Operation Manual

99
Bijlage
Batterijcapaciteit
De werkelijke waarden zijn afhankelijk van de
opnameomstandigheden en de instellingen.
Met uitzondering van filmgegevens.
Bij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterij
teruglopen en kan het pictogram waarmee wordt aangegeven dat
de batterij bijna leeg is, zeer snel verschijnen. In dat geval kunt u
de prestaties verbeteren door de batterij voor gebruik op te
warmen in uw broekzak.
Testomstandigheden
Aantal beelden
Weergavetijd
LCD-scherm
ingeschakeld
(gebaseerd op
de CIPA-norm)
LCD-scherm
uitgeschakeld
AA-alkaline-
batterijen
Circa
120 opnamen
Circa
800 opnamen
Circa 9 uur
AA-NiMH-batterijen
(NB-3AH (apart
verkrijgbaar))
Circa
400 opnamen
Circa
1300 opnamen
Circa 11 uur
Opnamen maken:
normale temperatuur (23 °C ± 2 °C), normale
relatieve vochtigheid (50% ± 20%), afwisselend
groothoeklens- en telelensfoto's met intervallen
van 30 seconden waarbij de flitser om de twee
opnamen flitst en de camera na elke tien opnamen
wordt uitgeschakeld. De camera blijft een redelijke
tijd uitgeschakeld*. Daarna wordt de camera weer
ingeschakeld en wordt de testprocedure herhaald.
De meegeleverde geheugenkaart van Canon wordt
gebruikt.
* Totdat de temperatuur van de batterij weer normaal is.
Afspelen:
normale temperatuur (23 °C ± 2 °C), normale relatieve
vochtigheid (50% ± 20%), continu weergeven waarbij
elk beeld 3 seconden zichtbaar is.
Zie Waarschuwingen bij het gebruik van de batterijen
(pag. 83).