Operation Manual

39
Opnamen
2
Gebruik de knop of om de sluitertijd
te selecteren .
Hoe hoger de waarde, des te
helderder het beeld. Hoe lager de
waarde, des te donkerder het beeld.
Als u nu op de knop MENU drukt,
gaat u terug naar het scherm waar
u de belichtingscompensatie kunt
selecteren.
Deze instelling vervalt als de camera wordt uitgeschakeld.
Bij CCD-beeldsensoren neemt de hoeveelheid ruis in het
opgenomen beeld toe bij lange sluitertijden. Bij deze
camera ondergaan beelden die met een sluitertijd van
langer dan 1,3 seconden zijn opgenomen, echter een
speciaal bewerking om de ruis te verwijderen, zodat
beelden van hoge kwaliteit worden vastgelegd. Het kan
echter enige tijd duren voordat de volgende opname kan
worden gemaakt.
Controleer op het LCD-scherm of het beeld is opgenomen
met de gewenste helderheid.
Houd er rekening mee dat camerabewegingen bij lange
sluitertijden een grote rol spelen. Zet de camera op een
statief.
Als u de flitser gebruikt, kan het beeld worden overbelicht.
Wanneer dit het geval is, stelt u de flitser in op .
De volgende functies zijn in de langesluitertijdmodus niet
beschikbaar:
- Belichtingscompensatie
-Lichtmeting
- ISO-waarde: Automatisch
- Flitser: Automatisch
-Slow sync