Network User's Guide

Table Of Contents
156
Typen netwerkverbindingen en protocollen
10
Op een netwerk gedeelde printer 10
In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer. Een
dergelijke computer wordt vaak een "server" of een "afdrukserver" genoemd. Hij beheert het afdrukken van
alle taken.
1 Client-computer
2 Computer die "server" of "afdrukserver" wordt genoemd
3 TCP/IP, USB of parallel (waar beschikbaar)
4 Netwerkmachine (uw machine)
In een groter netwerk bevelen wij de op het netwerk gedeelde afdrukmethode aan.
De "server" of "afdrukserver" moet het TCP/IP-afdrukprotocol gebruiken.
Voor de machine van Brother moet een geschikt IP-adres zijn geconfigureerd, tenzij de machine via de
USB- of de parallelle interface op de server is aangesloten.