Operation Manual

Uitgebreide Handleiding >
A
fdrukken vanaf een computer
>
A
fdrukken met andere toepassingssoftware
>
De
afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> De helderheid aanpassen
De helderheid aanpassen
U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen.
Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel
veranderd.
Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast.
Licht (Light) is geselecteerd
Normaal (Normal) is geselecteerd
Donker (Dark) is geselecteerd
De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set…).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Geef de helderheid op
Selecteer Licht (Light), Normaal (Normal) of Donker (Dark) bij Helderheid (Brightness) en klik op
OK.
Sivu 297/836De helderheid aanpassen