EF24-70mm f/4L IS USM NLD Handleiding
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product. De EF24-70mm f/4L IS USM van Canon is een hoogwaardig standaard zoomobjectief voor gebruik met EOS-camera’s. Het objectief wordt geïnstalleerd met een beeldstabilisator en maakt close-upfotografie met een maximale vergroting van 0,7x mogelijk wanneer de zoomring is ingesteld op macro. ●● “IS” is de afkorting voor beeldstabilisator. ●● “USM” is de afkorting voor ultrasone motor. Kenmerken 1.
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen ●● Kijk niet door de lens of de camera naar de zon of een andere heldere lichtbron. Dit beschadigt uw ogen. Het is vooral gevaarlijk wanneer u rechtstreeks door de lens naar de zon kijkt. ●● Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op de camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat de lens de zonnestralen samenbundelt, hetgeen zou kunnen resulteren in brand.
Benaming van de onderdelen Scherpstelmodusschakelaar (→ 5) Afstandsschaal (→ 11) Zonnekapbevestiging (→ 16) Zoomring (→ 5) Rubber ring (→ 4) Zoomringblokkeerhendel Filterschroefdraad (→ 17) (dient tevens als macroschakelaar) (→ 6, 7) Contactpunten (→ 4) Scherpstelring (→ 5) Beeldstabilisatorschakelaar (→ 12) Lensbevestigingsmarkering (→ 4) ●● Zie voor verdere informatie de pagina’s die tussen haakjes zijn vermeld (→ **).
1. Het objectief bevestigen en verwijderen Raadpleeg de handleiding van de camera voor informatie betreffende het bevestigen en verwijderen van het objectief. De lensbevestiging is van een rubber ring voorzien voor een optimale bescherming tegen stof en water. De rubber ring kan lichte afslijting rondom de lensbevestiging van de camera veroorzaken, maar dit is niets ernstigs. Als de rubber ring versleten is, kan deze tegen betaling bij een Canon servicecentrum worden vervangen.
2. D e scherpstelmodus instellen 3. Zoomen Om te zoomen, draait u aan de zoomring. Zet de scherpstelmodusschakelaar op AF als u wilt fotograferen in de autofocus (AF) modus. Als u de modus handmatig scherpstellen (MF) wilt gebruiken, zet u de scherpstelmodusschakelaar op MF. U kunt vervolgens scherpstellen door aan de scherpstelring te draaien. De scherpstelring werkt altijd, ongeacht de scherpstelmodus. Zorg dat u klaar bent met zoomen voordat u met scherpstellen begint.
4. De zoomring vergrendelen De zoomring kan vergrendeld worden met het objectief in de kortste stand. Deze functie is handig wanneer u de camera aan een riem draagt, om te voorkomen dat het objectief uitschuift. 1 Draai de zoomring in de uiterste groothoekstand (24 mm). 2 Schuif de zoomringblokkeerhendel in de richting aangegeven door de pijl. ●● Om de zoomring vrij te zetten, schuift u de zoomringblokkeerhendel in de tegenovergestelde richting van de pijl.
5. Instellen voor close-upfotografie Door de zoomring in te stellen op macro wordt close-upfotografie mogelijk gemaakt. 1 2 3 Schuif de macroschakelaar Draai de zoomring voorbij Laat de macroschakelaar (zoomringblokkeerhendel) het einde van de telelens los. naar MACRO. (70 mm) in het macrobereik Houd uw vinger op de hendel dat wordt aangeduid door zodat hij niet terugschuift de gele streep. naar de normale positie.
6. Close-upfotografie De gele streep op de afstandsschaal duidt het bereik aan waarin de beeldkwaliteit minimaal is tijdens close-upfotografie.* De volgende procedure beschrijft hoe u binnen het bereik, dat wordt aangeduid door de gele streep, kunt scherpstellen om foto’s in high definition vast te leggen. * Maximale vergroting is echter 0,5x bij het fotograferen binnen het bereik dat wordt aangeduid door de gele streep op de afstandsschaal.
Close-upfotografie ●● Stel voorzichtig scherp omdat de scherptediepte bij close-ups ondiep is. ●● De afstandsschaal van de scherpstelring is ontworpen voor het weergeven van afstanden tijdens normaal fotograferen. Als gevolg hiervan wordt de afstand niet weergegeven tijdens closeupfotografie.
7. Belichting tijdens close-upfotografie De belichting instellen Wanneer u foto’s maakt met de TTL-lichtmeetmethode is er geen belichtingscompensatie vereist om het licht te meten dat door de lens komt. Bij de TTL-lichtmeetmethode is AE (automatische belichting) bij alle scherpstelafstanden mogelijk. U hoeft alleen de gewenste fotografeermodus in te stellen en dan de sluitertijd en het diafragma te controleren voordat u de foto maakt.
8. S ymbool voor compensatie oneindige afstand 9. Infraroodindex Symbool voor compensatie oneindige afstand Afstandsmarkering Hiermee compenseert u voor de verschuiving van het scherpstelpunt oneindig als gevolg van veranderingen in de temperatuur. De positie oneindig bij normale temperatuur is het punt waarbij de verticale lijn van het L-merkteken van de afstandsschaal op één lijn ligt met de afstandsmarkering.
10. Beeldstabilisator U kunt de beeldstabilisator in de AF- en de MF-modus gebruiken. Deze functie zorgt voor optimale stabilisatie van het beeld overeenkomstig de opname-omstandigheden (zoals bij opnamen van stilstaande onderwerpen, het volgen van onderwerpen en close-upopnamen). ON OFF 1 Zet de STABILIZERschakelaar op ON. ●● De Hybride IS wordt geactiveerd tijdens closeupopnamen (zie pagina 8), die een zeer effectieve beeldstabilisatie verschaft.
Beeldstabilisator ●● Hoe dichter het onderwerp bij de camera is, hoe kleiner het effect van de beeldstabilisator. ●● De beeldstabilisator kan een wazige foto die wordt veroorzaakt door beweging van het onderwerp niet compenseren. ●● Zet de STABILIZER-schakelaar op OFF wanneer u foto’s neemt met de Bulb-instelling (lange belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar op ON staat, kan de beeldstabilisatorfunctie fouten veroorzaken.
11. Beeldstabilisatie tijdens close-upfotografie Bij normale close-upfotografie dient bij een sterkere vergroting een kortere sluitertijd te worden gebruikt, om waas als gevolg van camerabewegingen te voorkomen. Hoewel het van de opnameomstandigheden afhangt, moet de sluitertijd gewoonlijk minstens één of twee stops korter zijn dan normaal. De vergroting verwijst naar de verhouding tussen de grootte van het onderwerp en het corresponderende beeldformaat op het scherpstelvlak.
12. Close-upfoto’s maken met de camera in de hand Bij het maken van close-upfoto’s bestaat er een grotere kans op camerabewegingen dan bij normale foto’s. De correctieve werking van de beeldstabilisator is daarom minder bij close-upfoto’s dan bij normale foto’s, zelfs bij dezelfde hoeveelheid camerabeweging. De scherptediepte wordt ook erg kort bij close-upfoto’s; wanneer slechts een weinig naar voren of achteren wordt gegaan, zal de foto al niet meer scherp zijn.
13. Zonnekap De EW-83L zonnekap kan gebruikt worden om ongewenst licht uit de lens te houden en om de voorkant van de lens te beschermen tegen regen, sneeuw en stof. Knop ●Bevestigen Om de zonnekap te bevestigen, lijnt u het bevestigingspositieteken van de zonnekap uit met het rode puntje op de voorkant van het objectief en dan draait u de zonnekap zoals aangegeven door de pijl totdat het rode puntje op het objectief is uitgelijnd met het stoppositieteken van de zonnekap.
14. F ilters (los verkrijgbaar) U kunt een filter aanbrengen op de filterschroefdraad aan de voorkant van de lens. ●● Als u een polarisatiefilter nodig hebt, gebruik dan het Canon circulair polarisatiefilter PL-C B (77 mm). ●● Verwijder eerst de zonnekap wanneer u het polarisatiefilter wilt afstellen. 15. C lose-uplenzen (los verkrijgbaar) Door een 500D (77 mm) close-uplens te bevestigen, wordt close-upfotografie ingeschakeld. De vergroting zal 0,05x – 0,29x zijn.
Technische gegevens Brandpuntsafstand/diafragma 24-70mm f/4 Objectiefconstructie 12 groepen, 15 elementen Minimaal diafragma f/22 Beeldhoek Diagonaal: 84° – 34°, Verticaal: 53° – 19° 30′, Horizontaal: 74° – 29° Kortste scherpstelafstand 0,38 m (0,2 m in het macrobereik; werkafstand van ca. 3 cm) Maximale vergrotingsfactor 0,21x (bij 70 mm); 0,7x in het macrobereik Beeldveld Ong.
CT1-8585-001 1012Ni © CANON INC.