Operation Manual

Controle 2: Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank
als de inkt op is.
Routineonderhoud
Controle 3: Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd?
Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en het luchtgat vrij is zoals weergegeven bij (A).
A
ls de oranje tape is achtergebleven zoals bij (B), trekt u aan de oranje tape en verwijdert u het
.
Controle 4: Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer
eventueel noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de
printkop.
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Zie
Routineonderhoud
voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en de diepte-reiniging van de printkop.
A
ls het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
Controleer of de inkttank van een bepaalde kleur niet leeg is.
A
ls het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt ookal is er voldoende
inkt, voert u een reiniging van de printkop uit en drukt u het controleraster voor de
spuitopeningen opnieuw af.
A
ls het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
voert u de diepte-reiniging van de printkop uit.
A
ls het probleem niet is opgelost na de dieptereiniging van de printkop, zet u het apparaat uit en
voert u na 24 uur nogmaals een dieptereiniging van de printkop uit.
A
ls het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
A
ls het probleem nog niet is verholpen na een diepte-reiniging van de printkop, is de printkop
mogelijk beschadigd. Neem contact op met de helpdesk van Canon.
Controle 5: Als u papier met één bedrukbare zijde gebruikt, controleer
dan of het paper met de bedrukbare zijde naar boven is geplaatst.
A
ls u afdrukt op de verkeerde zijde van dit soort papier, kunnen de afdrukken onduidelijk worden o
f
kan de kwaliteit minder worden.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor gedetailleerde informatie over de bedrukbare
zijde.
Zie ook de volgende gedeelten als u gaat kopiëren:
Controle 6: Controleer of het origineel goed op de glasplaat is geplaatst.
Papier/originelen plaatsen
Controle 7: Is het origineel met de te kopiëren zijde naar beneden op de
glasplaat geplaatst?
Controle 8: Hebt u een afdruk gekopieerd die met dit apparaat is
Sivu 741/836Geen afdrukresultaten/onduidelijke afdrukken/onjuiste kleuren/witte strepen