Mass Deployment Tool User's Guide

25
4.2.3 Opties
De opties worden in combinatie met de opdrachten gebruikt om de resultaten te beïnvloeden. In de sectie
4.2.1 Opdrachten worden alle opdrachten beschreven, inclusief de opties die voor de verschillende opdrachten
beschikbaar zijn.
Optie Beschrijving
--file filename Het bestand opgeven dat u wilt gebruiken.
--output filename Het pad opgeven waar het opgehaalde instellingenbestand moet worden
opgeslagen.
--password password Het beheerderswachtwoord voor het doelapparaat opgeven.
--newpassword password Een nieuw beheerderswachtwoord voor het doelapparaat opgeven.
--schema filename Een extern JSON-schemabestand opgeven.
--pjltable filename Een externe PJL-conversietabel opgeven.
--enumtable filename Een externe Enum-conversietabel opgeven.
--forcepjl Een op PJL gebaseerde configuratie afdwingen.
--forcenative Een op JSON gebaseerde configuratie afdwingen.
--ignorepjlerror PJL-conversiewaarschuwingen overslaan, ook als er geen conversiedefinitie
in de PJL-conversietabel is opgenomen.
--skipvalidate Het verifiëren van de geldigheid van de instellingen overslaan aan de hand
van het schemabestand, voordat het instellingenbestand wordt verzonden.
--skipverify Het verifiëren overslaan als de instellingen correct op de printer zijn toegepast.
--packfiles filename filename
filename
De bestanden opgeven die u wilt inpakken (gescheiden door spaties of
komma’s).
--unpackdir destination Het pad opgeven waarnaar de inhoud van het pakket moet worden uitgepakt.
--log filename Het pad opgeven voor het logboekuitvoerbestand.
--communitynameget community
name
Community-naam ingesteld in "GET" in SNMP-communicatie.
--communitynameset community
name
Community-naam ingesteld in "SET" in SNMP-communicatie.
--agree De acceptatie van de EULA (gebruiksrechtovereenkomst) specificeren.
--networksettingpath
networksettingpath
De referentiebestemming opgeven naar het externe bestand met de
netwerkcommunicatie-instellingen (SNMP, v3, proxy). Gebruik het bestand
setting.INI als een extern bestand nadat u de netwerkinstellingen hebt
geconfigureerd met de gebruikersinterface (GUI).
--source filename Het bestand vóór de conversie opgeven met de opdracht "convertsetting".
--destination filename De bestemming opgeven voor het opslaan van het bestand na de conversie
met de opdracht "convertsetting".
--version De versie na de conversie opgeven met de opdracht "convertsetting".
--licensecode license code Een licentiecode van twintig cijfers opgeven om een aangepaste
softwareoplossing te activeren.
--activateresult activate result
folder path
De bestemming opgeven voor het opslaan van de resultaten van de
activering met de opdracht "activate".
--forcehttps Https-communicatie afdwingen.
--profile Het bestandspad van het inzetprofiel opgeven.
Het relatieve pad naar settingcmd.exe wordt ook ondersteund.
Het bestand bevat uitsluitend apparaten met een netwerkverbinding.