NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen Foto van de PowerShot A460 Opnamen weergeven/ wissen Afdruk-/ verzendinstellingen Problemen oplossen Overzicht van berichten © 2007 CANON INC. Uitgebreide gebruikershandleiding CEL-SG3MA280 Bijlage Uitgebreide Gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.
Belangrijkste functies Opnamen Opname-instellingen automatisch aanpassen aan specifieke omstandigheden (modus Speciale opnamen) Het algemene beeld van een opname wijzigen tijdens het opnemen Weergave Films afspelen met geluid Diashows automatisch afspelen Bewerken Geluidsmemo's voor foto's opnemen Afdrukken Afdrukken is heel eenvoudig met de knop Afdrukken/Delen Alle printers die met PictBridge compatibel zijn (ook nietCanon printers) worden ondersteund Opgenomen beelden gebruiken Verzend opgenomen beelden
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen naast of onder titels geven aan in welke opnamemodi de procedure kan worden gebruikt. Programmakeuzewiel Briefkaart Opnamemodus * Opnamemodi die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (pag. 108).
Inhoudsopgave Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, bevatten een overzicht van camerafuncties of procedures. Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Lees de volgende tekst aandachtig door . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Defecten voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen . . . . .
De ISO-waarde aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Een doelmap voor beelden maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Bestandsnummering opnieuw instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Opnamen weergeven/wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Beelden vergroten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) . . . . . . Films weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud en verzorging van de camera . . . . . . . . . . . . . . 94 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Index. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 Functies beschikbaar in elke opnamemodus . . . . .
Voorzorgsmaatregelen Lees de volgende tekst aandachtig door Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc.
Temperatuur van de camerabehuizing Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerabehuizing warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Informatie over het LCD-scherm Het LCD-scherm is gefabriceerd met technieken die bogen op een extreem hoge precisie. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen.
Waarschuwingen Apparatuur Richt de camera niet op de zon of een andere felle lichtbron. Dit zou de CCD-beeldsensor en uw gezichtsvermogen kunnen aantasten. Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. • Polsriem: als de riem om de nek van een kind komt te zitten, kan dat tot verstikking leiden. • Geheugenkaart: deze kan per ongeluk worden ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met uw huisarts.
Batterij Plaats de batterijen niet in de buurt van een warmtebron en stel ze niet bloot aan vuur of hitte. Dompel de batterijen niet onder in water. Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen. Laat de batterijen niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing van de batterijen. Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Overige Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt. Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera. Dergelijke objecten kunnen defect raken of gegevens kunnen verloren gaan.
Apparatuur Sluit geen compacte voedingsadapters of batterijladers aan op apparaten zoals elektrische reisadapters omdat dit kan leiden tot storingen, extreme warmteontwikkeling, brand, elektrische schokken of letsel. Flitser Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op zit. Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een opname maakt. De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd geluid maken.
Defecten voorkomen Sterk magnetische velden vermijden Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen Het LCD-scherm gebruiken 1 Druk op . De weergavemodus verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. ( Opnamemodus , , of ) Weergavemodus ( Geen informatie ) Standaard (geen informatie) Standaard Details (informatievenster) Details Uit Als u een instelling wijzigt, wordt er gedurende ongeveer 6 seconden informatie over de opname weergegeven, ongeacht de geselecteerde weergavemethode.
Nachtscherm Wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het LCD-scherm automatisch helderder zodat het geschikt is voor de helderheid van het onderwerp* en u het onderwerp gemakkelijker kunt inkaderen. * Hoewel er ruis kan voorkomen en de bewegingen van het onderwerp op het LCD-scherm wellicht ietwat houterig worden weergegeven, heeft dit geen effect op de opname zelf.
De Informatie op het LCD-scherm Informatie over de opname (Opnamemodus) Spotmetingkader (pag. 37) AF Frame (pag. 35) Zoominstelling (pag. 27) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding pag. 15) Flitser (Verkorte handleiding pag. 13) Opname Films opnemen (pag. 32) Batterij bijna leeg (pag. 83) Raster (pag. 20) 3:2 uitsnede (pag. 20) Maak folder (pag. 46) • Foto's: resterend aantal opnamen • Films: resterende tijd/verstreken tijd Opnamemodus (Verkorte handleiding pag. 10) (pag.
Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram ( ) dat aangeeft dat de camera beweegt, wordt weergegeven, betekent dit dat er onvoldoende licht is en dat er mogelijk een lange sluitertijd is geselecteerd. U kunt op de volgende manieren opnamen maken: - Verhoog de ISO-waarde (pag. 45) - Selecteer een andere instelling dan (flitser uit) (Verkorte handleiding pag.
Details ... ISO-waarde (pag. 45) Opnamemodus (Verkorte handleiding pag. 10) (pag. 32) ··· Belichtingscompensatie (pag. 38) Flitser (Verkorte handleiding pag. 13) ··· Lange sluitertijd (pag. 38) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding pag. 15) Meetmethode (pag. 37) Witbalans (pag. 40) My Colors (pag. 43) Opnamepixels Aantal beelden (films) (pag. 34) Filmlengte (films) (pag. 32) De volgende informatie kan ook worden weergegeven bij sommige beelden.
De zoeker gebruiken U kunt tijdens het maken van opnamen energie besparen door het LCD-scherm uit te schakelen (pag. 12) en de zoeker (Verkorte handleiding pag. 2) te gebruiken. Spaarstand De camera is uitgerust met een spaarstand. In de volgende gevallen wordt de camera uitgeschakeld. Druk op de knop ON/OFF om de camera weer in te schakelen. Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld.
Menu's en instellingen Via de menu's kunt u de opname-, weergave- en afdrukinstellingen aanpassen, evenals camera-instellingen als de datum, de tijd en geluidssignalen. De volgende menu's zijn beschikbaar. Het menu FUNC. De menu's Opname, Keuze, Print en Instellen Het menu FUNC. Hiermee worden veel van de functies ingesteld die vaak worden gebruikt tijdens het opnemen. a b e c d In dit voorbeeld wordt het menu FUNC. in de modus (Auto) weergegeven. aStel het programmakeuzewiel in op , , of .
De menu's Opname, Keuze, Print en Instellen Via deze menu's kunt u eenvoudig de gewenste opname-, afspeelof afdrukinstellingen opgeven. (Opname) Menu (Instellen) Menu a e en tussen de menu's schakelen als dit gedeelte is geselecteerd. c d • In dit voorbeeld wordt het menu Opname in de modus (Auto) weergegeven. • In de weergavemodus worden de menu's Keuze, Print en Instellen weergegeven. aDruk op de knop MENU. bGebruik de knop of om tussen de menu's te schakelen.
Menu-overzicht Menu. FUNC. De onderstaande pictogrammen zijn de standaardinstellingen. Menu-item Handmatige modus Speciale opnamen Pagina Verkorte handleiding pag. 10 Verkorte handleiding pag. 11 Filmmodus Belichtingscompensatie pag. 32 Lange sluiter pag. 38 ISO-waarde pag. 45 Witbalans pag. 40 Transport mode ) Menu-item AiAF Pagina My Colors Opnamepixels (Foto) Compressie (Foto) Opnamepixels (Film) pag. 38 Menu Opname ( Menu-item pag. 29, Verkorte handleiding pag. 16 pag. 43 pag. 26 pag.
Menu Keuze ( ) Menu-item Pagina Dia Show pag. 56 Geluids memo pag. 54 Beveilig pag. 61 Roteren pag. 53 Alles wissen pag. 63 Volgorde pag. 67 Menu Print ( ) Pagina Sel. beeld & aantal Sel. alle beelden pag. 64 Wis alle selecties Print instellingen Menu Instellen ( Menu-item Mute ) Opties Aan/Uit* * Standaardinstelling Pagina Stel in op [Aan] om alle camerageluiden uit te schakelen met uitzondering van de waarschuwingsgeluiden (Verkorte handleiding pag. 8).
Menu-item Volume Opstart volume Werk volume Timer volume Sluitergeluid Afspeel vol. Opstart scherm LCD Helderheid Opties Uit/1/2*/3/4/5 Pagina Hiermee kunt u het volume aanpassen van het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelfontspanner, het sluitergeluid en het geluid bij het afspelen. U kunt het volume niet aanpassen als [Mute] is ingesteld op [Aan]. Hiermee kunt u het volume instellen van het opstartgeluid dat u hoort wanneer u de camera inschakelt.
Menu-item Formatteren Bestandnr. Maak folder Maak nieuwe folder Maak autom. Taal Video Systeem Print methode Reset alle Continu*/Auto reset Selectievakje ingeschakeld (Aan)/ Selectievakje niet ingeschakeld (Uit) Uit*/Dagelijks/ Maandagzondag/ Maandelijks 1 minuut* / 0 seconden NTSC/PAL Auto*/ Pagina U kunt ook een zogenaamde low level format uitvoeren (pag. 25). pag. 48 pag. 46 Hiermee maakt u een map tijdens de volgende opnamesessie. U kunt ook automatisch een aanmaakdatum instellen.
Alle standaardwaarden herstellen 1 (Instellen) Menu (Reset alle). Zie Menu's en instellingen (pag. 19). 2 Selecteer [OK] en druk op . De instellingen kunnen niet worden hersteld als de camera is aangesloten op een computer of op een printer. De volgende opties kunnen niet worden hersteld: - Opnamemodus - De opties (Datum/Tijd) (Taal) en (Video Systeem) in het menu (Instellen) (pag. 22, 23). - Instellingen voor witbalans die zijn opgeslagen met de functie voor aangepaste witbalans (pag. 40).
Geheugenkaarten formatteren U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden. 1 (Instellen) Menu (Formateren). Zie Menu's en instellingen (pag. 19). Selecteer [OK] en druk op .
Opnamen Aantal opgenomen pixels en compressie wijzigen (Foto's) Opnamemodus 1 Menu FUNC. * (Opn. Pixels)/ (Compressie). Zie Menu's en instellingen (pag. 18). * Standaardinstelling. Gebruik de knop of om de instellingen voor het aantal opgenomen pixels/de compressie te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
Geschatte waarden voor compressie-instellingen Compressie Superfijn Doel Hoge kwaliteit Opnamen van hoge kwaliteit maken Fijn Opnamen van standaardkwaliteit maken Normaal Normaal Meer opnamen maken z Zie Grootte beeldgegevens (geschat) (pag. 101). z Zie Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten (pag. 100). De digitale zoom gebruiken Opnamemodus U kunt opnamen maken met een combinatie van digitale en optische zoom. Max. circa 16x Foto's (alleen modus Films (alleen standaardmodus PowerShot A450 Max.
2 Druk op de knop en maak de opname . De gecombineerde digitale en optische zoominstelling wordt weergegeven op het LCD-scherm. Op basis van het ingestelde aantal opgenomen pixels, wordt door de zoomfunctie de maximale zoomfactor berekend waarna de beeldkwaliteit zichtbaar zal afnemen. De digitale zoomfunctie stopt als deze zoomfactor is bereikt en op het LCD-scherm verschijnt . Als u opnieuw op de knop drukt, kunt u nog verder inzoomen.
Continuopnamen Opnamemodus In deze modus worden continu opnamen gemaakt wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt. Als u de aanbevolen geheugenkaart* gebruikt, kunt u bij een ingestelde interval continu opnamen maken (vloeiende continuopname) tot de geheugenkaart vol is (pag. 100). * Aanbevolen geheugenkaart: Gebruik een supersnelle SDC-512 MSH-geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar) waarop onmiddellijk vóór de opname een low level format (pag. 25) is toegepast. 1 Menu FUNC. * (Transport mode) .
Briefkaart Opnamemodus U kunt opnamen met de optimale instellingen voor briefkaarten maken door de beelden in het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van ongeveer 3:2) te plaatsen, dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Menu FUNC. (Briefkaart). Zie Menu's en instellingen (pag. 18). * Standaardinstelling. Het aantal opgenomen pixels is ingesteld op (1600 x 1200) en de compressie op (Fijn). Het gebied dat niet wordt afgedrukt, wordt grijs weergegeven.
Zorg ervoor dat de datum en de tijd van de camera van tevoren zijn ingesteld (pag. 22, Verkorte handleiding pag. 7). Wanneer de datumstempel eenmaal in de beeldgegevens is opgenomen, kan deze niet meer worden verwijderd. Hulplijnen weergeven op het LCD-scherm Opnamemodus U kunt tijdens het maken van opnamen verticale en horizontale rasterlijnen, een 3:2-uitsnede of beide hulpmiddelen op het LCDscherm weergeven om de positie van het onderwerp nauwkeuriger te bepalen.
Filmopnamen maken Opnamemodus De volgende filmmodi zijn beschikbaar. Meer informatie over het aantal opgenomen pixels en de opnamesnelheid in elke modus kunt u vinden in 'Aantal opgenomen pixels en opnamesnelheid' (pag. 34). Standaard U kunt de resolutie selecteren en opnemen totdat de geheugenkaart vol is (wanneer u een supersnelle geheugenkaart gebruikt zoals het aanbevolen model SDC-512MSH). De digitale zoomfunctie kan tijdens het opnemen alleen worden gebruikt met de instelling (pag. 27).
2 Maak de opname. Als u de ontspanknop half indrukt, worden de focus, belichting en witbalans automatisch ingesteld. Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden video en geluid tegelijkertijd opgenomen. Tijdens de opname worden de opnametijd en [ REC] weergegeven op het LCD-scherm. Druk opnieuw op de ontspanknop om de opname te beëindigen. De opname wordt in de volgende gevallen automatisch gestopt. - Wanneer de maximale opnametijd is verstreken.
Het aantal opnamepixels wijzigen U kunt het aantal opnamepixels wijzigen als de filmmodus is ingesteld op (Standaard). 1 Menu FUNC. * (Opn.Pixels). Zie Menu's en instellingen (pag. 18). * Standaardinstelling. z Gebruik de knop of om een aantal opnamepixels te kiezen en druk op de knop FUNC./SET. Aantal opnamepixels en opnamesnelheid De opnamesnelheid geeft het aantal beelden aan dat per seconde wordt opgenomen of weergegeven.
Verschillende methoden voor scherpstellen gebruiken Opnamemodus Het AF-kader geeft het gebied aan waarop is scherpgesteld. Afhankelijk van de geselecteerde AiAF-instelling worden de volgende AF-kaderopties gebruikt. (Geen kader) De camera detecteert het onderwerp en markeert de AF-kaders vanaf vijf beschikbare punten, die worden gebruikt om de focus te bepalen. Uit De opname wordt scherpgesteld met het middelste AF-kader.
Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (focus vergrendelen) Opnamemodus Het scherpstellen van de volgende typen onderwerpen kan moeilijk zijn. Objecten met bijzonder weinig contrast Scènes met een combinatie van onderwerpen dichtbij en ver weg Composities met bijzonder heldere objecten in het midden Objecten die snel bewegen Objecten achter glas: houd de camera zo dicht mogelijk tegen het glas om de kans op lichtreflectie te verkleinen.
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken Opnamemodus 1 (Opname) Menu / . (Lichtmeting) */ Zie Menu's en instellingen (pag. 18). * Standaardinstelling. Lichtmeetmethoden Gem. centrum meeting De gemiddelde belichting van het gehele beeld wordt berekend, maar het object in het midden krijgt meer gewicht. Spot Het gebied binnen het spotmetingpunt midden op het LCD-scherm wordt gemeten. Gebruik deze instelling wanneer u de belichting wilt instellen op het onderwerp midden op het scherm.
De belichtingscompensatie aanpassen Opnamemodus Geef een positieve waarde op voor de belichtingscompensatie om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt wanneer het van achter wordt belicht of als de achtergrond erg helder is. Geef een negatieve waarde op voor de belichtingscompensatie om te voorkomen dat het onderwerp te licht wordt bij een nachtopname of als de achtergrond erg donker is. 1 Menu FUNC. * (Comp.). Zie Menu's en instellingen (pag. 18). * Standaardinstelling.
2 Gebruik de knop te selecteren of om de sluitertijd . Hoe hoger de waarde, des te helderder het beeld. Hoe lager de waarde, des te donkerder het beeld. Als u nu op de knop MENU drukt, gaat u terug naar het scherm waar u de belichtingscompensatie kunt selecteren. Opnamen Deze instelling vervalt als de camera wordt uitgeschakeld. Bij CCD-beeldsensoren neemt de hoeveelheid ruis in het opgenomen beeld toe bij lange sluitertijden.
De witbalans aanpassen Opnamemodus Normaal selecteert de witbalansinstelling Auto automatisch de optimale witbalans. Pas de instelling van de witbalans aan de lichtbron aan als de instelling (Auto) geen natuurlijke kleuren kan genereren. 1 Menu FUNC. * (Auto). Zie Menu's en instellingen (pag. 18). * Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een instelling voor de witbalans te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
De aangepaste witbalans gebruiken U kunt de optimale witbalans voor een opname instellen door de camera een stuk wit papier, een witte doek of grijs karton van fotografische kwaliteit te laten evalueren om de standaardkleur wit in te stellen. Vooral in de volgende situaties, waarin de witbalans met de optie (Auto) moeilijk kan worden ingesteld, kunt u beter een aangepaste witbalans instellen.
U wordt aangeraden de opnamemodus te kiezen en de belichtingscompensatie op [±0] in te stellen voordat u een aangepaste witbalans instelt. De witbalans kan mogelijk niet goed worden ingesteld wanneer de belichtingsinstelling onjuist is (het beeld is volledig zwart of wit). Maak de opnamen met dezelfde instellingen die u hebt gebruikt bij het aanpassen van de witbalans. Als de instellingen verschillen, gebruikt u mogelijk niet de optimale witbalans.
Opnamen maken in een My Colors-modus Opnamemodus U kunt het algemene beeld van een opname wijzigen tijdens het opnemen. My Colors uit Met deze instelling maakt u normale opnamen. De nadruk komt te liggen op contrast en kleurintensiteit, zodat u een opname met heldere kleuren krijgt. Neutraal Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, zodat u neutrale kleuren krijgt. Sepia De opnamen worden gemaakt in sepiakleuren. Zwart/Wit Hiermee krijgt u zwart-witopnamen.
De camera instellen op een Custom Kleur-modus 1 (Custom Kleur) . Zie Menu's en instellingen (pag. 18). 2 Gebruik de knop of om [Contrast], [Scherpte] of [Verzadiging] te selecteren. Gebruik de knop of om deze waarden aan te passen. De aangepaste kleur wordt weergegeven. Aanpassen Optie selecteren 3 . De instelling wordt voltooid. Als u nu op de knop MENU drukt, gaat u terug naar het scherm waar u een My Colors-modus kunt selecteren.
De ISO-waarde aanpassen Opnamemodus Kies een hogere ISO-waarde om een korte sluitertijd te gebruiken als u het effect van camerabewegingen wilt verminderen of wazige opnamen wilt voorkomen, of om de flitser uit te schakelen bij het maken van opnamen in een donkere omgeving. 1 Menu FUNC. * (Automatisch). Zie Menu's en instellingen (pag. 18). * Standaardinstelling.
Een doelmap voor beelden maken Opnamemodus U kunt op ieder moment een nieuwe map maken. De opnamen worden automatisch in die map opgeslagen. Een nieuwe map maken voor de volgende Maak nieuwe folder keer dat u opnamen maakt. Als u een extra map wilt maken, plaatst u nog een vinkje. Maak autom. 1 U kunt ook een datum en tijd opgeven als u een nieuwe map wilt maken met een opnametijd na de opgegeven datum en tijd. (Instellen) Menu (Maak folder). Zie Menu's en instellingen (pag. 19).
De dag of het tijdstip instellen voor het automatisch maken van een map. 2 Selecteer een datum voor de optie [Maak autom.] en een tijd voor de optie [Tijd] . wordt weergegeven als de opgegeven tijd nadert. Het pictogram verdwijnt zodra de nieuwe map is gemaakt. Opnamen Er kunnen maximaal 2000 beelden in een map worden bewaard. Er wordt automatisch een nieuwe map gemaakt als u meer dan 2000 opnamen maakt, zelfs als u zelf geen nieuwe map maakt.
Bestandsnummering opnieuw instellen Opnamemodus Aan de opnamen die u maakt, worden automatisch bestandsnummers toegewezen. U kunt selecteren hoe bestandsnummers worden toegewezen. 1 (Instellen) Menu (Bestandnr.) [Continu]*/[Auto reset]. Zie Menu's en instellingen (pag. 19). * Standaardinstelling. Functie File No. Reset Continu De volgende opname krijgt een nummer dat één hoger is dan de vorige opname.
Nummers van bestanden en mappen Opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers toegewezen, beginnend bij 0001 en eindigend bij 9999. Bij mappen beginnen de nummers bij 100 en eindigen ze bij 999. In een map kunnen maximaal 2000 beelden worden opgeslagen.
Opnamen weergeven/wissen Raadpleeg ook de Verkorte gebruikershandleiding (pag. 18). Beelden vergroten 1 Druk op de knop . Als u op de knop drukt, wordt weergegeven. Hiermee kunt u beelden met maximaal factor 10 vergroten. Druk op de knop om uit te zoomen. Druk op de knop of om in de vergrote weergave naar het volgende Geschatte locatie van het of vorige beeld te gaan. weergegeven gebied 2 Druk op de knop met de knop , , en verschuif het beeld of .
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) 1 Houd ingedrukt. Geselecteerd beeld In de indexweergave kunt u maximaal negen beelden tegelijk bekijken. Gebruik de knop , , of om een ander beeld te selecteren. Film Terugkeren naar de enkelvoudige weergave Houd de knop FUNC./SET ingedrukt.
Films weergeven U kunt geen films afspelen als de indexweergave is geactiveerd. 1 Geef een film weer en druk op . Beelden met het pictogram zijn films. Bedieningspaneel voor films Volume (Pas het volume aan met de knop of ) 2 Selecteer (Afspelen) en druk op . De film wordt tijdelijk onderbroken wanneer u tijdens het afspelen op de knop FUNC./SET drukt. Het afspelen gaat verder als u nogmaals op die knop drukt. Wanneer het afspelen is voltooid, wordt het laatste beeld weergegeven.
Gebruik de knoppen van de televisie om het gewenste volume in te stellen wanneer u een film op de tv bekijkt (pag. 62). Geluid kan niet in slowmotion worden afgespeeld. Beelden op het scherm roteren U kunt beelden 90º of 270º rechtsom roteren op het scherm. Origineel (Keuze) Menu 270° . Zie Menu's en instellingen (pag. 19). 2 Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt roteren en druk op om het roteren uit te voeren. Druk herhaaldelijk op de knop FUNC.
Geluidsmemo's aan beelden toevoegen In de afspeelmodus (enkelvoudige weergave en indexweergave) kunt u geluidsmemo's van maximaal 1 minuut koppelen aan beelden. De geluidsgegevens worden opgeslagen in de WAVE-indeling. 1 (Keuze) Menu . Zie Menu's en instellingen (pag. 19). 2 Gebruik de knop of om het beeld te selecteren waaraan u een geluidsmemo wilt toevoegen en druk op . Het bedieningspaneel voor geluidsmemo's wordt weergegeven. 3 Selecteer (Opnemen) en druk op .
Bedieningspaneel voor geluidsmemo's Uit Opnemen Pauze Afspelen Wissen Selecteer [Wissen] in het bevestigingsscherm en druk op de knop FUNC./SET. U kunt geen geluidsmemo’s toevoegen aan films. Geluidsmemo's voor beveiligde beelden kunnen niet worden gewist.
Automatische weergave (Dia Shows) Beelden op de geheugenkaart automatisch weergeven. * De beeldinstellingen voor diashows worden gebaseerd op de DPOF-norm (Digital Print Order Format). Alle beelden – 1 Alle beelden op een geheugenkaart op volgorde weergeven. Datum Alle beelden met een specifieke datum op volgorde weergeven. Folder Alle beelden in een specifieke map op volgorde weergeven. Films Alleen filmbestanden op volgorde afspelen. Foto's Alleen foto's afspelen op volgorde.
3 Selecteer [Start] en druk op . Tijdens de diashows zijn de volgende functies beschikbaar. - De diashow onderbreken/hervatten: druk op de knop FUNC./SET. - De diashow snel vooruit of achteruit afspelen: druk op de knop of (houd de knop ingedrukt om sneller tussen de beelden te schakelen). - De diashow stoppen: druk op de knop MENU. Overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt wanneer een beeld wordt vervangen door een ander. Standaardweergave.
Een datum of map selecteren om beelden van weer te geven ( / ) 1 2 Selecteer en druk op . Selecteer de datum of de map die u wilt weergeven met de knop of en druk op de knop .
Beelden selecteren om weer te geven ( - ) Selecteer alleen die beelden die u wilt afspelen en sla die op als diashow (Custom 1, 2 of 3). U kunt maximaal 998 beelden selecteren. Ze worden afgespeeld in de volgorde waarin ze zijn geselecteerd. 1 Selecteer , of en druk op . Eerst wordt alleen het pictogram weergegeven. Wanneer u instelt, verandert het pictogram in en wordt weergegeven. en veranderen op dezelfde manier wanneer deze worden ingesteld.
De instellingen voor Speeltijd en Herhalen aanpassen Speeltijd Hiermee kunt u opgeven hoe lang elk beeld moet worden weergegeven. Kies uit 3*-10 seconden, 15 seconden en 30 seconden. Afhankelijk van het beeld kan de weergaveduur enigszins variëren. * Standaardinstelling. Herhalen Hiermee geeft u op of de diashow moet worden beëindigd wanneer alle beelden zijn weergegeven of opnieuw moet worden afgespeeld.
Beelden beveiligen U kunt belangrijke beelden en films beveiligen, zodat deze niet per ongeluk kunnen worden gewist. 1 (Keuze) Menu . Zie Menu's en instellingen (pag. 19). 2 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren en druk vervolgens op . Beveiligingspictogram Opnamen weergeven/wissen U kunt de instelling annuleren door nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt beelden ook beveiligen in de indexweergave.
Beelden weergeven op een televisie Gebruik de bijgeleverde AV-kabel om beelden op een tv weer te geven. 1 2 Schakel de camera en de televisie uit. Sluit de AV-kabel aan op de A/V OUT-uitgang van de camera. Open het klepje van de uitgang door uw vingernagel onder de rand te schuiven en het klepje open te trekken. Steek vervolgens het stekkertje van de AV-kabel helemaal in de aansluiting. 3 Sluit de andere uiteinden van de AV-kabel aan op de ingangen voor video en audio van de televisie.
Alle beelden wissen Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk daarom goed na voordat u opnamen wist. Beveiligde beelden kunnen met deze functie niet worden gewist. 1 (Keuze) Menu . Zie Menu's en instellingen (pag. 19). 2 Selecteer [OK] en druk op . Als u het wissen wilt annuleren, selecteert u [Stop]. Opnamen weergeven/wissen Formatteer de geheugenkaart als u niet alleen de beelden maar ook alle andere gegevens op de geheugenkaart wilt wissen (pag. 25).
Afdruk-/verzendinstellingen DPOF-afdrukinstellingen opgeven Met de camera kunt u vooraf de beelden op een geheugenkaart selecteren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOF-norm (Digital Print Order Format). Dit is heel handig als u beelden wilt afdrukken met een printer die de functie Direct Print ondersteunt of als u beelden wilt verzenden naar een fotozaak die DPOF ondersteunt.
2 Gebruik de knop of om beelden te selecteren die u wilt afdrukken. De selectiemethode is afhankelijk van Aantal exemplaren de instellingen voor het afdruktype (pag. 66). (Standaard)/ (Beide) Selecteer een beeld, druk op de knop FUNC./SET en gebruik de knop of om het aantal afdrukken te selecteren (maximaal 99). - (Index) Selecteer een beeld en druk op de knop FUNC./SET om het beeld te selecteren of de selectie ervan op te heffen.
De uitvoer van sommige printers of fotozaken is niet altijd in overeenstemming met de opgegeven afdrukinstellingen. Voor films kunt u geen afdrukinstellingen selecteren. De beelden worden in volgorde van bestandsnummer afgedrukt. U kunt maximaal 998 beelden selecteren. Als [Afdruktype] is ingesteld op [Beide], kan het aantal afdrukken worden ingesteld. Als deze optie is ingesteld op [Index], kan het aantal niet worden ingesteld (er word slechts één afdruk gemaakt).
De instellingen voor Datum en File No. wijzigen volgens het Afdruktype als volgt. - Index [Datum] en [File No.] kunnen niet tegelijkertijd zijn ingesteld op [Aan]. - Standaard of Beide [Datum] en [File No.] kunnen niet tegelijkertijd zijn ingesteld op [Aan], maar de afdrukbare informatie kan per printer verschillen. Beelden die met (Briefkaart met ingesloten datum) (pag. 30) van een datum zijn voorzien, worden altijd afgedrukt met de datum, ongeacht de instelling van [Datum].
Afzonderlijke beelden 2 Selecteer [Opdracht] en druk op . Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen. 3 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren en druk vervolgens op . Verzendselectie U kunt de selectie van een instelling opheffen door nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt ook opnamen selecteren in de indexweergave. Alle beelden op een geheugenkaart 2 Selecteer [Markeer] en druk op . Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen.
Problemen oplossen Camera Camera doet niets. De camera is niet ingeschakeld. De geheugenkaartsleuf of het batterijcompartiment is open. De batterijen zijn omgekeerd in het batterijcompartiment geplaatst. U gebruikt niet het juiste type batterijen. Batterij is bijna leeg en de camera werkt niet. Het bericht 'Vervang de batterijen' wordt weergegeven. Bij het inschakelen van de camera Het bericht 'Kaart op slot!' wordt weergegeven.
LCD-scherm Het scherm blijft leeg. Het LCD-scherm is niet ingesteld op weergeven. Druk op de knop DISP. (Weergave) om het LCD-scherm in te schakelen (pag. 12). Het scherm wordt donkerder. De weergave van het LCDscherm wordt donkerder in sterk zonlicht of fel licht. Dit is normaal bij apparaten met CCD's en wijst niet op een storing of defect. (Dit beeld wordt niet opgenomen bij het maken van foto's, maar wel bij filmopnamen.) Het scherm knippert.
wordt weergegeven. Dit wordt weergegeven wanneer op de geheugenkaart afdrukinstellingen of verzendinstellingen zijn opgeslagen die zijn ingesteld door andere camera's die DPOF ondersteunen. Deze instellingen worden overschreven door de instellingen die u opgeeft (pag. 64). Er wordt ruis weergegeven of de bewegingen van het onderwerp zien er onregelmatig uit. Het beeld op het LCD-scherm wordt automatisch lichter gemaakt, zodat het beter zichtbaar is bij opnamen in donkere omstandigheden (pag. 12).
De SD- of SDHCgeheugenkaart is beveiligd tegen schrijven. Duw het schuifje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart omhoog (pag. 85). Beeld in zoeker versus opgenomen beeld Doorgaans bevat het opgenomen beeld meer van de omgeving dan in de zoeker te zien is. Controleer de opname op het LCD-scherm. Aangezien het verschil nog versterkt wordt in de modi Macro en Super Macro, kunt u bij close-ups het beste het LCDscherm gebruiken (pag. 12). Het beeld is wazig of onscherp.
Het onderwerp van de opname is te donker. Er is niet voldoende licht. Het onderwerp is onderbelicht omdat de omgeving te helder is. Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. Schakel de flitser in (Verkorte handleiding pag. 13). Stel de belichtingscompensatie in op een positieve waarde (+) (pag. 38). Gebruik de spotmeetfunctie (pag. 37). Zorg er bij het gebruik van de ingebouwde flitser voor dat u de opname maakt op de juiste afstand van het onderwerp (pag. 96).
Er verschijnen witte stippen op het beeld. Het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stofdeeltjes of insecten in de lucht. (Dit valt vooral op wanneer u fotografeert met een grote beeldhoek.) Dit is een fenomeen dat optreedt bij digitale camera's en wijst niet op een storing of defect. Ogen worden rood weergegeven. Er wordt licht weerspiegeld van de ogen wanneer de flitser wordt gebruikt in een donkere omgeving. Stel de functie (Rode ogen) in op [Aan] en maak de opnamen (Verkorte handleiding pag.
De lens wordt niet ingetrokken. Het klepje van de geheugenkaartsleuf of het batterijcompartiment is geopend terwijl de camera was ingeschakeld. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf of het batterijcompartiment en schakel de camera vervolgens in en weer uit (Verkorte handleiding pag. 5). Films opnemen De opnametijd wordt mogelijk niet goed weergegeven of de opname wordt onverwacht gestopt. De volgende typen geheugenkaarten worden gebruikt. - Kaarten waarop langzaam wordt opgenomen.
Weergave Kan niet afspelen. U probeert beelden af te spelen die met een andere camera zijn gemaakt of met een computer zijn bewerkt. Computerbeelden die niet kunnen worden weergegeven, worden mogelijk wel weergegeven als u deze naar de camera overbrengt met het softwareprogramma ZoomBrowser EX of ImageBrowser, dat bij de camera is geleverd. De bestandsnaam is gewijzigd met een computer of de bestandslocatie is gewijzigd.
Batterij De batterijen zijn snel leeg. U gebruikt niet het juiste type batterijen. Gebruik uitsluitend ongebruikte AA-alkalinebatterijen of AA-NiMHbatterijen van Canon (pag. 83). De capaciteit van een batterij wordt minder bij een lage omgevingstemperatuur. Als u opnamen maakt op een locatie waar het koud is, kunt u de batterijen opwarmen door deze bijvoorbeeld in uw borstzakje of broekzak te doen voordat u ze gebruikt. De polen van de batterij zijn vuil.
Afdrukken met een printer die Direct Print ondersteunt Kan niet afdrukken. 78 De camera en printer zijn niet correct aangesloten. Sluit de camera aan op de printer met behulp van de opgegeven kabel. De printer is niet ingeschakeld. Zet de printer aan. De aansluitmethode voor de printer is onjuist. Selecteer in het menu (Instellen) de opties [Print methode] en [Auto] (pag. 23).
Overzicht van berichten De volgende berichten kunnen tijdens het opnemen of weergeven van beelden op het LCD-scherm verschijnen. In de Gebruikershandleiding voor Direct Print vindt u meer informatie over de berichten die verschijnen als de camera op een printer is aangesloten. Bezig... Er wordt een opname op de geheugenkaart vastgelegd, of de weergavemodus wordt gestart.
Fout in benaming. Het beeldbestand kan niet worden gemaakt, omdat er een beeld is dat dezelfde naam heeft als de map die de camera probeert te maken of omdat het hoogste bestandsnummer is bereikt. Stel in het menu Instellen de optie [Bestandnr.] in op [Auto Reset]. U kunt ook eerst alle beelden die u wilt bewaren opslaan op een computer en vervolgens de geheugenkaart formatteren. Houd er rekening mee dat door het formatteren alle beelden en andere gegevens worden gewist.
Kan niet roteren U probeert een beeld dat met een andere camera of een ander gegevenstype is opgenomen, een beeld dat met een computer is bewerkt of een film te roteren. Incompatible WAVE Er kan geen geluidsmemo worden toegevoegd aan dit beeld omdat het gegevenstype van de bestaande memo onjuist is, of de geluidsmemo kan niet worden afgespeeld.
Lens fout, herstart camera Er is een fout gedetecteerd terwijl de lens in beweging was. De camera is automatisch uitgeschakeld. Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de lens gebruikt op een plaats met veel stof- of zanddeeltjes in de lucht. Probeer de camera opnieuw in te schakelen en hervat het opnemen of weergeven.
Bijlage Omgaan met de batterijen Batterijniveau Het volgende pictogram en bericht worden weergegeven. Batterijniveau is laag. Als u de camera gedurende langere tijd wilt gebruiken, dient u de batterijen zo snel mogelijk te vervangen. Vervang de batterijen De batterijen zijn helemaal leeg en de camera werkt niet meer. Vervang de batterijen onmiddellijk. Waarschuwingen bij het gebruik van de batterijen Bijlage Deze camera werkt op AA-alkalinebatterijen of AA-NiMHbatterijen van Canon (apart verkrijgbaar).
Veeg de polen goed af met een droge doek alvorens de batterijen te plaatsen. Als de batterijpolen zijn bevuild met huidvet of ander vuil, kan het aantal mogelijke opnamen of de gebruiksduur van de camera drastisch afnemen. Bij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterijen afnemen en verschijnt het pictogram voor een laag batterijniveau ( ) mogelijk eerder dan gebruikelijk.
Het gebruik van de geheugenkaart SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart Schrijfvergrendeling Vergrendeling voor schrijfbeveiliging Schuif de vergrendeling omhoog. Schrijven/wissen mogelijk Schuif de vergrendeling omlaag (hiermee beschermt u de beelden en andere gegevens op de kaart) Schrijven/wissen niet mogelijk Waarschuwingen bij het gebruik Bijlage Geheugenkaarten zijn elektronische precisie-instrumenten.
Formatteren Wees u ervan bewust dat het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart ertoe leidt dat alle gegevens op de kaart worden gewist, inclusief beveiligde opnamen. Het wordt aanbevolen om in uw camera geheugenkaarten te gebruiken die al van te voren zijn geformatteerd. • De kaart die bij de camera is geleverd, kan direct worden gebruikt en hoeft niet meer te worden geformatteerd.
Gebruik van de voedingssets (afzonderlijk verkrijgbaar) Oplaadbare batterijen gebruiken (Set van batterij en oplader CBK4-300) Deze set bevat een batterijlader en vier oplaadbare AA-NiMH-batterijen (nikkelmetaalhydride). Laad de batterijen op de hieronder aangegeven wijze op. Opladen is ook mogelijk met slechts twee batterijen.
Veeg de batterijpolen in de volgende situaties goed af met een droge doek, omdat de polen bevuild kunnen zijn met huidvet of ander vuil: - als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk is afgenomen - als het aantal mogelijke opnamen aanzienlijk is afgenomen - alvorens de batterijen op te laden (plaats en verwijder de batterijen twee of drie keer alvorens ze daadwerkelijk op te laden) - als het opladen binnen enkele minuten is voltooid (het oplaadlampje blijft branden) Mogelijk kunt u de batterijen vanwege
Als de batterijen volledig leeg zijn, duur het circa 4 uur en 40 minuten om ze volledig op te laden. Als aan beide zijden van de oplader twee batterijen zijn geplaatst, zal het opladen circa twee uur duren (blijkens tests van Canon). Laad batterijen op in een omgeving met een temperatuur van tussen de 0 en 35 °C. De oplaadtijd kan verschillen en is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het batterijniveau. Tijdens het opladen kan de oplader geluid produceren. Dit is geen defect.
Gebruik van een externe flitser (apart verkrijgbaar) Krachtige flitser HF-DC1 Deze flitser wordt gebruikt als aanvulling op de ingebouwde flitser, als het onderwerp zich te ver weg bevindt voor een behoorlijke belichting. Gebruik de volgende procedure om de camera en de krachtige flitser te bevestigen aan de montageplaat. Lees de instructies bij de flitser en deze uitleg.
Voordat u de montageplaat aan de flitser bevestigt, controleert u of de lithiumbatterij (CR123A of DL123) is geïnstalleerd. Voor een goede belichting van de onderwerpen moet de flitser aan de zijkant van de camera en parallel aan de voorkant van de camera worden bevestigd. Ook als u een flitser hebt aangesloten, kunt u gebruikmaken van een statief.
De datumbatterij vervangen Als het menu Datum/Tijd wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt, is het energieniveau van de datumbatterij laag en zijn de datum- en tijdinstellingen verloren gegaan. Koop een lithiumknoopcelbatterij (CR1220) en plaats deze volgens de hierna aangegeven instructies. De eerste datumbatterij is relatief snel leeg nadat u de camera hebt aangeschaft. Dit komt doordat de batterij al tijdens de productie in de camera wordt geplaatst en niet wanneer u de camera koopt.
6 Breng het klepje weer op zijn plaats en draai de schroef weer vast. 7 Stel de datum en tijd in als het menu Datum/Tijd wordt weergegeven (Verkorte handleiding pag. 7). Nadat u de camera hebt aangeschaft en deze voor het eerst hebt ingeschakeld, hoeft u, hoewel het menu Datum/Tijd wordt weergegeven, de datumbatterij niet te vervangen. Als u uw camera wegdoet, moet u eerst de datumbatterij verwijderen.
Onderhoud en verzorging van de camera Gebruik nooit oplosmiddelen, wasbenzine, schoonmaakmiddelen of water om de camera te reinigen. Deze middelen kunnen de apparatuur aantasten of beschadigen. Camerabehuizing Verwijder het vuil voorzichtig van de camerabehuizing met een zachte doek of een brillendoekje. Lens Gebruik eerst een lensblazer om stof en vuil te verwijderen en verwijder vervolgens het resterende vuil door de lens voorzichtig schoon te vegen met een zachte doek.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op de standaardtestmethoden van Canon. Wijzigingen zonder kennisgeving zijn mogelijk. PowerShot A460/PowerShot A450 Effectieve pixels in camera Beeldsensor Lens Digitale zoom AF-systeem : 1/3,0 inch CCD (totaal aantal pixels: circa 5,3 miljoen) : PowerShot A460: 5,4 (G) - 21,6 (T) mm (overeenkomstig bereik bij analoge camera's: 38 (G) - 152 (T) mm) f/2.8 (G) - f/5.
Scherpstelbereik (vanaf de voorkant van de lens) : Normaal: 47 cm – oneindig Macro: 5 – 47 cm (G), 25 – 47 cm (T) Super Macro: 1 – 5 cm (G) Oneindig: 3 m - oneindig Sluiter : Mechanische sluiter en elektronische sluiter Sluitertijden : 15 - 1/2000 sec. • De sluitertijd varieert naargelang de opnamemodus. • Lange sluitertijden van 1,3 sec. of langer werken met ruisreductie.
Opnamemedia : SD-geheugenkaart/SDHC-geheugenkaart/ MultiMediaCard Bestandsindeling : Design rule for Camera File-systeem compatibel met DPOF Gegevens- (Foto's) : Exif 2.2 (JPEG)* type Geluidsmemo's: WAVE (mono) (Films) : AVI (beeldgegevens: Motion JPEG; audiogegevens: WAVE (mono)) * Deze digitale camera ondersteunt Exif 2.2 (ook 'Exif Print' genoemd). Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de communicatie tussen digitale camera's en printers.
Weergavemodi Direct Print Interface Communicatieinstellingen Voedingsbron Omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid Afmetingen (exclusief uitstekende onderdelen) Gewicht (alleen camerabehuizing) 98 : Enkelvoudig, Index (9 miniaturen), Vergroot (circa 10x (max.) op LCD-scherm, volgende of vorige beelden vergroot weergeven mogelijk), Diashow, My Colors (afspelen), Geluidsmemo's (max. 1 min.) of Film afspelen (slowmotion mogelijk).
Batterijcapaciteit Aantal beelden LCD-scherm ingeschakeld LCD-scherm Weergavetijd (gebaseerd op uitgeschakeld de CIPA-norm) AA-alkalinebatterijen Circa 120 opnamen Circa 800 opnamen Circa 9 uur AA-NiMH-batterijen (NB-3AH (apart verkrijgbaar)) Circa 400 opnamen Circa 1300 opnamen Circa 11 uur De werkelijke waarden zijn afhankelijk van de opnameomstandigheden en de instellingen. Met uitzondering van filmgegevens.
Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten : Kaart meegeleverd met de camera Opnamepixels Compressie 16 MB SDC-128M SDC512MSH 5 49 190 10 87 339 21 173 671 9 76 295 16 136 529 33 269 1041 14 121 471 26 217 839 50 411 1590 56 460 1777 88 711 2747 138 1118 4317 (Briefkaart) 1600 x 1200 pixels 26 217 839 (Breed) 2592 x 1456 pixels 7 64 251 14 118 457 28 229 888 (Groot) 2592 x 1944 pixels (Normaal 1) 2048 x 1536 pixels (Normaal 2) 1600 x 1200 pixels (Klei
Film : Kaart meegeleverd met de camera Standaard Compact Opnamepixels 16 MB SDC128M SDC512MSH 640 x 480 pixels (10 beelden/sec.) 23 sec. 3 min. 10 sec. 12 min. 16 sec. 320 x 240 pixels (30 beelden/sec.) 22 sec. 3 min. 1 sec. 11 min. 42 sec. 160 x 120 pixels (15 beelden/sec.) 1 min. 47 sec. 14 min. 29 sec. 55 min. 57 sec. * Maximumlengte van een filmclip bij : 3 min. De cijfers geven de maximale continuopnametijd aan.
MultiMediaCard Interface Compatibel met MultiMediaCard-standaarden Afmetingen 32,0 x 24,0 x 1,4 mm Gewicht Circa 1,5 g SD-geheugenkaart Interface Compatibel met de standaard voor SD-geheugenkaarten Afmetingen 32,0 x 24,0 x 2,1 mm Gewicht Circa 2 g NiMH-batterij NB-3AH (Geleverd bij de afzonderlijk verkrijgbare set van NiMH-batterijen NB4-300 of de set van batterij en oplader CBK4-300) Type AA-NiMH-batterijen (nikkelmetaalhydride) Nominale spanning 1,2 V DC Nominale capaciteit 2500 mAh (min.
Batterijlader CB-5AH/CB-5AHE (Geleverd bij de afzonderlijk verkrijgbare set van batterij en oplader CBK4-300) Nominaal ingangsvermogen 100 – 240 V AC (50/60 Hz), 16 VA (100 V) - 21 VA (240 V), 0,18 A Nominaal uitgangsvermogen 565 mA*1 , 1275 mA*2 Oplaadtijd Circa 4 uur en 40 min.
Index Cijfers 3:2-uitsnede .............................. 31 A Aangepaste witbalans ............... 41 Aantal beelden .......................... 34 Afdrukken............. 64, Verkorte 22 AF-hulplicht .........................20, 72 AF-kader............................. 14, 35 AV-kabel ................................... 62 B Batterijen Batterijcapaciteit.................... 99 Omgaan met ......................... 83 Opladen................................ 87 Beeldgegevens (geschatte grootte) .............
K Knop Afdrukken/Delen ............... Verkorte 3, Verkorte 22, ...................................Verkorte 30 Knop ON/OFF .................. Verkorte 3, Verkorte 8 L Lampje .........................Verkorte 4 LCD-scherm het LCD-scherm gebruiken.... 12 Informatie over de opname.... 14 Informatie over de weergave.............................. 15 Nachtscherm ........................ 13 Lichtmeetmethoden............. 37, 37 M Maak folder............................... 46 Macro .........................
T Taal ............................. Verkorte 7 Tele ........................... Verkorte 12 V Vergroten ..................................50 Verplaats ................... Verkorte 30 Videosysteem ........................... 62 Vloeiende continuopname .........29 Voedingsadapterset ACK800..... 89 W Weergave .................. Verkorte 18 Weergave hervatten .... Verkorte 18 Wissen Afzonderlijke beelden .............................. Verkorte 19 Alle beelden .......................... 63 Witbalans .........
Disclaimer • Hoewel ernaar is gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer te geven, kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke fouten of weglatingen. • Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Functies beschikbaar in elke opnamemodus Stel de voor de omstandigheden gewenste opties in en maak de opname. Functie Opnamepixels (Foto's) Hoog – – Normaal 1 – – Normaal 2 Laag – – – – Briefkaart – – Breed – – – Opnamepixels (Film) Compressie Flitser1) Pagina – – – – – pag. 34 pag. 27 – Superfijn Fijn – – – – Normaal – – – – Automatisch Aan – – – – – Verkorte – pag. 13 – – 2) – – Verkorte pag. 14 – –4) – – Verkorte pag.
Functie Pagina Macromodus Modus Oneindig 5) – – – Verkorte pag. 15 5) 6) Digitale zoom Belichtingscompensatie Deelmeting Lichtmeetmethode Gem. centrum meting Spot – –7) – pag. 27 –7) – –7) – pag. 38 –7) – 3) – – – – 3) – – – pag. 37 Wit Balans8) – –7) pag. 40 My Colors – – pag. 43 9) ISO waarde –7) –7) –7) –7) pag. 45 1 10) Disp. Sjabloon pag. 31 Instelling beschikbaar ( Standaardinstelling).
NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen Foto van de PowerShot A460 Opnamen weergeven/ wissen Afdruk-/ verzendinstellingen Problemen oplossen Overzicht van berichten © 2007 CANON INC. Uitgebreide gebruikershandleiding CEL-SG3MA280 Bijlage Uitgebreide Gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.