Network User's Guide
Table Of Contents
- Netwerkhandleiding
- Geldige modellen
- Definities van opmerkingen
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- Paragraaf I: Gebruik in een netwerk
- 1 Inleiding
- Netwerkfuncties
- Andere netwerkfuncties
- LDAP (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- Beveiliging
- Fax naar Server (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- Beveiligd functieslot 2.0
- Afdruklogboek op netwerk opslaan
- Andere netwerkfuncties
- Netwerkfuncties
- 2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T))
- Overzicht
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen)
- Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel
- Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™
- Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup)
- Configuratie in de ad-hocmodus (voor IEEE 802.11b)
- 4 Instellen via het bedieningspaneel
- Netwerkmenu
- TCP/IP
- Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
- Status (voor DCP-8110DN, DCP-8150DN, DCP-8155DN, DCP-8250DN, MFC-8510DN en MFC-8520DN)/Bedrade status (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T))
- Inst. Wizard (alleen voor draadloze netwerken)
- WPS (Wi-Fi Protected Setup)/AOSS™ (alleen draadloos netwerk)
- WPS (Wi-Fi Protected Setup) met PIN-code (alleen draadloos netwerk)
- Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken)
- MAC-adres
- Instellen op standaard (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T))
- Bedraad activeren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T))
- WLAN activeren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T))
- E-mail/IFAX (MFC-8910DW, MFC-8950DW(T) en DCP-8250DN (alleen e-mail): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- Fax naar Server (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- Een nieuwe standaard instellen voor Scan naar FTP
- Een nieuwe standaard instellen voor Scan naar netwerk (Windows®)
- De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen
- Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
- Het WLAN-rapport afdrukken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T))
- Functietabel en standaardinstellingen
- Netwerkmenu
- 5 Beheer via een webbrowser
- Overzicht
- De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser
- Een wachtwoord instellen
- Gigabit Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) (voor DCP-8250DN en MFC-8950DW(T))
- Beveiligd functieslot 2.0
- Synchroniseren met een SNTP-server
- Afdruklogboek op netwerk opslaan
- De configuratie van Scan naar FTP met een webbrowser wijzigen
- De configuratie van Scan naar netwerk met een webbrowser wijzigen (Windows®)
- De LDAP-configuratie wijzigen met behulp van een webbrowser (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- 6 LDAP-bediening (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- 7 Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- 8 Beveiligingsfuncties
- Overzicht
- Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS
- Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows®)
- Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
- E-mails veilig verzenden en ontvangen
- IEEE 802.1x-verificatie gebruiken
- Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine
- Meerdere certificaten beheren
- 9 Problemen oplossen
- 1 Inleiding
- Paragraaf II: Verklarende woordenlijst Netwerk
- 10 Typen netwerkverbindingen en protocollen
- Typen netwerkverbinding
- Protocollen
- TCP/IP-protocollen en -functies
- DHCP/BOOTP/RARP
- APIPA
- ARP
- DNS-client
- NetBIOS name resolution
- WINS
- LPR/LPD
- SMTP-client
- Custom Raw Port (Standaard Port 9100)
- IPP
- mDNS
- TELNET
- SNMP
- LLMNR
- Web Services
- HTTP
- FTP (voor de functie Scan naar FTP)
- SNTP
- CIFS
- LDAP (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download)
- IPv6
- TCP/IP-protocollen en -functies
- 11 De machine configureren voor een netwerk
- 12 Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T))
- 13 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows®
- Types bijkomende netwerkinstellingen
- Drivers installeren die gebruikt worden voor afdrukken en scannen via Web Services (Windows Vista® en Windows® 7)
- Drivers verwijderen die gebruikt worden voor afdrukken en scannen via Web Services (Windows Vista® en Windows® 7)
- Installatie voor Printen en scannen via het netwerk voor infrastructuurmodus bij gebruik van Vertical Pairing (Windows® 7)
- 14 Beveiligingsvoorschriften en -concepten
- 10 Typen netwerkverbindingen en protocollen
- Paragraaf III: Bijlagen
- A pendix A
- B Bijlage B
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Index
133
Beveiligingsfuncties
8
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u eveneens de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx/
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport (zie Het netwerkconfiguratierapport
afdrukken uu pagina 64) af te drukken.
• Bij gebruik van Macintosh krijgt u eenvoudig toegang tot het systeem voor Beheer via een webbrowser
door in het scherm Status Monitor gewoon op het symbool van de machine te klikken. Zie
uu Softwarehandleiding voor meer informatie.
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt
ingesteld en druk op .
d Klik op Netwerk.
e (Bedraad) Klik op Bedraad en selecteer vervolgens Authenticatie 802.1x.
(Draadloos) Klik op Draadloos en selecteer vervolgens Draadloos (Bedrijf).
f Nu kunt u de instellingen voor IEEE 802.1x-verificatie configureren.
Als u IEEE 802.1x-verificatie wilt inschakelen voor een bedraad netwerk, vinkt u Ingeschakeld aan
voor Status 802.1x vast op de pagina Authenticatie 802.1x.
Zie IEEE 802.1x-verificatie uu pagina 163 voor meer informatie over IEEE 802.1x-verificatie en de
inwendige verificatiemethoden.
Als u EAP-TLS-verificatie gebruikt, moet u het clientcertificaat kiezen dat geïnstalleerd is
(weergegeven met certificaatnaam) voor verificatie in de keuzelijst Clientcertificaat.
Als u EAP-FAST-, PEAP-, EAP-TTLS- of EAP-TLS-verificatie selecteert, kunt u de verificatiemethode
kiezen uit de keuzelijst Verificatie servercertificaat. U kunt het servercertificaat verifiëren met
behulp van het CA-certificaat dat vooraf werd geïmporteerd op de machine en dat werd verstrekt door
de CA die het servercertificaat heeft ondertekend.
U kunt een van de volgende verificatiemethoden selecteren in de keuzelijst Verificatie
servercertificaat.
Geen verificatie
Het servercertificaat kan altijd vertrouwd worden. De verificatie wordt niet uitgevoerd.
CA-cert.
De verificatiemethode voor het controleren van de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat,
door gebruik te maken van het CA-certificaat dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat
heeft ondertekend.
CA-cert. + server-id
De verificatiemethode voor het controleren van de openbare naam
1
van het servercertificaat, naast
de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat.
1
De verificatie van de openbare naam vergelijkt de openbare naam van het servercertificaat met de tekenreeks die geconfigureerd werd
voor de Server-id. Voor u deze methode gebruikt, neemt u contact op met uw systeembeheerder voor de openbare naam van het
servercertificaat en configureert u vervolgens Server-id.