Network User's Guide

Table Of Contents
179
Bijlage B
B
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres B
Voor u het IP-adres configureert met behulp van BOOTP, dient u de Boot Method van de machine in te stellen
op BOOTP. U kunt de opstartmethode wijzigen via het menu Netwerk van het bedieningspaneel van de
machine of met BRAdmin-toepassingen, Externe installatie (voor MFC-modellen) of Beheer via een
webbrowser.
BOOTP is een alternatief voor RARP. Het voordeel van BOOTP is dat ook het subnetmasker en de gateway
geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet
BOOTP op uw hostcomputer geïnstalleerd en geactiveerd zijn (het moet in het bestand /etc/services op
uw host als een echte service verschijnen; voer man bootpd in of raadpleeg de met uw systeem
meegeleverde documentatie voor meer informatie). BOOTP wordt meestal opgestart via het bestand
/etc/inetd.conf en u kunt dit activeren door "#" te verwijderen dat in dit bestand voor de ingang bootp
staat. Een typische bootp-ingang in het bestand /etc/inetd.conf kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:
#bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i
Afhankelijk van het systeem kan deze ingang "bootps" heten in plaats van "bootp".
Opmerking
Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een tekstverwerkingsprogramma om "#" te verwijderen (staat
er geen "#", dan is BOOTP reeds geactiveerd). Bewerk nu het BOOTP-configuratiebestand (doorgaans
/etc/bootptab) en voer de naam in, het netwerktype (1 voor Ethernet), MAC-adres (ethernetadres) en
het IP-adres, het subnetmasker en de toegangspoort van de afdrukserver. Helaas kan de indeling van
deze gegevens afwijken, en het is derhalve zaak dat u de met uw systeem meegeleverde documentatie
raadpleegt om te zien hoe u deze informatie invoert (vele UNIX-systemen hebben templates in het
bestand bootptab die u als voorbeeld kunt gebruiken). Enkele voorbeelden van een doorsnee
/etc/bootptab ingang zijn: ("BRN" hieronder moet u voor een draadloos netwerk vervangen door
"BRW".)
BRN310107 1 00:80:77:31:01:07 192.168.1.2
en:
BRN310107:ht=ethernet:ha=008077310107:\ip=192.168.1.2:
Bepaalde implementaties van BOOTP-hostsoftware reageren alleen op BOOTP-verzoeken als u in het
configuratiebestand een download-bestandsnaam hebt opgenomen. In dat geval maakt u gewoon een leeg
bestand op de host en specificeert u de bestandsnaam en zijn pad in het configuratiebestand.
Net als bij RARP, zal de afdrukserver zijn IP-adres bij de BOOTP-server opvragen zodra de machine wordt
aangezet.
APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres B
De afdrukserver van Brother ondersteunt het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing). Met APIPA
zullen DHCP-clients automatisch een IP-adres en subnetmasker configureren als er geen DHCP-server
beschikbaar is. Het apparaat kiest een eigen IP-adres van 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Het
subnetmasker wordt automatisch ingesteld op 255.255.0.0 en het gateway-adres wordt ingesteld op 0.0.0.0.
Standaard is het APIPA-protocol ingeschakeld. Als u het APIPA-protocol wilt uitschakelen, kunt u dit via het
bedieningspaneel van de machine doen, via BRAdmin Light of via Beheer via een webbrowser.