Operation Manual

66
Basisfuncties voor afspelen
6 Volumeregelaar.
7 Decoratie (A 101).
8 Een videosnapshotscène vastleggen (A 118).
9 Versneld achteruit/vooruit afspelen*.
10 Opnamedatum.
11 Naar het begin van de volgende scène gaan.
12 Het afspelen hervatten.
13 Het weergegeven beeld vastleggen als een foto (A 120).
14 Vertraagd vooruit/achteruit afspelen**.
* Raak deze knop meerdere keren aan als u de afspeelsnelheid wilt
verhogen tot 5x 15x 60x de normale snelheid.
** Raak deze knop meerdere keren aan als u de afspeelsnelheid wilt
vertragen tot 1/8x 1/4x de normale snelheid.
Het scherm met scène-informatie
Op het scherm met scène-informatie kunt u diverse details
controleren, zoals de lengte van de scène, opnamedatum en
-tijd, en videokwaliteit.
1 In het indexscherm [y] of [¦] raakt u [I] aan.
Raak vervolgens de gewenste scène aan.
Het scherm [Scène-info] verschijnt.
•Raak [Ï]/[Ð] aan om de vorige/volgende scène
te selecteren.