PaperPort® 9.0SE zal de meeste andere toepassingen op uw computer automatisch herkennen en daar een koppeling voor maken. Op de balk Verzenden Naar onderaan het scherm bureaublad staan pictogrammen van de toepassingen waarnaar een snelkoppeling is gemaakt. Als u een koppeling wilt gebruiken, sleept u een item naar één van de pictogrammen om de desbetreffende toepassing op te starten.
Scannen bij gebruik van Windows® Items in andere formaten exporteren U kunt PaperPort® 9.0SE-items in diverse populaire bestandsformaten exporteren of opslaan, bijvoorbeeld BMP, JPEG, TIFF, PDF en zichzelf uitpakkende bestanden. U kunt bijvoorbeeld een bestand voor een webpagina maken en dit als een JPEG-bestand exporteren. Webpagina's gebruiken voor het weergeven van beelden vaak JPEG-bestanden.
3 Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) ControlCenter2.0 3 Het ControlCenter2.0 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot uw meest gebruikte programma’s. Met het ControlCenter2.0 worden deze toepassingen automatisch geladen. Het ControlCenter2.0 heeft zes categorieën met functies: 1 2 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail, tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze. 3 4 Toegang tot de kopieerfuncties via uw computer.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) Het automatisch laden in ControlCenter2.0 uitschakelen Als u het ControlCenter2.0 via het startmenu hebt gestart, verschijnt het pictogram op de taakbalk. U kunt het venster ControlCenter2.0 openen door te dubbelklikken op het pictogram . Als u niet wilt dat het ControlCenter2.0 automatisch wordt gestart als de computer wordt gestart; 1 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram ControlCenter2.0 selecteer Voorkeuren.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) KOPIE Kopie — hiermee kunt u de pc en een printerdriver voor geavanceerde kopieerbewerkingen gebruiken. U kunt de pagina op de machine scannen en de kopieën afdrukken met een van de functies van de printerdriver van de machine—OF—u kunt de kopieën naar een standaard printerdriver verzenden die op de pc is geïnstalleerd, ook netwerkprinters. U kunt de gewenste instellingen op maximaal vier toetsen configureren.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) SCAN Dit gedeelte bevat vier knoppen voor de toepassingen Scannen naar Afbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand. Tot deze vier selecties kan toegang worden gekregen vanuit ControlCenter2.0 of via de scantoets op het bedieningspaneel van de machine.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) OCR (tekstverwerker) Scannen naar OCR converteert de gegevens van het grafische beeld naar tekst die in een tekstverwerker kan worden bewerkt. U kunt het standaard tekstverwerkingsprogramma wijzigen. 3 Als u Scannen naar OCR wilt configureren, klik met de rechtermuisknop op de knop en Bedieningsknop Software of selecteer Bedieningsknop Apparaat.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) Bestandsbijlagen U kunt kiezen uit de volgende lijst met bestandstypen als bijlage bij uw e-mail of om in een map op te slaan. Type Bestand — Selecteer in de keuzelijst in welk soort bestand de gescande beelden moeten worden opgeslagen. Windows Bitmap (*.bmp) JPEG (*.jpg) TIFF - Uncompressed (*.tif) TIFF - Compressed (*.tif) TIFF Multi-page - Uncompressed (*.tif) TIFF Multi-page - Compressed (*.tif) Portable Network Graphics (*.png) PDF (*.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) CUSTOM SCAN Er zijn vier knoppen waarmee u uw eigen voorkeuren en configuratie kunt instellen voor uw type scannen. 3 Als u een knop wilt configureren, klikt u met de rechtermuisknop op de knop, en het configuratievenster verschijnt. U kunt kiezen uit vier soorten scanfuncties, Scannen naar Aflbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) Een programmeerbare knop instellen Lees de onderstaande richtlijnen om de knop te configureren. Scannen naar Afbeelding: 3 In het Algemeen tabblad U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Custom. Deze naam wordt de naam van de knop. Selecteer het type scan in het veld Scan Actie.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) In het Instellingen tabblad U kunt de instellingen Doel applicatie, Type Bestand, Software OCR, Resolutie, Type Scan, Document Grootte, Helderheid en Contrast selecteren. 3 Scannen naar e-mail: In het Algemeen tabblad U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Custom. Deze naam wordt de naam van de knop. Selecteer het type scan in het veld Scan Actie.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) Scannen naar bestand: In het Algemeen tabblad U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Custom. Deze naam wordt de naam van de knop. 3 Selecteer het type scan in het veld Scan Actie. In het Instellingen tabblad Selecteer het bestandsformaat in de keuzelijst Type Bestand. U kunt het bestand verzenden naar de standaardmap die wordt weergegeven in het vak Bestemmingsfolder of u kunt een andere map selecteren met de knop .
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) KOPIE De knoppen Kopie (1-4) kunnen worden aangepast zodat u de functies in de Brother-printerdrivers voor geavanceerde kopieerfuncties (zoals N-in-1-afdrukken) optimaal kunt gebruiken. 3 Voordat u de knoppen Kopie kunt gebruiken, moet u eerst de printerdriver configureren door met de rechtermuisknop te klikken op de knop. U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Kopie en de Kopieer Reden selecteren.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) PC-FAX (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) In dit deel kunt u de software voor het verzenden of ontvangen van een PC-Fax openen of het adresboek bewerken door op de juiste knop te klikken. 3 Zenden Met de knop Zenden kunt u een document scannen en het beeld automatisch vanaf de pc als een fax versturen met de Brother PC-Fax-software. (Zie Faxen via de pc op pagina 5-1.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) Adressenlijst Met de knop Adressenlijst kunt u contacten uit uw adresboek configureren, toevoegen, aanpassen of verwijderen. Als u op deze knop klikt, opent u het adresboekvenster en kunt u de gegevens bewerken. (Zie Brother Adresboek op pagina 5-6.) 3 Setup Als u op de knop Setup klikt, kunt u de gebruikersinstellingen voor de PC-Fax-toepassing configureren. (Zie Gebruikersinformatie instellen op pagina 5-1.
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Windows®) APPARAATINSTELLINGEN (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) In dit deel kunt u de machineinstellingen configureren door op de knop te klikken. 3 Opmerking Als de machine op een netwerk is aangesloten, kunt u deze functie niet gebruiken. Remote Setup Met de knop Remote Setup kunt u het venster van het programma Remote Setup openen, om de menu-instellingen te configureren.
4 MFC Remote Setup gebruiken (voor Windows®) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) MFC Remote Setup 4 Met behulp van de toepassing MFC Remote Setup kunt u verscheidene MFC-instellingen configureren vanaf een Windows®-toepassing. Als u deze toepassing opent, worden de instellingen van de machine automatisch overgebracht naar uw pc en weergegeven op uw computerscherm. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar de machine overbrengen.
5 Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) Faxen via de pc 5 Met Brother PC-Fax kunt u vanaf uw pc toepassingen en documentbestanden als standaardfax verzenden. U maakt een bestand op uw pc dat u als een fax vanaf de pc kunt verzenden. U kunt bovendien een voorblad met opmerkingen toevoegen.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Sending instelling Klik op het tabblad Verzenden in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup. De gebruiker kan kiezen tussen twee gebruikersinterfaces: Stijl e-mail of fax. Als u de gebruikersinterface wilt wijzigen, selecteert u de gewenste instelling: stijl e-mail of fax. (Zie Gebruikersinterface op pagina 5-3.) 5 Toegang tot buitenlijn Als u een nummer moet invoeren om toegang te krijgen tot een buitenlijn, moet u dit nummer hier invoeren.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Gebruikersinterface Selecteer de gewenste gebruikersinterface in het tabblad Verzenden. U kunt de E-mail stijl of de Faxstijl stijl kiezen.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Adresboek Als Outlook® Express op uw pc is geïnstalleerd, kunt u selecteren welk adresboek moet worden gebruikt voor het versturen van een PC-Fax, het Brother-adresboek of Outlook® Express via het tabblad Adresboek. 5 Voer voor het adresboekbestand het pad en de bestandsnaam in van de database waarin de adresboekinformatie staat. —OF— Gebruik de knop Bladeren om de gewenste database te zoeken.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Een voorblad instellen Klik in het dialoogvenster PC-Fax op om toegang te krijgen tot het instelscherm PC-Fax Voorblad. Het dialoogvenster Brother PC-FAX Voorblad Setup verschijnt. 5 Informatie voor het voorblad invoeren Aan Formulier Opmerking Typ de opmerking die op het voorblad moet worden afgedrukt. Formulier Selecteer het gewenste formaat voor het voorblad.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Snelkiezen instelling Klik op het tabblad Snelkies in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup. (Deze functie is alleen beschikbaar als u de gebruikersinterface Faxstijl hebt geselecteerd.) 5 Onder de tien snelkiestoetsen kunt u namen of groepen opslaan. Een adres registreren op een snelkieslocatie: 1 2 Klik op de snelkieslocatie die u wilt programmeren. 3 Klik op Toevoegen >> om de informatie op te slaan.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Iemand in het adresboek opnemen In het dialoogvenster Brother Adresboek kunt u informatie over namen en groepen toevoegen, bewerken of verwijderen. 1 Klik in het dialoogvenster Adresboek op het 5 pictogram om iemand toe te voegen. Het dialoogvenster Brother Adresboek Leden Setup verschijnt: 2 Voer in dit dialoogvenster voor de naaminstelling de gegevens van de betreffende persoon in. Naam is een verplicht veld.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Een naam of een groep verwijderen 1 2 3 Selecteer de naam of de groep die u wilt verwijderen. Klik op het pictogram Verwijderen. 5 Wanneer het Bevestig item verwijderen dialoogvenster verschijnt, klikt u op OK. Het adresboek exporteren U kunt het volledige adresboek als een ASCII-tekstbestand (*.csv) exporteren. U kunt voor bepaalde leden ook een Vcard selecteren en maken, die bij alle uitgaande e-mail van de verzender zal worden gevoegd.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) In het adresboek importeren U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv) of Vcards (elektronische visitekaartjes) in uw adresboek importeren. Een ASCII-tekstbestand importeren: 1 Selecteer in het adresboek Bestand, zet de muisaanwijzer op Importeren, en klik vervolgens op Tekst —OF— klik op Visitekaartje en ga naar Stap 5. 2 Selecteer in de kolom Beschikbare items de gegevensvelden die u wilt importeren en klik vervolgens op Toevoegen >>.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Bestand verzenden als PC-Fax met faxstijl-gebruikersinterface 1 2 Maak een bestand in Word, Excel, Paint, Draw of een andere toepassing op uw pc. Selecteer Afdrukken in het Bestand menu. 5 Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 3 Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en klik vervolgens op Afdrukken.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Bestand verzenden als PC-Fax met interface in e-mailstijl 1 2 Maak een bestand in Word, Excel, Paint, Draw of een andere toepassing op uw pc. Selecteer Afdrukken in het Bestand menu. 5 Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 3 Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en klik vervolgens op Afdrukken.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) PC-Fax Ontvangen instellen. De functie PC-Fax Ontvangen zal automatisch op uw machine binnenkomende faxen naar uw pc laden, zodat u ze kunt bekijken, afdrukken of verwijderen. Opmerking ■ Voordat u de functie PC-Fax Ontvangen gebruikt, moet u vanuit het menu op het bedieningspaneel van de machine de optie PC-Fax Ontvangen selecteren. (Zie PC Fax Rx instellen in de gebruikershandleiding.
Brother PC-Fax-software gebruiken (voor Windows®) Nieuwe PC-Fax-berichten bekijken Iedere keer dat u een PC-Fax ontvangt, knippert het pictogram blauw en rood. Als de fax is ontvangen, blijft het pictogram rood. Het rode pictogram verandert in groen als de ontvangen fax is bekeken. Dubbelklik op alle nieuwe faxberichten die u wilt openen en bekijken. Opmerking De titel van uw ongelezen pc-bericht is de datum en tijd, tot u een eigen bestandsnaam invoert. Bijvoorbeeld “Fax 2-20-2002 16:40:21.
6 Netwerkscannen (voor Windows®) (alleen MFC-7225N, MFC-7820N of modellen met de optionele NC-2200w) Om de machine te gebruiken als netwerkscanner moet het netwerk geconfigureerd zijn met een TCP/IP-adres dat overeenkomt met uw netwerk. U kunt de instellingen vanaf het bedieningspaneel configureren of wijzigen. (Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom.) 6 Netwerklicentie MFC-7225N en MFC-7820N bevatten de pc-licentie voor maximaal 5 gebruikers.
Netwerkscannen (voor Windows®) 2 Klik op het tabblad Network instellingen in het dialoogvenster en selecteer een methode om de machine te specificeren als netwerkscanner voor uw pc. 6 Specificeer uw machine via het adres Voer het IP-adres van de machine in het veld IP adress in. Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Specificeer uw machine via de naam Voer de naam van het machineknooppunt in het veld Node Name in. Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
Netwerkscannen (voor Windows®) De scantoets gebruiken Scannen naar e-mail Wanneer u scannen naar e-mail selecteert, wordt uw document gescand en direct verzonden naar de PC die u in het netwerk hebt ingesteld. Het ControlCenter2.0 activeert de standaard e-mailtoepassing op de ingestelde pc zodat het document naar de geadresseerde kan worden verzonden. U kunt een zwart-wit- (of kleurendocument) scannen. Dit wordt dan vanaf de PC als bijlage verzonden bij het e-mailbericht.
Netwerkscannen (voor Windows®) Scannen naar beeld Wanneer u Scannen naar beeld selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de pc verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. Het ControlCenter2.0 activeert de standaard grafische toepassing op de aangewezen pc. U kunt de Scan configuratie wijzigen. (Zie Beeld (voorbeeld: Microsoft Paint) op pagina 3-4.) 1 2 3 Uw document laden. Druk op Scan. Druk op ▲ of ▼ om Scan naar beeld te selecteren. Druk op Menu/Set.
Netwerkscannen (voor Windows®) Scannen naar OCR Wanneer u Scannen naar OCR selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de pc verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. Het ControlCenter2.0 activeert ScanSoft® OmniPage® OCR en converteert uw document naar tekst. Deze kunt u dan weergeven en bewerken in een tekstverwerkingtoepassing op de aangewezen pc. U kunt de Scan configuratie wijzigen. (Zie OCR (tekstverwerker) op pagina 3-5.) 1 2 3 Uw document laden. Druk op Scan.
Netwerkscannen (voor Windows®) Scannen naar bestand Wanneer u scannen naar bestand selecteert, kunt u een document in zwart-wit (of kleur) scannen en direct naar een PC in het netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de map en in het bestandsformaat dat u hebt geconfigureerd in het ControlCenter2.0 op de aangewezen pc. U kunt de Scan configuratie wijzigen. (Zie Bestand op pagina 3-6.) 1 2 3 Uw document laden. Druk op Scan. Druk op ▲ of ▼ om Scan naar file te selecteren. Druk op Menu/Set.
7 Uw machine met een Macintosh® gebruiken Uw Apple® Macintosh® met USB instellen 7 Opmerking Voor aansluiting van de machine op uw Macintosh® hebt u een USB-kabel nodig die niet langer is dan 2 meter. Sluit de machine niet aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub zonder voeding. Welke functies door de machine worden ondersteund, is afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. Het onderstaande schema geeft een overzicht van de functies die worden ondersteund. Mac OS® Mac OS® X 9.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken De Brother-printerdriver met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® X) gebruiken De opties voor de pagina-instelling selecteren 1 Klik in uw toepassingssoftware, bijvoorbeeld TextEdit, op het menu Bestand en selecteer Pagina-instelling. Controleer of MFC-XXXX (Hierbij is XXXX uw modelnaam) is geselecteerd in het pop-up menu Stel in voor. U kunt de instellingen voor Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein wijzigen; klik vervolgens op OK.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Speciale instellingen U kunt ook de instellingen Media Type, Resolutie, Toner Save en andere instellingen configureren. Druk op de dropdown Aantal en pagina's om de instellingen die u wilt wijzigen, te selecteren. 7 Afdrukinstellingen Selecteer Kwaliteit en Soort papier, en geef aan of u Toner-bespaartand wilt gebruiken. Layout Selecteer Pages per Sheet, Layout Direction en Border (indien aanwezig).
Uw machine met een Macintosh® gebruiken De Brother-printerdriver met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® 9.1 tot en met 9.2) gebruiken Een printer selecteren: 1 2 7 Open de Kiezer vanuit het Apple-menu. Klik op het pictogram Brother Laser. Klik rechts van het venster Kiezer op de printer waarop u wilt afdrukken. Sluit de Kiezer. Een document afdrukken 3 Klik in de toepassingssoftware zoals Presto!® PageManager® op het menu Bestand en selecteer Pagina-instelling.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken De PS-driver met uw Apple® Macintosh® gebruiken (alleen DCP-7025, MFC-7225N en MFC-7820N) Opmerking ■ De PS-driver in een netwerk gebruiken; raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom. ■ Om de PS-driver met een USB-kabel te gebruiken, moet u de Emulatie op BR-Script 3 instellen door het bedieningspaneel te gebruiken voordat u de USB-kabel aansluit. (Zie Emulatie selecteren instellen (alleen DCP-7025, MFC-7225N en MFC-7820N) op pag. 1-4.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken 3 Open het pictogram Printerconfiguratie. * Als u Mac OS® X 10.2.X gebruikt, open dan het pictogram Print Center. 7 4 Klik op Voeg toe. 5 Selecteer USB. 6 Selecteer uw modelnaam en klik vervolgens op Voeg toe. 7 Selecteer Stop Printerconfiguratie in het Printerconfiguratie menu.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Bij gebruik van Mac OS® 9.1 tot en met 9.2 1 Open de map Applications (Mac OS 9). Open de map Utilities*. 7 * De schermafbeeldingen hebben betrekking op Mac OS® 9.1. 2 Open het pictogram Desktop Printer Utility. 3 Selecteer Printer (USB), en klik vervolgens op OK. 4 Klik op Wijzig... in het bestand PostScript™ printerbeschrijving (PPD). Selecteer Brother MFC-XXXX of Brother DCP-XXXX (Hierbij is XXXX uw modelnaam) en klik vervolgens op Selecteer.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken 5 Klik op Wijzig... in de Selectie USB-printer. Selecteer Brother MFC-XXXX of Brother DCP-XXXX (Hierbij is XXXX uw modelnaam), en klik vervolgens op OK. 7 6 Klik op Maak aan.... 7 Voer uw modelnaam in en klik vervolgens op Bewaar. 8 Selecteer Stop in het menu Archief. 9 Klik op het pictogram MFC-XXXX of DCP-XXXX op het bureaublad. 0 Selecteer Standaardprinter in het Print menu.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Een fax via uw Macintosh® verzenden (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) Voor gebruikers van Mac OS® X 7 U kunt rechtstreeks vanaf uw Macintosh® een fax verzenden. 1 2 Maak een document aan in een Macintosh®-toepassing. Selecteer Print in het menu Bestand om een fax te verzenden. Het printerdialoogvenster verschijnt: 3 Selecteer Fax verzenden in de keuzelijst. 4 Selecteer Fax in de keuzelijst Uitvoer.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken 5 U adresseert de fax door het faxnummer in het vakje Invoer Faxnummer te typen; klik vervolgens op Druk af. Opmerking Indien u een fax naar meerdere nummers wilt verzenden, klikt u op Voeg toe nadat u het eerste faxnummer hebt ingevoerd. De faxnummers van bestemming worden toegevoegd in het dialoogvenster.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Een vCard uit het Mac OS® X Adresboek slepen U kunt het faxnummer adresseren door een vCard (een elektronisch visitekaartje) van Mac OS® in het veld Bestemming Faxnummers te zetten. 1 2 7 Klik op de knop Adresboek. Sleep een vCard vanuit de Mac OS® X Adresboek-toepassing naar het veld Bestemming Faxnummers. Nadat u uw fax hebt geadresseerd, klikt u op Druk af. Opmerking ■ De vCard moet een fax kantoor- of fax privé-nummer bevatten.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Bij gebruik van Mac OS® 9.1 tot en met 9.2 U kunt rechtstreeks vanaf uw Macintosh® een fax verzenden. 1 2 Maak een document aan in een Macintosh®-toepassing. 7 Selecteer Print in het menu Bestand om een fax te verzenden. Het printerdialoogvenster wordt geopend: Als Printer is geselecteerd, staat op de bovenste knop Print en wordt de knop Adres in grijs weergegeven. 3 Selecteer Fax in het keuzemenu Uitvoer.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Scannen vanaf een Macintosh® De software van de Brother-machine wordt geleverd met een TWAIN-scannerdriver voor Macintosh®. U kunt deze TWAIN-scannerdriver voor Macintosh® gebruiken met alle toepassingen die de TWAIN-specificaties ondersteunen. Opmerking Als u van de machine op een netwerk wilt scannen, selecteert u de netwerkmachine in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Library/Printers/Brother/Utilities.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Een beeld naar uw Macintosh® scannen U kunt een hele pagina scannen. —OF— 7 een gedeelte van de pagina scannen nadat u het document vooraf hebt gescand. Een hele pagina scannen 1 Uw document in de automatische documentinvoer laden. Opmerking Wanneer u een flatbed-type hebt, kunt u het document ook op de glasplaat leggen.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Een afbeelding vooraf scannen Met de functie voor het vooraf scannen, kunt u een beeld snel en met een lage resolutie scannen. In het Te scannen gedeelte wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld er zal uitzien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken, wanneer u ongewenste delen van de beelden wilt trimmen.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Instellingen in het scannervenster Beeld Resolutie Selecteer de scanresolutie in het pop-up menu Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer transfertijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. In de onderstaande lijst wordt aangegeven welke resoluties u kunt selecteren.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Te scannen gedeelte U kunt voor het documentformaat één van de volgende instellingen selecteren: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ A4 210 x 297 mm JIS B5 182 x 257 mm Letter 8,5 x 11 in. Legal 8,5 x 14 in. A5 148 x 210 mm Executive 7,25 x 10,5 in. Business Card Photo 4 x 6 in. Index Card 5 x 8 in.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Het beeld bijstellen Helderheid Stel de Helderheid zodanig in, dat u het beste beeld krijgt. De TWAIN-scannerdriver van Brother biedt 100 instelmogelijkheden voor de helderheid (-50 tot 50). De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een ‘gemiddelde’ instelling wordt beschouwd. U kunt de Helderheid instellen door het schuifbalkje naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het invoerveld typen.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Scannen in een netwerk configureren (alleen MFC-7225N en MFC-7820N of modellen met de optionele NC-2200w) Als u van de machine op een netwerk wilt scannen, moet u de netwerkmachine selecteren in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Library/Printers/Brother/Utilities. Als u de MFL-Pro software al geïnstalleerd hebt volgens de stappen van de netwerkinstallatie in de installatiehandleiding, dan zou deze selectie al gemaakt moeten zijn.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken De scantoets gebruiken Voor netwerkgebruikers, zie De scantoets gebruiken op pagina 6-3. Voor USB-gebruikers, zie De scantoets gebruiken (voor gebruik van USB of parallelle kabel) op pagina 2-13. Opmerking ■ Zet de Registreer uw computer met de “Scan naar” functies op de machine aan en voer een PIN-code van 4 cijfers in. ■ U kunt het ontvangen van ongewenste documenten vermijden door een PIN-code van 4 cijfers in te stellen.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Presto!® PageManager® gebruiken Presto!® PageManager® is toepassingssoftware voor het beheer van documenten op uw computer. Omdat dit met de meest beeldbewerkers en tekstverwerkers werkt, geeft Presto!® PageManager® u onbeperkte controle over uw computerbestanden. U kunt eenvoudig en snel uw documenten beheren, uw e-mail en bestanden bewerken en documenten lezen met de ingebouwde OCR-software van Presto!® PageManager®.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Technische ondersteuning [Voor VS] Bedrijfsnaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: URL: Newsoft America Inc. 4113 Clipper Court Fremont CA 94538, VS 510-4458600 510-4458601 contactus@newsoftinc.com http://www.newsoft.com/ 7 [Voor Canada] E-mail: contactus@newsoftinc.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken [Frankrijk] Bedrijfsnaam: Adres: Telefoon: E-mail: Partners in Europa Unit 14, Distribution Centre, Shannon Ind. Est Shannon, Co. Clare, Ierland 0800-917171 Newsoft@pie.ie [Italië] Bedrijfsnaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: V.I.P Niet beschikbaar 166821700 532786999 supporto@gensoftonline.com [Spanje] Bedrijfsnaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: Atlantic Devices Caputxins, 58, 08700 Igualada 938040702-33 938054057 support@atlanticdevices.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) ControlCenter2.0 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot uw meest gebruikte programma’s. Met het ControlCenter2.0 worden deze toepassingen automatisch geladen. ControlCenter2.0 heeft vijf categorieën met functies: 1 Rechtstreeks scannen naar een bestand, e-mail, tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken SCAN Dit gedeelte bevat vier knoppen voor de toepassingen Scannen naar Afbeelding, Scan naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand. ■ Afbeelding (standaard: Apple PreView) — hiermee kunt u een pagina rechtstreeks naar een grafische viewer/editor scannen. U kunt selecteren naar welke toepassing de scan wordt overgebracht, bijvoorbeeld Adobe® PhotoShop ® of een andere beeldbewerkingstoepassing die op uw computer is geïnstalleerd.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken INSTELLINGEN APPARAAT (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) U kunt de instellingen van de machine configureren. ■ Remote Setup — hiermee kunt u het programma Remote Setup openen. (Zie MFC Remote Setup (Mac OS® X 10.2.4 of recenter) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) op pagina 7-36.) ■ Quick-Dial — hiermee kunt u het venster Kiesgeheugen voor Remote Setup openen. (Zie MFC Remote Setup (Mac OS® X 10.2.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Als u de toepassing van bestemming wilt wijzigen, selecteert u de betreffende toepassing in de keuzelijst Doel Applicatie. U kunt een toepassing aan de lijsten toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. 7 Voer de Applicatienaam in (max. 30 tekens) en selecteer de gewenste toepassing door te klikken op de Browse-knop. Kies ook het Type Bestand in de keuzelijst. U kunt toepassingen die u hebt toegevoegd ook weer verwijderen.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken E-mail Met de functie Scannen naar E-mail kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen, zodat u de gescande taak als bijlage kunt versturen. Als u de standaard e-mailtoepassing of het bestandstype van de bijlage wilt wijzigen, klikt u op de knop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteert u Bedieningsknop Software of Bedieningsknop Apparaat.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Bestand Met de knop Scannen naar Bestand kunt u een beeld scannen en dit als een bepaald bestandstype in een directory op uw harde schijf opslaan. Zo kunt u uw papieren documenten op eenvoudige wijze archiveren. Als u het bestandstype en het opslaan in een directory wilt configureren, klikt u op de knop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteert u Bedieningsknop Software of Bedieningsknop Apparaat.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Scannen naar Afbeelding: In het tabblad Algemeen U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Custom. Deze naam wordt de naam van de knop. 7 Selecteer het type scan in het veld Scan Actie. In het tabblad Instellingen U kunt de instellingen Doel applicatie, Type Bestand, Resolutie, Type Scan, Document Grootte, Helderheid en Contrast selecteren.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Scannen naar OCR: In het tabblad Algemeen U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Custom. Deze naam wordt de naam van de knop. 7 Selecteer het type scan in het veld Scan Actie. In het tabblad Instellingen U kunt de instellingen Doel applicatie, Type Bestand, Software OCR, Resolutie, Type Scan, Document Grootte, Helderheid en Contrast selecteren.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Scannen naar E-mail: In het tabblad Algemeen U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Custom. Deze naam wordt de naam van de knop. 7 Selecteer het type scan in het veld Scan Actie. In het tabblad Instellingen U kunt de instellingen E-mail Programma, Type Bestand, Resolutie, Type Scan, Document Grootte, Helderheid en Contrast selecteren.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken Scannen naar Bestand: In het tabblad Algemeen U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Custom. Deze naam wordt de naam van de knop. 7 Selecteer het type scan in het veld Scan Actie. In het tabblad Instellingen Selecteer het bestandsformaat in de keuzelijst Type Bestand. U kunt het bestand naar de standaardmap Mijn afbeeldingen sturen of u selecteert een andere map met de knop Browse.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken KOPIE De knoppen Kopie (1-4) kunnen worden aangepast zodat u de functies in de Brother-printerdrivers voor geavanceerde kopieerfuncties (zoals N-in-1-afdrukken) optimaal kunt gebruiken. 7 Voordat u de knoppen Kopie kunt gebruiken, moet u eerst de printerdriver configureren door op de knop te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. U kunt een naam van maximaal 30 tekens invoeren in het veld Naam voor Kopie en de Kopieer Reden selecteren.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken APPARAATINSTELLINGEN (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) In dit deel kunt u de machineinstellingen configureren door op de knop te klikken. 7 Opmerking Als de machine op een netwerk is aangesloten, kunt u deze functies niet gebruiken. Remote Setup Met de knop Remote Setup kunt u het venster van het programma Remote Setup openen, om de menu-instellingen te configureren.
Uw machine met een Macintosh® gebruiken MFC Remote Setup (Mac OS® X 10.2.4 of recenter) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) Met de toepassing MFC Remote Setup kunt u verscheidene MFC-instellingen configureren vanaf een Macintosh®-toepassing. Als u deze toepassing opent, worden de instellingen van de machine automatisch naar uw Macintosh® overgebracht en weergegeven op uw computerscherm. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar de machine overbrengen.
I Index A Afdrukken Emulatie Macintosh® ............................................. 7-5 Windows® ............................................... 1-4 Macintosh® Brother-driver .................................. 7-2, 7-4 rapporten en lijsten ................................... 1-5 Windows® driverinstellingen .................................... 1-8 toetsen op het bedieningspaneel ......... 1-3 C ControlCenter2.0 Windows® .................................................. 3-1 Windows® PC-Fax ............
Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waarin ze is gekocht. Plaatselijke Brother-kantoren of hun wederverkopers ondersteunen uitsluitend machines die in hun eigen land gekocht zijn.