User's Guide
Table Of Contents
- Gebruikershandleiding RJ-2030/RJ-2050/RJ-2140/RJ-2150
- Inleiding
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- Sectie I: Basishandelingen
- 1 De printer installeren
- Algemene beschrijving
- De batterij plaatsen/verwijderen
- De batterij opladen
- Terwijl de batterij in de printer zit
- De batterij opladen met de netspanningsadapter (optioneel)
- De batterij opladen met de autolader (optioneel)
- De batterij opladen met de batterijlader (optioneel)
- Het laden van de oplaadbare li-ionbatterij afbreken
- Tips voor het gebruik van de oplaadbare li-ionbatterij
- De printer in- en uitschakelen
- De taal voor het LCD-scherm instellen
- De papier- of labelrol plaatsen
- De bonnen-/labelrol verwijderen
- De riemclip bevestigen
- Software installeren op de computer of het mobiele apparaat
- De Printer aansluiten op een computer of mobiel apparaat
- Lcd-scherm
- 2 De printer gebruiken
- 3 De printerinstellingen wijzigen
- 4 Overige functies
- 5 De printer onderhouden
- 1 De printer installeren
- Sectie II: App
- 6 P-touch Editor gebruiken
- 7 Zo gebruikt u P-touch Transfer Manager en P-touch Library
- 8 Sjablonen overbrengen met P-touch Transfer Express
- P-touch Transfer Express voorbereiden
- De sjabloon naar P-touch Transfer Manager overbrengen
- De sjabloon opslaan als een overdrachtspakket (.pdz-bestand)
- Het overdrachtspakket (.pdz-bestand) en P-touch Transfer Express distribueren naar de gebruiker
- Het overdrachtspakket (.pdz-bestand) overbrengen naar uw printer
- 9 P-touch Update Software gebruiken
- Sectie III: Draadloos netwerk (uitsluitend RJ-2050/2140/2150)
- Sectie IV: Appendix
- 13 Productspecificaties
- 14 Problemen oplossen
- Overzicht
- Afdrukproblemen
- Afdrukproblemen
- Problemen met de printer
- Problemen met de netwerkinstellingen
- Afdrukken via het netwerk is niet mogelijk Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het netwerk, ook niet na een correcte installatie
- Problemen met beveiligingssoftware
- De werking van netwerkapparaten controleren
- Foutmeldingen op de printer
- Overzicht
- 15 Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties
- 16 Netwerktermen en -informatie
32
2
2
Afdrukken vanaf computers 2
Afdrukken met het printerstuurprogramma 2
1 Open het document dat u wilt afdrukken.
2 Schakel de printer in.
3 Verbind de printer met een computer of mobiel apparaat via een USB-kabel, Bluetooth of Wi-Fi
(zie De Printer aansluiten op een computer of mobiel apparaat op pagina 24).
4 Plaats de mediarol.
Opmerking
U kunt de printerinstellingen zo nodig aanpassen in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma of
in Printer Instelling Tool (zie De printerinstellingen wijzigen op pagina 34).
5 Druk af vanuit de toepassing.
Het bericht [Printen] wordt weergegeven op het LCD-scherm. Wanneer het afdrukken is voltooid, keert
de printer terug naar de modus waarin de printer stond voordat de afdruktaak werd gestart.
6 Schakel de printer uit.
Opmerking
• Als u de printer uitzet, verwijder de batterij dan niet voordat het LCD-scherm uit is.
•Zie JPEG afdrukken op pagina 73 als u een JPEG-afbeelding wilt afdrukken zonder tussenkomst van het
printerstuurprogramma.
Afdrukken lichter of donkerder maken 2
U kunt de afdrukken lichter of donkerder maken door de afdrukdichtheid aan te passen bij de
Apparaatinstellingen (zie Apparaatinstellingen op pagina 52).
Bij gebruik van de batterij kan een aanpassing van de afdrukdichtheid leiden tot een lichte verandering van
de afdruksnelheid en het aantal pagina’s dat met een volle batterij kan worden afgedrukt.
Opties instellen met het printerstuurprogramma 2
U kunt verschillende opties instellen op het scherm van het printerstuurprogramma, bijvoorbeeld het
papierformaat, het aantal afdrukexemplaren, enz.
Opmerking
U kunt ook meer geavanceerde instellingen opgeven met Printer Instelling Tool (zie De printerinstellingen
wijzigen op pagina 34).
De printer gebruiken 2