Operation Manual

Opmerking
A
ls u scant zonder een voorbeeld weer te geven, is de preventiefunctie voor doorschijne
n
actief. Deze functie is handig als u tijdschriften scant. Wanneer u echter foto's scant, kan door
deze functie de kleurtint van de gescande afbeelding verschillen van de bron.Gebruik in dat
geval eerst de voorbeeldfunctie.
5.
Instellingen voor uitvoer (Output Settings) instellen.
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
6.
Stel het bijsnijdkader in en breng indien gewenst afbeeldingscorrecties en
kleuraanpassingen aan.
Opmerking
In de onderstaande onderwerpen vindt u meer informatie over de instellingen voor
afbeeldingen en de knoppen voor kleuraanpassing (Color Adjustment).
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Knoppen voor kleuraanpassing
(Color Adjustment)
Zie '
Bijsnijdkaders aanpassen
' voor meer informatie over bijsnijdkaders.
7.
Klik op Scannen (Scan).
Het scannen begint.
Opmerking
Wat er met ScanGear (stuurprogramma) gebeurt na het scannen kan worden opgegeven bij
Status van dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after
scanning) op het tabblad Scannen (Scan) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Tabblad Scannen (Scan)
Opmerking
Zie '
Tabblad Geavanceerde Modus (Advanced Mode) ' voor meer informatie over het tabblad
Geavanceerde modus (Advanced Mode).
Naar boven
Sivu 544/836Scannen in de Geavanceerde modus (Advanced Mode)