User's Guide

Table Of Contents
De printerinstellingen wijzigen
47
3
Draadloze instellingen 3
1 Communicatiemodus
Selecteer [Infrastructuur] of [Ad-hoc].
2 SSID (netwerknaam)
Klik op de knop [Zoeken] om de beschikbare SSID’s weer te geven in een apart dialoogvenster.
3 Kanaal
Lijst met beschikbare kanalen.
Opmerking
Deze instelling is alleen geldig in Ad-hocmodus.
Niet alle computers, mobiele apparaten en besturingssystemen ondersteunen mogelijk de ad-hocmodus.
4 Verificatiemethode/Coderingsmodus
De ondersteunde versleutelingsmodi voor de verificatiemethoden staan in Communicatiemodi en
Verificatiemethoden/Coderingsmodi op pagina 48.
5 WEP-sleutel
U kunt alleen een instelling opgeven als u WEP hebt geselecteerd als versleutelingsmodus.
6 Passphrase
U kunt alleen een instelling opgeven als u WPA/WPA2-PSK hebt geselecteerd als verificatiemethode.
7 Gebruiker-ID/Wachtwoord
U kunt alleen instellingen opgeven als u LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TTLS of EAP-TLS hebt
geselecteerd als verificatiemethode. Bovendien is het bij EAP-TLS niet nodig om een wachtwoord op te
geven. Er moet echter wel een client-certificaat worden geregistreerd. Maak vanuit een webbrowser
verbinding met de printer en geef het certificaat op om een certificaat te registreren. Kijk voor meer
informatie over het gebruiken van een webbrowser in Beheer via een webbrowser op pagina 120.
8 Toon de sleutel en het wachtwoord op het scherm
Als u dit selectievakje inschakelt, worden sleutels en wachtwoorden leesbaar weergegeven op het scherm
(niet-versleutelde tekst).
1
2
5
6
8
3
4
7