Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Gebruikershandleiding Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires NEDERLANDS • Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte “Veiligheidsmaatregelen” (= 6) voordat u de camera in gebruik neemt. • Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken.
Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier. Camera Polsriem Batterij NB-11LH Introductiehandleiding Batterijlader CB-2LF/CB-2LFE Canon garantiesysteemboekje • Een geheugenkaart is niet bijgesloten (= 2). Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt • De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor foto’s, films of voor beide. Foto’s : Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het nemen of bekijken van foto’s. Films : Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het maken of bekijken van films.
Flitser............................................62 Overige instellingen......................63 Inhoudsopgave Inhoud van de verpakking...............2 Compatibele geheugenkaarten.......2 Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie........................................2 Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt...........3 Inhoudsopgave...............................4 Algemene bediening camera..........5 Veiligheidsmaatregelen...................6 Basishandleiding......
Algemene bediening camera 4 Opnamen maken zz Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus, Modus Hybride automatisch).................................... 27, 29 zz Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke opname met behulp van door de camera bepaalde instellingen (modus Creatieve opname)..................................................................
Veiligheidsmaatregelen • Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze. • De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om te voorkomen dat u en andere personen gewond raken of dat eigendommen schade oplopen. • Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u gebruikt. Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
• Zorg ervoor dat de camera niet gedurende langere perioden in contact komt met de huid. Zelfs als de camera niet heet aanvoelt, kan deze brandwonden bij lage temperatuur veroorzaken, die zich uiten in rode huid of blaren. Gebruik een statief op warme locaties, of als u een slechte doorbloeding hebt of een ongevoelige huid. Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
• Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt. Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden. • Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt. Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Vóór gebruik Basishandleiding Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Voordat u begint................................................ 10 De riem bevestigen................................................ 10 De camera vasthouden..........................................
Voordat u begint Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt. De riem bevestigen Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de batterij eerst oplaadt. 1 Plaats de batterij. zz Steek het uiteinde van de riem door de opening van de riem ( ) en haal het andere uiteinde van de riem door het oog aan het draadeinde ( ).
2 Plaats de batterij. • Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij te beschermen en in goede staat te houden. • Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben. • Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (= 155) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen batterij.
• Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (= 155) voor richtlijnen over hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen. De batterij en geheugenkaart verwijderen Verwijder de batterij. zz Open het klepje en duw de batterijvergrendeling in de richting van de pijl. zz De batterij wipt nu omhoog. De datum en tijd instellen Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de camera aanzet.
3 Stel de tijdzone thuis in. zz Druk op de knoppen om de tijdzone thuis te selecteren. 4 Voltooi de instellingsprocedure. zz Als u klaar bent, drukt u op de knop . Nadat een bevestigingsbericht is weergegeven, wordt het instellingenscherm niet meer weergegeven. zz Druk op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. • Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld. Geef de juiste informatie op.
Weergavetaal U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. 1 Open de afspeelmodus. zz Druk op de knop <1>. De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften. 1 Draai de schroeven van de behuizing los. 2 Open het instellingenscherm. zz Houd de knop ingedrukt en druk zz Draai de schroeven van de behuizing aan de zijkanten en onderkant los. direct op de knop .
4 Verwijder de printplaat. zz Draai de schroef los en verwijder de printplaat. De camera testen Foto’s Films Basishandleiding Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te maken en deze daarna te bekijken. Opnamen maken (Smart Auto) 5 Verwijder de oplaadbare lithiumbatterij. Vóór gebruik Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. 1 Schakel de camera in.
Vóór gebruik 3 Kies de compositie. Films opnemen Start met opnemen. zz Om in te zoomen en het onderwerp te vergroten, duwt u de zoomknop naar (telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop naar (groothoek). 4 Maak de opname. Foto’s maken Stel scherp. zz Druk de ontspanknop half in. Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal een pieptoon en worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld. zz Druk op de filmknop.
Vóór gebruik Bekijken zz Films zijn herkenbaar aan het pictogram Na het maken van foto’s of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. ]. Ga naar stap 3 als u films wilt [ afspelen. 2 Blader door uw beelden. zz Om het vorige beeld te bekijken, drukt u op de knop . Om het volgende beeld te bekijken, drukt u op de knop . Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Open de afspeelmodus. zz Druk op de knop <1>.
Vóór gebruik Beelden wissen U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. 1 Selecteer het beeld dat u wilt wissen. zz Druk op de knoppen om een beeld te selecteren. 2 Wis het beeld. zz Druk op de knop , druk op de knoppen om [a] te selecteren en druk nogmaals op de knop .
Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Aan/Uit................................................................ 20 Spaarstandfuncties (Automatisch Uit).................... 20 Ontspanknop......
Aan/Uit Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) Opnamemodus zz Druk op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en gereed te maken om op te nemen. zz Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Afspeelmodus zz Druk op de knop <1> om de camera in te schakelen en uw foto’s te bekijken. zz Om de camera uit te schakelen drukt u opnieuw op de knop <1>. • Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de knop <1>.
Ontspanknop Opties opnameweergave Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal in om de foto te maken. In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken. Druk op de knop
om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen.
Het menu FUNC. gebruiken Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 147 – 148) of afspeelmodus (= 153). 1 Open het Menu FUNC. zz Druk op de knop . 4 Voltooi de instellingsprocedure. zz Druk op de knop . zz Het scherm voordat u in stap 1 op de knop drukte, wordt opnieuw weergegeven en toont de optie die u hebt geconfigureerd.
Menu’s gebruiken Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s. De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken ([4]), afspelen [1] enzovoort. De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelstand (= 149 – 152). 1 Open het menu. zz Druk op de knop . 2 Selecteer een tabblad. 3 Selecteer een menu-item. zz Druk op de knoppen om een menu-item te selecteren.
Toetsenbord op het scherm Indicatorweergave Gebruik het schermtoetsenbord om informatie in te voeren voor Wi-Fiaansluitingen (= 93). De lengte en het soort informatie dat u in kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt. Aantal beschikbare tekens Kleur om een karakter te selecteren en druk vervolgens op de knop om het in te voeren. zz De hoeveelheid informatie die u in kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt. zz Selecteer [ knop .
Vóór gebruik Klok Basishandleiding U kunt kijken hoe laat het is. Handleiding voor gevorderden zz Houd de knop ingedrukt. zz De huidige tijd verschijnt. zz Als u de camera verticaal houdt wanneer u de klokfunctie gebruik, schakelt het scherm over naar verticale weergave. Druk op de knoppen om de weergavekleur aan te passen. zz Druk nogmaals op om de klokweergave te annuleren.
Vóór gebruik Basishandleiding Auto-modus/Modus Hybride automatisch Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen...................................... 27 Opnamen maken (Smart Auto)..............................
Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. Foto’s Films Opnamen maken (Smart Auto) 3 Kies de compositie. zz Om in te zoomen en het onderwerp te Zoombalk vergroten, duwt u de zoomknop naar (telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop naar (groothoek). (Op het scherm verschijnt de zoombalk, die de zoompositie aangeeft.
Vóór gebruik Maak de opname. zz Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. zz Wanneer de camera de opname maakt, hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de flitser automatisch af. zz Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt. zz Nadat de opname is weergegeven, schakelt de camera weer over naar het opnamescherm. Films opnemen Start met opnemen. zz Druk op de filmknop.
Foto’s Films Opnamen maken in de modus Hybride automatisch U kunt eenvoudig een korte film van de dag maken door foto’s te maken. De camera neemt voor elke opname clips van 2 – 4 seconden op van scènes, die later worden gecombineerd in een digest-film. 1 Open de modus [ ]. zz Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2 Kies de compositie. zz Volg stap 3 – 4 bij “Opnamen maken (Smart Auto)” (= 27) om de compositie te kiezen en scherp te stellen.
Vóór gebruik Foto’s • Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden. • Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan dichter naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (= 156) voor meer informatie over het flitsbereik.
Foto’s Films Compositiepictogrammen Mensen Overige onderwerpen In Schaduwen beweging*1 op gezicht*1 Achtergrond In beweging*1 Achtergrondkleur Dichtbij pictogram Helder Tegenlicht Grijs – Met blauwe lucht Lichtblauw Tegenlicht – Zonsondergangen – – Oranje Spotlights Donker Met statief Donkerblauw *2 – *2 Vóór gebruik Films Basishandleiding Pictogrammen voor beeldstabilisatie In de standen [ ] en [ ] wordt de door de camera vastgestelde compositie aangeduid met een pictogram op he
Foto’s Films Kaders op het scherm Zodra de camera in de modus [ ] onderwerpen waarneemt waarop u de camera richt, worden verschillende kaders weergegeven. • Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
• Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik. - Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt. - Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar korrelig wordt (ZoomPlus). - Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Foto’s Films De zelfontspanner aanpassen U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen (1 – 10 opnamen) aangeven. 1 Selecteer [$]. zz Voer stap 1 uit in “De zelfontspanner gebruiken” (= 33), kies [$] en druk daarna op de knop . 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knoppen om [Vertraging] of [Beelden] te selecteren. zz Druk op de knoppen om een waarde te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Als de instelling is voltooid, wordt [$] weergegeven.
Foto’s Een datumstempel toevoegen De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in het beeld. Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd. Zorg er dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (= 12). 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Datumstemp. ] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 23). zz Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ] weergegeven.
Functies voor de beeldaanpassing Foto’s De verhouding wijzigen Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt: Foto’s De beeldresolutie wijzigen (grootte) Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (= 155) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 22).
Foto’s Rode-ogencorrectie Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt automatisch worden gecorrigeerd. 1 Open het scherm [Flits Films Basishandleiding Beeldkwaliteit van films wijzigen Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per geheugenkaart” (= 156) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past. Instellingen]. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu.
Handige opnamefuncties Foto’s Foto’s Films Raster weergeven Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het scherm rasterlijnen worden weergegeven. zz Druk op de knop , kies [Raster] op het tabblad [4] en kies [Aan] (= 23). zz Zodra de instelling is voltooid, wordt het raster op het scherm weergegeven. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit].
Foto’s Controleren op gesloten ogen [ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien hun ogen dicht hebben. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , selecteer [Knipperdetectie] op het tabblad [4] en selecteer daarna [Aan] (= 23). De camerabewerkingen aanpassen Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad MENU [4]. Zie “Menu’s gebruiken” (= 23) voor instructies over menufuncties.
Foto’s Foto’s Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u opnamen maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht. 1 Open het scherm [Flits De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en welke informatie wordt weergegeven.
Vóór gebruik Het weergegeven scherm na de opname wijzigen Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 Stel [Weergavetijd] in op Basishandelingen van de camera 2 Configureer de instelling. Andere opnamemodi [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] (= 40). zz Druk op de knoppen om [Scherminfo] te selecteren. Druk op de knoppen om de gewenste optie te kiezen.
Vóór gebruik Basishandleiding Andere opnamemodi Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Specifieke scènes............................................. 43 Speciale effecten toepassen............................
Vóór gebruik Specifieke scènes Foto’s Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt automatisch de instellingen voor optimale foto’s. 1 Open de modus [4]. zz Fraaie opnamen van composities of zz Stel de modusschakelaar in op [4]. 2 Selecteer een opnamemodus. zz Druk op de knop , kies ] in het menu en kies vervolgens [ een opnamemodus (= 22). portretten in avondlicht, zonder dat u de camera heel stil hoeft te houden (zoals met een statief).
Foto’s Films t Vuurwerk fotograferen (Vuurwerk) zz Levendige foto’s van vuurwerk. Vóór gebruik Speciale effecten toepassen Basishandleiding Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen. 1 Selecteer een opnamemodus. zz Voer de stappen 1 – 2 in “Specifieke scènes” (= 43) uit om een opnamemodus te kiezen. • Onderwerpen lijken in de modus [ ] groter dan in andere modi. • In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat de ISO-waarde (= 55) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden te passen.
Foto’s Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname) De camera bepaalt het onderwerp en de opnameomstandigheden. Daarbij worden automatisch speciale effecten toegepast en de compositie van de opname aangepast om het onderwerp te benadrukken. Voor elke opnamen worden zes foto’s opgeslagen. U kunt meerdere foto’s met effecten vastleggen met door de camera bepaalde instellingen. 1 Open de modus [ ]. zz Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2 Maak de opname.
Foto’s Effecten kiezen U kunt effecten kiezen voor beelden die zijn gemaakt in de modus [ zz Nadat u de modus [ ]. ] hebt geselecteerd, drukt u op
. zz Druk op de knoppen om het effect te selecteren en druk vervolgens op de knop . Foto’s Opnamen maken met het effect van een visooglens (Fisheye-effect) Basishandleiding Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens. Basishandelingen van de camera 1 Selecteer [ ].
Foto’s 4 Ga terug naar het Films Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en onder uw geselecteerde gebied te vervagen. U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen. Mensen en onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen. Het geluid wordt niet opgenomen.
Foto’s Opnamen maken met een speels effect (Speels effect) Foto’s zz Voer de stappen 1 – 2 in “Specifieke zz Druk op de knop
, druk op de ]. knoppen om een kleurtoon te kiezen en druk vervolgens op de knop . zz U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 2 Selecteer een kleurtoon. zz Druk op de knop , druk op de Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera. Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Speciale modi voor andere doeleinden Foto’s Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie (Smart Shutter) Automatisch opnemen na glimlachdetectie Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt. 1 Selecteer [ ]. zz Voer de stappen 1 – 2 in “Specifieke scènes” (= 43) uit en kies [ ]. Druk daarna op de knop
. zz Druk op de knoppen om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop .
4 Kijk naar de camera en knipoog. 2 Kies de compositie en druk de knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera een foto van de persoon wiens gezicht in het kader valt. zz Als u het maken van opnamen met de zelfontspanner wilt annuleren nadat u deze hebt ingesteld, drukt u op de knop . zz Controleer of een groen kader wordt zz Ongeveer twee seconden nadat een • Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam en opzettelijk.
Foto’s Opnamen met lange sluitertijd maken (Lange sluiter) Geef een sluitertijd van 1 – 15 seconden op om opnamen met een lange sluitertijd maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen. 1 Selecteer [N]. zz Voer de stappen 1 – 2 in “Specifieke scènes” (= 43) uit en kies [N]. Vóór gebruik • Als de flitser afgaat, kan uw foto overbelicht raken.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden P-modus Basishandelingen van de camera Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de modus [G], met de modusschakelaar ingesteld op [4].
Foto’s Films Opnamen maken met programma automatische belichting ([P]-modus) U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl. 1 Open de modus [G]. zz Voer de stappen 1 – 2 in “Specifieke scènes” (= 43) uit en kies [G]. 2 Pas de instellingen naar wens aan (= 53 – 64) en maak een opname. • Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Foto’s Films Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock) Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt de focus en belichting afzonderlijk instellen. Foto’s De meetmethode wijzigen U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 2 2). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Foto’s De ISO-waarde wijzigen zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 22). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Foto’s De helderheid corrigeren (i-Contrast) Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid.
Beeldkleuren Foto’s Foto’s Films De witbalans aanpassen Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 22). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Automatisch Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor de opnameomstandigheden. Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Foto’s Films De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden converteren naar sepia of zwart-wit. Vóór gebruik • U kunt de witbalans (= 56) niet instellen in de modi [ ] en [ ]. • Met de modi [ ] en [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het verwachte resultaat met sommige huidtinten. Foto’s zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu.
Opnamebereik en scherpstellen Foto’s Foto’s Close-ups maken (macro) Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (= 156) voor meer informatie over het scherpstelbereik. Opnamen maken van onderwerpen op grote afstand (Oneindig) Basishandleiding Stel de camera in op [u] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich veraf bevinden. Zie “Opnamebereik” (= 156) voor meer informatie over het scherpstelbereik.
Vóór gebruik • De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar duwt voor een maximale telelensinstelling, en wanneer u inzoomt om het onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in “Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom)” uit te voeren (= 32). Foto’s Films De modus AF Frame wijzigen Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de opnameomstandigheden aan.
zz De camera piept en [ ] verschijnt zodra het onderwerp is gedetecteerd. De camera blijft het onderwerp binnen een bepaald bereik volgen, zelfs als het onderwerp beweegt. zz [ ] wordt weergegeven wanneer geen onderwerp is gedetecteerd. zz Druk nogmaals op de knop als u het volgen wilt stoppen. 3 Maak de opname. zz Druk de ontspanknop half in. [ ] verandert in een blauw [ ] dat het onderwerp volgt terwijl de scherpstelling en belichting worden aangepast (Servo AF) (= 61).
Foto’s Foto’s De focusinstelling veranderen Opnamen maken met Servo AF Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. 1 Configureer de instelling. U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt.
Foto’s Films Opnamen maken met AF lock U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat. 1 Vergrendel de focus. zz Houd de ontspanknop half ingedrukt en Flitser Flitsermodus wijzigen U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie. Zie “Flitsbereik” (= 156) voor meer informatie over het flitsbereik. druk op de knop .
Vóór gebruik Overige instellingen [!] Uit Voor het maken van opnamen zonder flitser. Basishandleiding Foto’s • Als bij omstandigheden die ervoor zorgen dat de camera bewogen wordt of bij situaties met weinig licht een knipperend pictogram [ ] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt, plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen om de camera stil te houden.
Foto’s Films Instellingen van de IS-modus wijzigen 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies [IS- instellingen] op het tabblad [4] en druk vervolgens op de knop (= 23). 2 Configureer de instelling. zz Kies [IS modus] en kies vervolgens de gewenste optie (= 23). Continu Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch toegepast (Intelligent IS) (= 31). Opname* Beeldstabilisatie is alleen actief op het moment van de opname.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Afspeelmodus Basishandelingen van de camera Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken. • Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen. • Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
Bekijken Foto’s Vóór gebruik Films zz Films zijn herkenbaar aan het pictogram ]. Ga naar stap 3 als u films wilt [ afspelen. Na het maken van foto’s of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. Auto-modus/Modus Hybride automatisch zz Druk op de knop <1>. zz Uw laatste opname wordt weergegeven. 3 Speel films af. zz Druk op de knop , druk op de knoppen om [ ] te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop om het afspelen te starten.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in. • Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 23) ► tabblad [1] ► [Beeld scrollen] ► [Uit]. • Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de afspeelmodus geopend wordt, kiest u MENU (= 23) ► tabblad [1] ► [Ga verder] ► [Laatste f.]. • Om de weergegeven overgang tussen beelden te wijzigen, opent u MENU (= 23) en vervolgens kiest u het door u gewenste effect op het tabblad [1] ► [Overgang].
Vóór gebruik • De GPS-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden waarvoor deze informatie ontbreekt. • [---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die niet juist zijn vastgelegd. • UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel overeen met Greenwich Mean Time.
Door beelden bladeren en beelden filteren Foto’s Films Bladeren door beelden in een index U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een index weer te geven. 1 Geef beelden weer in een index. zz Verschuif de zoomknop naar als u beelden in een index wilt weergeven. Als u de zoomknop nogmaals verschuift, worden meer beelden weergegeven. zz Verschuif de zoomknop naar om minder beelden weer te geven. Het aantal beelden neemt elke keer af wanneer u de zoomknop verschuift.
• Als u informatie wilt weergeven of verbergen, drukt u bij stap 2 op de knop
. • Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2) zijn “Bladeren door beelden in een index” (= 69), “Beelden vergroten” (= 71) en “Diavoorstellingen bekijken” (= 71). U kunt ook alle gevonden beelden beveiligen, wissen, afdrukken of toevoegen aan een fotoalbum door [Alle beelden zoekopdr. sel.
Opties voor het weergeven van foto’s Foto’s Beelden vergroten 1 Vergroot een beeld. zz Verschuif de zoomknop naar als u wilt inzoomen op het beeld en het beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot een factor van 10x. zz Verschuif de zoomknop naar om uit te zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt, keert u terug naar de enkelvoudige weergave. 2 Verschuif de weergavelocatie Geschatte locatie van weergegeven gebied en schakel indien nodig tussen beelden.
2 Configureer de instellingen. 2 Selecteer een beeld. zz Kies het menu-item dat u wilt configureren en kies de gewenste optie (= 23). zz Selecteer [Start] en druk op als u de diavoorstelling volgens uw instellingen wilt starten. zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm. • U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij [Effect].
Beelden beveiligen Foto’s Films Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera kunnen worden gewist (= 75). 2 Selecteer een selectiemethode. zz Kies een menu-item en de gewenste optie (= 23). zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm. zz Druk op de knop en kies [:] in het menu (= 22). [Beveiligd] wordt weergegeven. zz Als u de beveiliging wilt annuleren, herhaalt u deze procedure en selecteert u [:] nogmaals. Druk vervolgens op de knop .
Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Volg stap 2 in “Via het menu” (= 73), kies [Select. reeks] en druk op de knop . 2 Selecteer het eerste beeld. zz Druk op de knop . Vóór gebruik zz Druk op de knoppen om een beeld te kiezen en druk vervolgens op de knop . zz Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet als het laatste beeld selecteren. 4 Beveilig de beelden. zz Druk op de knop , kies [Beveilig] en druk op de knop .
Foto’s Beelden wissen Films U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 73) kunnen echter niet worden gewist. 1 Selecteer het beeld dat u wilt wissen. zz Druk op de knoppen om een beeld te selecteren. Meerdere beelden tegelijk wissen U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen.
Vóór gebruik Afzonderlijke beelden selecteren 1 Selecteer [Selectie]. zz Volg stap 2 in “Een selectiemethode selecteren” (= 75) om [Selectie] te selecteren en druk op de knop . 2 Selecteer een beeld. zz Nadat u een beeld hebt gekozen in stap 2 in “Afzonderlijke beelden selecteren” (= 73), wordt [ ] weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. 3 Wis het beeld.
Foto’s Beelden roteren 2 Draai het beeld. zz Druk op de knoppen om een Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op. 1 Selecteer [\]. zz Druk op de knop en kies [\] in het menu (= 22). beeld te selecteren. zz Het beeld wordt telkens als u op de knop drukt 90° geroteerd. zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm. • Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit] (= 77). 2 Draai het beeld.
Foto’s Beelden markeren als favoriet 2 Selecteer een beeld. Films zz Druk op de knoppen om een beeld te kiezen en druk vervolgens op de knop . [ ] wordt weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop om de markering van het beeld op te heffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. zz Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren. U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren.
Foto’s bewerken 5 Bekijk het nieuwe beeld. zz Druk op de knop . [Nieuw beeld weergeven?] wordt weergegeven. zz Druk op de knoppen om [Ja] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Het opgeslagen beeld wordt nu weergegeven. • Beeldbewerking (= 79 – 81) is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is. Foto’s Het formaat van beelden wijzigen Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie. 1 Selecteer [Veranderen].
Bijsnijgebied 3 Pas het bijsnijgebied aan. zz Er verschijnt een kader rond het gedeelte van het beeld dat u wilt bijsnijden. zz Het oorspronkelijke beeld wordt Voorbeeld van beeld na bijsnijden Resolutie na bijsnijden linksboven in het scherm weergegeven en een voorbeeld van het bijgesneden beeld wordt rechtsboven weergegeven. zz Om de grootte van het kader te wijzigen, beweegt u de zoomknop. zz Om het kader te verplaatsen drukt u op de knoppen .
Foto’s De helderheid corrigeren (i-Contrast) Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het beeld vervolgens op als een apart bestand. 1 Selecteer [i-Contrast].
Films Films bewerken zz Druk op de knoppen om [ U kunt films inkorten door onnodige delen aan het begin en eind te verwijderen. 1 Selecteer [*]. zz Volg stap 1 – 5 in “Bekijken” (= 66), kies [*] en druk op de knop . zz Het filmbewerkingspaneel en de bewerkingsbalk worden nu weergegeven. Filmbewerkingspaneel 2 Geef aan welke delen u eruit wilt knippen. zz Druk op de knoppen om [ Bewerkingsbalk voor films 3 Bekijk de bewerkte film. ] of [ ] te kiezen.
Films Digest-films bewerken Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (= 29) die zijn opgenomen in de modus [ ] kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld. 1 Selecteer de clip die u wilt wissen. zz Voer de stappen 1 – 2 bij “Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het nemen van foto’s (digest-films)” (= 68) uit om een film te selecteren die is gemaakt in de modus [ ] en druk vervolgens op de knop om het filmbedieningspaneel te openen.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Wi-Fi-functies Basishandelingen van de camera U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en de camera gebruiken met webservices. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Wat u kunt doen met Wi-Fi............................... 85 Beelden uploaden naar webservices..................... 85 Beelden naar een smartphone verzenden.............
Wat u kunt doen met Wi-Fi Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi®-product. U kunt draadloos verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten en diensten. In dit hoofdstuk kunnen naast Wi-Fi ook andere draadloze LAN-functies worden aangeduid met Wi-Fi. Om beelden te verzenden via Wi-Fi is wat voorbereiding nodig op de camera en doelapparaten. De voorbereidingen en verzendmethodes verschillen afhankelijk van de bestemming.
Beelden naar een smartphone verzenden Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met Wi-Fifunctionaliteit. U kunt op afstand foto’s maken en uw opnamen ook geotaggen via een verbonden smartphone of tablet. Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones, tablets en andere compatibele apparaten gezamenlijk aangeduid met de term “smartphones”. Beelden verzenden naar een computer Gebruik de software om beelden draadloos van de camera naar een computer te verzenden.
Beelden naar een andere camera verzenden Gebruik de Wi-Fi-functie om beelden te verzenden van en naar camera’s van Canon. Stappen voor het verzenden van beelden Camera Camera Maak verbinding met een andere camera (= 101) Verzend de beelden (= 102) Webservices registreren Gebruik een smartphone of computer om de camera toe te voegen aan webservices die u wilt gebruiken.
CANON iMAGE GATEWAY registreren Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY hebt gekoppeld, voegt u CANON iMAGE GATEWAY toe als bestemmingswebservice op de camera. 4 Selecteer [ Vóór gebruik ]. zz Druk op de knoppen ] te selecteren en druk om [ vervolgens op de knop . 1 Meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY en open de pagina met camera-instellingen. zz Ga op een computer of smartphone naar http://www.canon.com/cig/ en ga naar de CANON iMAGE GATEWAY-site voor uw regio.
8 Kies [Auto] en maak verbinding. zz Druk op de knoppen om [Auto] Vóór gebruik zz Voltooi het instelproces op de smartphone of computer. te kiezen en druk vervolgens op de knop . zz [ ] (= 107) en CANON iMAGE zz Zodra de camera is verbonden met CANON iMAGE GATEWAY via het toegangspunt, wordt een verificatiecode weergegeven. 9 Voer de authenticatiecode in. zz Voer op de smartphone of computer de verificatiecode in die wordt weergegeven op de camera en ga verder met de volgende stap.
Andere webservices registreren U kunt ook andere webservices naast CANON iMAGE GATEWAY toevoegen aan de camera. CANON iMAGE GATEWAY dient eerst te worden geregistreerd op de camera (= 88). 1 Open het scherm waarmee u instellingen voor webservices invoert. CameraWindow installeren op een Smartphone Voordat u uw camera verbindt met een smartphone, moet u eerst de gratis toepassing CameraWindow op uw smartphone installeren. 1 Verbind de smartphone met een netwerk.
• Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt. - Vermijd dat de camera en smartphone hard tegen elkaar aan komen. Hierdoor kunnen de apparaten beschadigd raken. - Afhankelijk van de smartphone herkennen de apparaten elkaar mogelijk niet direct. Probeer in dit geval de apparaten in een iets andere positie tegen elkaar te houden. - Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en smartphone. Hoesjes of vergelijkbare accessoires op de camera of smartphone kunnen de communicatie blokkeren.
De software installeren Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt. 1 Download de software. zz Ga met een computer met internetverbinding naar http://www.canon. com/icpd/. zz Ga naar de site voor uw land of regio. zz Download de software. 2 Installeer de bestanden. zz Klik op [Easy Installation/Eenvoudige installatie] en volg de instructies op het scherm om verder te gaan met de installatie.
Het Wi-Fi-menu openen Eerste verbinding via Wi-Fi Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera. Deze bijnaam wordt op het scherm van doelapparaten weergegeven als de camera via Wi-Fi op andere toestellen wordt aangesloten. 1 Open het Wi-Fi-menu. zz Druk op de knop <1> om de camera aan te zetten. zz Druk op de knop . 2 Voer een bijnaam in. zz Druk op de knop om het toetsenbord te openen en voer vervolgens de bijnaam in (= 24). zz Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
Verbinding maken via een toegangspunt Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi. Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt. Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Finormen op “Wi-Fi” (= 154). Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items. Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het controleren van de netwerkinstellingen.
Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode gebruiken of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt. 1 Controleer of het doelapparaat verbonden is met het toegangspunt. zz Deze stap is niet nodig wanneer u verbinding maakt met webservices.
7 Breng de verbinding tot stand. zz Houd op het toegangspunt de WPSverbindingsknop enkele seconden ingedrukt. zz Druk op de camera op de knop om naar de volgende stap te gaan. zz De camera maakt verbinding met het toegangspunt. zz Als u [{], [2] of [ ] hebt geselecteerd bij stap 3, worden de apparaten die met het toegangspunt zijn verbonden vermeld op het scherm [Apparaat selecteren] dat daarna wordt getoond. zz Als u bij stap 3 een webservice hebt geselecteerd, gaat u naar stap 12.
11 Voor verbinding met een smartphone: Pas de privacy-instelling aan. zz Druk op de knoppen om [Ja] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz U kunt de smartphone nu gebruiken beelden te bekijken, importeren of geotaggen (= 108) op de camera of op afstand een foto maken (= 109). 12 Verzend de beelden of druk ze af. zz Het scherm dat wordt weergegeven wanneer de apparaten verbonden zijn verschilt naargelang het doelapparaat.
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst 1 Bekijk de lijst met toegangspunten. zz Geef de lijst met netwerken (toegangspunten) weer, zoals wordt beschreven in stap 1 – 4 van “Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten” (= 95). 2 Kies een toegangspunt. zz Druk op de knoppen om een netwerk (toegangspunt) te kiezen. Druk vervolgens op de knop . 3 Voer het wachtwoord in voor het toegangspunt.
Verbinding maken zonder een toegangspunt Wanneer u via Wi-Fi verbinding maakt met een smartphone of printer kunt u of de camera als een toegangspunt (modus Cameratoegangspunt) gebruiken in plaats van een ander toegangspunt te gebruiken. Op vergelijkbare wijze wordt er geen toegangspunt gebruikt voor verbindingen van camera naar camera (= 101). 1 Open het Wi-Fi-menu (= 93). 2 Kies het doelapparaat. zz Druk op de knoppen om het doelapparaat te selecteren en druk vervolgens op de knop .
6 Kies het doelapparaat. zz Druk op de knoppen om de naam van het doelapparaat te kiezen en druk vervolgens op de knop . 7 Voor verbinding met een smartphone: Pas de privacy-instelling aan. zz Druk op de knoppen om [Ja] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz U kunt de smartphone nu gebruiken beelden te bekijken, importeren of geotaggen (= 108) op de camera of op afstand een foto maken (= 109). 8 Verzend de beelden of druk ze af.
Verbinding maken met een andere camera U kunt als volgt twee camera’s via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de twee camera’s verzenden. • Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera’s van Canon met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt worden met Canon-camera’s die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen Wi-Fi-functie hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met DIGITAL IXUS WIRELESS-camera’s. 1 Open het Wi-Fi-menu (= 93). 2 Kies camera.
Beelden verzenden U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn geregistreerd op de camera. Houd er rekening mee dat wanneer beelden worden verzonden naar een computer, de computer wordt gebruikt in plaats van de camera (= 104). 1 Kies [Select. en verz.]. zz Druk op de knoppen om [Select. en verz.] te kiezen en druk op de knop . 2 Selecteer de beelden.
• Raak het Wi-Fi-antennegebied (= 3) niet aan met uw vingers of met andere voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht vertraagd worden. • Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het lang duren om films te verzenden. Houd het batterijniveau van de camera in het oog. • Houd er rekening mee dat wanneer u films verzendt naar smartphones, de ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk van de smartphone.
Beelden opslaan op een computer Gebruik een computer en niet de camera wanneer u beelden naar een computer verzendt. Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt. Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende software (met uitzondering van sommige software). 1 Geef CameraWindow weer. zz Windows: Open CameraWindow door op [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] te klikken.
Druk op de knop <{> Wanneer u een smartphone of Bild-Sync (= 107) hebt geregistreerd op de knop <{>, kunt u verbinding maken met de geregistreerde bestemming door op de knop <{> te drukken. Een smartphone registreren op de knop <{> Nadat u de eerste keer via Wi-Fi verbinding hebt gemaakt met een smartphone door op de knop <{> te drukken, kunt u daarna eenvoudig nogmaals op de knop <{> drukken en camerabeelden weer te geven en op te slaan op verbonden apparaten. 1 Druk op de knop <{>.
Bild-Sync registreren op de knop <{> Door Bild-Sync te registreren op de knop <{> kunt u de knop <{> drukken om niet-verzonden beelden op de geheugenkaart te verzenden naar een computer via CANON iMAGE GATEWAY. Zie “Beelden automatisch verzenden (Bild-Sync)” (= 107) voor meer informatie over Bild-Sync. 1 Bereid de camera voor. zz Registreer [ ] als de bestemming (= 88). zz Installeer de software op de doelcomputer en configureer de camerainstellingen (= 92). 2 Druk op de knop <{>.
Beelden automatisch verzenden (Bild-Sync) Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet kunnen ook naar een computer of webservices worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY. Houd er rekening mee dat beelden niet alleen naar webservices kunnen worden verzonden. Voordat u begint Installeer en configureer de software op de doelcomputer. 1 Installeer de software. zz Installeer de software op een computer met internetverbinding (= 92). 2 Registreer de camera.
Beelden verzenden Beelden die worden verzonden vanaf de camera, worden automatisch opgeslagen op de computer. Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden is uitgeschakeld, worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server opgeslagen. Opgeslagen beelden worden regelmatig gewist. Zorg er daarom voor dat u de computer aanzet en de beelden opslaat. zz Voer de stappen in “Verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten” (= 95) uit om [ ] te selecteren.
Op afstand opnamen maken Wanneer u een opnamescherm bekijkt op uw smartphone, kunt u deze gebruiken om op afstand foto’s te maken. 1 Zet de camera stevig neer. zz Wanneer het opnemen op afstand begint, wordt de cameralens uitgeschoven. Lensbeweging door in-/uitzoomen kan ervoor zorgen dat de camera verplaatst. Voorkom dat de camera beweegt door deze op een statief te plaatsen of door andere maatregelen te nemen. 2 Maak verbinding tussen de camera en smartphone (= 86).
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen bewerken. U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen. item om te bewerken te kiezen en druk op de knop . zz Welke items u kunt wijzigen, hangt af van het apparaat of de service waartoe de camera toegang heeft. 1 Open het Wi-Fi-menu (= 93). 2 Kies een apparaat om te zz Druk op de knoppen om het pictogram van het apparaat dat u wilt bewerken te selecteren en druk vervolgens op de knop . 3 Kies [Apparaat bewerken].
Verbindingsinformatie wissen U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt gemaakt) als volgt wissen. zz Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie bewerken” (= 110), kies [Verbindingsinfo wissen] en druk op de knop . De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent van de camera of als u deze weggooit. 1 Kies [Instellingen Wi-Fi].
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Menu Instellingen Basishandelingen van de camera Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Basisfuncties van de camera aanpassen..... 113 Camerageluiden dempen..................................... 113 Het volume aanpassen........................................ 113 Hints en tips verbergen........................................
Basisfuncties van de camera aanpassen Functies van MENU (= 23) op het tabblad [3] kunnen worden ingesteld. Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens aanpassen. Hints en tips verbergen Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in FUNC. (= 22) of MENU (= 23). U kunt deze informatie desgewenst uitschakelen. zz Selecteer [Hints en tips] en selecteer Camerageluiden dempen [Uit]. U dempt camerageluiden en films als volgt.
Wereldklok Timing voor het intrekken van de lens Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen. Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone thuis instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen” (= 12).
2 Maak de opname. zz Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken. Vóór gebruik Schermhelderheid Pas de helderheid van het scherm als volgt aan. zz Selecteer [LCD Helderheid] en druk vervolgens op de knoppen om de helderheid aan te passen. zz Selecteer [spaarstand] en druk op de knop .
Geheugenkaarten formatteren Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig. 1 Open het scherm [Formatteren]. zz Selecteer [Formatteren] en druk op de knop . 2 Kies [OK].
Bestandsnummering Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001 – 9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. zz Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie. Beelden opslaan op datum U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt, maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u opnamen maakt. zz Selecteer [Maak folder] en selecteer vervolgens [Dagelijks].
Certificatielogo’s controleren Andere instellingen aanpassen Sommige logo’s voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet, kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo’s staan in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de camerabehuizing. zz Selecteer [Certificaatlogo weergeven] en U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3].
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Accessoires Basishandelingen van de camera Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Systeemoverzicht............................................ 120 Optionele accessoires.................................... 121 Voedingen............................................................
Vóór gebruik Systeemoverzicht Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Meegeleverde accessoires Polsriem Batterij NB-11LH*1 Batterijlader CB-2LF/CB-2LFE*1 USB-kabel (op de camera: Mini-B)*2 Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Optionele accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar. Voedingen Vóór gebruik • De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). • Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken.
Printers Foto’s PictBridge-compatibele printers van Canon zz U kunt zonder computer beelden afdrukken als u uw camera aansluit op een Canon PictBridge-compatibele printer. Ga voor meer informatie naar een Canon-verkoper bij u in de buurt. Optionele accessoires gebruiken Foto’s Films Basishandleiding Films Afspelen op een tv Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op een groter scherm.
zz Open het klepje van de camera- aansluiting en steek de kabelstekker er volledig in. Foto’s Films De camera bedienen via de afstandsbediening van een tv Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u de afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of diavoorstellingen te bekijken. Afhankelijk van de tv dient u mogelijk bepaalde tv-instellingen te wijzigen. Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie. 3 Schakel de tv in en stel deze in op de video-ingang.
4 Bedien de camera via de afstandsbediening van de tv. zz Druk op de afstandsbediening op de knoppen om te bladeren door de beelden. zz Druk op de knop OK/Selecteren om het bedieningspaneel van de camera weer te geven. Om opties op het bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de knoppen en daarna nogmaals op de knop OK/Selecteren. Overzicht van de bedieningspaneelopties van de camera die worden weergegeven op de tv . Terug Het menu wordt gesloten.
Vóór gebruik zz Zorg dat de koppelingkabel door de poort • Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt op dezelfde manier als via het camerascherm. AF-Punt Zoom (= 38) is echter niet beschikbaar. Foto’s Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset ACK-DC90, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading. 1 Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
De software gebruiken De software die als download beschikbaar is op de website van Canon komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en het opslaan van beelden op een computer. Software Nadat u de software vanaf de website van Canon hebt gedownload en geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
Vóór gebruik Beelden opslaan op een computer zz Windows: Voer de onderstaande stappen uit. Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt. Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende software (met uitzondering van sommige software). zz In het scherm dat verschijnt, klikt u op de koppeling [ wijzigen. zz Kies [Downloads Images From Canon 1 Sluit de camera aan op de Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] en klik op [OK]. computer.
• Windows 7: Als het scherm in stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ ] op de taakbalk. • Windows Vista of XP: Om CameraWindow te starten, klikt u op [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u de camera bij stap 2 inschakelt. Als CameraWindow niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies [Alle programma’s] ► [Canon Utilities] ► [CameraWindow] ► [CameraWindow].
3 Schakel de printer in. 4 Schakel de camera in. Foto’s Afdrukinstellingen configureren zz Druk op de knop <1> om de camera 1 Open het afdrukscherm. aan te zetten. zz Voer de stappen 1 – 6 in “Eenvoudig afdrukken” (= 128 – 129) uit om het scherm links te openen. 5 Selecteer een beeld. 2 Configureer de instellingen. zz Druk op de knoppen om een zz Druk op de knoppen om een beeld te selecteren. item te selecteren en druk vervolgens op de knoppen om een optie te selecteren.
Foto’s Beelden bijsnijden vóór het afdrukken Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld. Vóór gebruik • Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij bepaalde verhoudingen. • Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp. ]. 1 Selecteer [Trimmen].
4 Selecteer een indeling. zz Druk op de knoppen om een optie te selecteren. zz Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u op de knoppen om het aantal beelden per vel op te geven. zz Druk op de knop . 5 Druk het beeld af. Beschikbare indelingsopties Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen. Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken. N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
Films Filmscènes afdrukken 1 Open het afdrukscherm. zz Voer de stappen 1 – 6 in “Eenvoudig afdrukken” (= 128 – 129) uit om een film te kiezen. Het scherm links wordt weergegeven. 2 Selecteer een afdrukmethode. zz Druk op de knoppen om [ ] te kiezen en druk vervolgens op de knoppen om de afdrukmethode te kiezen. Foto’s Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) Basishandleiding U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (= 134) en bestellingen bij fotozaken.
• Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken. • [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven. • Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum wellicht tweemaal af.
Foto’s Afdrukinstellingen voor een reeks beelden Foto’s Basishandleiding Alle beelden in de printlijst wissen zz Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 133) uit om [Select. reeks] te selecteren en druk op de knop . zz Voer de stappen 2 – 3 in “Een reeks selecteren” (= 74) uit om beelden op te geven. zz Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 133) uit om [Wis alle selecties] te selecteren en druk op de knop .
Foto’s Beelden toevoegen aan een fotoboek U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software op uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer u fotoboeken afdrukt op uw eigen printer. Een selectiemethode selecteren zz Druk op de knop , kies [Fotoboek instellen] op het tabblad [1] en bepaal hoe u de beelden wilt selecteren.
Foto’s Alle beelden verwijderen uit een fotoboek zz Volg de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 135), selecteer [Wis alle selecties] en druk op de knop . zz Druk op de knoppen om [OK] te kiezen en druk vervolgens op de knop .
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Bijlage Basishandelingen van de camera Nuttige informatie over het gebruik van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Problemen oplossen....................................... 138 Berichten op het scherm................................ 141 Informatie op het scherm............................... 144 Opname (informatieweergave).............................
Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • Controleer of de batterij is opgeladen (= 10). • Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (= 11). • Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten (= 11).
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt. • Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te drukken. De onderwerpen in de opnamen zijn te donker. • Stel de flitsmodus in op [h] (= 62).
Afspelen Wi-Fi Afspelen is niet mogelijk. Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend door op de knop te drukken. • U kunt mogelijk geen beelden of films afspelen als u de bestandsnaam of mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg “Softwarehandleiding” (= 126) voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen. Het afspelen stopt of het geluid hapert. • Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt uitgevoerd (= 116).
Kan geen beelden verzenden. • Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw. • Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de ontgrendelde positie.
Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet roteren/Kan beeld niet wijzigen/Kan niet wijzigen/Kan niet aan Cat. toekennen/Niet selecteerbaar beeld. • De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films.
IP-adresconflict Onvoldoende ruimte op server • Stel het IP-adres opnieuw in zodat er geen conflict is met een ander IP-adres. • Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt geüpload om ruimte vrij te maken. Verbinding verbroken/Bestand(en) niet ontvangen/Bestand(en) niet verzonden • Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
Informatie op het scherm Datumstempel (= 35) ISO-waarde (= 55) Raster (= 38) AE lock (= 54), FE-lock (= 63) Sluitertijd Tijdzone (= 114) Diafragmawaarde Opname (informatieweergave) * Geeft in de modus [ Belichtingscompensatieniveau (= 53) Beeldstabilisatie (= 64) i-Contrast (= 55) Zoombalk (= 27) Pictogram IS-modus (= 31) Knipperdetectie (= 39) Modus Hybride automatisch (= 29) Belichtingscompensatiebalk (= 53) Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen va
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Foto’s: Resolutie (= 155) Films: Afspeeltijd (= 156) Beveiligen (= 73) Favorieten (= 78) My Colors (= 57, 80), effect Creatieve opname (= 46) Rode-ogencorrectie (= 37, 81) Opnamedatum/-tijd (= 12) • Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt op een tv (= 122). Overzicht van filmbedieningspaneel in “Bekijken” (= 66) Afsluiten Afspelen Slow motion (Druk op de knoppen om de afspeelsnelheid aan te passen.
Vóór gebruik Functies en menutabellen Basishandleiding Beschikbare functies per opnamemodus Handleiding voor gevorderden Opnamemodus Functie Belichtingscompensatie (= 53) Flitser (= 34, 62) h Z ! AE Lock/FE-lock (= 54, 63)*2 AF lock (= 62) Scherpstelbereik (= 58) eu AF Trackingcconderwerpselectie (= 59) Schermweergave (= 21) Geen informatieweergave Informatieweergave 4 – O – – O O O O O O O O – O O – O O – O O – – – – O – – O – – O – – O – – O – – O – – O – – O – – * O – –
Vóór gebruik Menu FUNC.
Vóór gebruik Opnamemodus 4 Functie Hoogte/breedte foto (= 36) G I P t N – – O O O O O O – – – – *1 – O O O O O O O – – – O – – – O O – O O – O O – O O – O O – O O – – – – – O O O O – – – O – – – O – – – O – – – O O – O O – – – O O – O O – – – O O – O O – – – O O O Resolutie (= 36) O – O – Compressie (= 63) – – – – – – – – – – – – – – – – – – O O O O – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Vóór gebruik 4 Opnametabbladmenu Basishandleiding Opnamemodus Functie AF Frame (= 59) Gezichts-AiAf*1 AF Tracking Centrum 4 G I – – O – O – – – O – – – O – – O – – O – – O O O O O O O – – O – – O – – O O O O – – O O O – – – – – – O O O O – – – – – – O O – – O O Digitale zoom (= 32) Standaard Uit 1.6x/2.
Vóór gebruik Opnamemodus Functie AF-hulplicht (= 39) Aan Uit 4 G I P t N – Rode-Ogen Lamp Aan i-Contrast (= 55) Auto Uit O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O Basishandelingen van de camera O O O – O O O O O O O O O O O O O O O – – – O O O O O O – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – O O O Andere opnamemodi O – O – O O – – – – – – – – – – – – O O O O O – – O O – – O O O
Vóór gebruik Opnamemodus Functie Datumstemp. 4 G I P t N (= 35) Uit Datum/Datum & Tijd O O O – O O O O O O O O O O O O O – O – O – O – O – O – O – O – O – O O O O O O Digest-type (= 29) Met foto’s/Geen foto’s O – – – – – – – – – – – – – – – – – – – O Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld. – Niet beschikbaar.
3 Tabbladmenu Instellen Item Zie pagina Vóór gebruik 1 Tabbladmenu Afspelen Item Zie pagina Item Zie pagina Basishandleiding Item Zie pagina mute = 113 Bestandsnummering = 117 Digest-films weerg./afsp.
Voorzorgsmaatregelen Afspeelmodus menu FUNC. Item Zie pagina Item Zie pagina Roteren = 77 Film afspelen = 66 Beveilig = 73 Gekopp. Digest-film afsp. = 68 Favorieten = 78 Smart Shuffle = 72 Wissen = 75 Beeld zoeken = 69 Print = 129 Diavoorstelling = 71 Groep afspelen = 70 Vóór gebruik Basishandleiding • De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
Specificaties Vóór gebruik Wi-Fi Basishandleiding Normen IEEE 802.11b/g/n* * Enkel 2,4 GHz band 12x zoom: 4.5 (G) – 54.0 (T) mm (equivalent aan 35 mm-film: 25 (G) – 300 (T) mm) Verzendmethoden OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n) DSSS-modulatie (IEEE 802.11b) LCD-monitor Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 inch) Effectieve pixels: Circa 461.000 pixels.
Vóór gebruik Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd Aantal opnamen Eco-modus aan Opnametijd film*1 Continu-opnamen*2 Afspeeltijd Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart Circa 190 Circa 280 Opnamepixels Circa 35 minuten Circa 1 uur Circa 3 uur, 30 minuten *1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
Vóór gebruik Opnametijd per geheugenkaart Opnamebereik Opnametijd per geheugenkaart Beeldkwaliteit 8 GB 32 GB 34 min. 38 sec. 2 uur 19 min. 58 sec. 2 uur 00 min. 15 sec. 8 uur 05 min. 48 sec. 4 uur 15 min. 32 sec. 17 uur 12 min. 20 sec. • De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de berekeningsomstandigheden van Canon en kunnen variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
Vóór gebruik Batterij NB-11LH Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij 3,6 V gelijkstroom Nominale spanning: Nominale capaciteit: 800 mAh Circa 300 keer Oplaadcycli: Bedrijfstemperatuur: 0 – 40 °C Afmetingen: 34,6 x 40,1 x 5,2 mm Ongeveer 15 g Gewicht: Batterijlader CB-2LF/CB-2LFE Nominale invoer: 100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz) Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,41 A Oplaadduur: Circa 2 uur 20 min.
C Index A Aangepaste witbalans.......................... 56 Aansluiting.......................... 123, 124, 128 Accessoires........................................ 121 AE lock................................................. 54 AF lock................................................. 62 AF Tracking.......................................... 59 AF-kaders............................................. 59 Afdrukken........................................... 128 Afspelen → Bekijken Auto-modus (opnamemodus).......
Inhoud van de verpakking...................... 2 P Sepiakleurige beelden.......................... 57 Wi-Fi-functies........................................ 84 Vóór gebruik ISO-waarde.......................................... 55 P (opnamemodus)................................ 53 Servo AF............................................... 61 Wi-Fi-menu........................................... 93 K PictBridge................................... 122, 128 Polsriem → Riem Smart Shuffle...................
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN) • Het modelnummer van de camera is PC2138/ PC2139/PC2052. Om uw model te identificeren, controleert u het nummer dat begint met PC op het label op de onderzijde van de camera. Het model van de ingebouwde WLAN-module vindt u hieronder. Land/regio van aankoop Model WLAN-module V.S.
Complies with IDA Standards DB00671 Dit product is geïnstalleerd met de WLAN-module die is gecertificeerd volgens normen die zijn vastgesteld door IDA Singapore. Veiligheidsmaatregelen Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn er strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel gebruikt. Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt. • Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Vóór gebruik VOORZICHTIG ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE. HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE VOORSCHRIFTEN HIERVOOR. Batterijlader CB-2LFE Houd de ledkant naar boven gericht bij normal gebruik. Handelsmerken en licenties • Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.