Software User's Guide

Table Of Contents
Uw machine met een Macintosh
®
gebruiken
7 - 26
7
INSTELLINGEN APPARAAT (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025)
U kunt de instellingen van de machine configureren.
Remote Setup
hiermee kunt u het programma Remote Setup openen. (Zie MFC Remote Setup (Mac
OS
®
X 10.2.4 of recenter) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) op pagina 7-36.)
Quick-Dial
— hiermee kunt u het venster Kiesgeheugen voor Remote Setup openen. (Zie MFC Remote
Setup (Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter) (niet beschikbaar voor DCP-7010 en DCP-7025) op pagina 7-36.)
Opmerking
Als de machine op een netwerk is aangesloten, kunt u deze functies niet gebruiken.
SCAN
Dit gedeelte bevat vier knoppen voor de toepassingen
Scannen naar Afbeelding
,
Scannen naar OCR
,
Scannen
naar E-mail
en
Scannen naar Bestand
.
Tot deze vier selecties kan toegang worden gekregen vanuit
ControlCenter2.0 of via de
Scan
-toets op het
bedieningspaneel van de machine. De instellingen
Doel
Applicatie
,
Type Bestand
en de instellingen van de scanner
worden onafhankelijk geconfigureerd door het kiezen van de
tabbladen
Bedieningsknop Software
of
Bedieningsknop
Apparaat
van het venster
ControlCenter2.0
Configuration
.
Afbeelding (voorbeeld: Apple PreView)
Met de functie
Scannen naar Afbeelding
kunt u een beeld
rechtstreeks naar uw grafische toepassing voor bewerking
van het beeld scannen. Als u de standaardinstellingen wilt
wijzigen, klikt u op de knop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt
houdt en selecteert u
Bedieningsknop Software
of
Bedieningsknop Apparaat
.