Operation Manual

Uitgebreide Handleiding >
Bijlage
>
De printer aansluiten op een netwerk > Instellingen op de afdrukserver
Instellingen op de afdrukserver
Wanneer u de printer in een netwerk wilt gebruiken, moet u de printer op het afdrukserversysteem op
delen instellen.
De procedure voor het instellen van de afdrukserversystemen is als volgt:
1.
Installeer het printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem
Zie de gebruikershandleiding voor installatie-instructies.
2.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder aangegeven:
In Windows Vista selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Hardware en geluid
(Hardware and Sound) -> Printers.
In Windows XP selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers en andere
hardware (Printers and Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
In Windows 2000 selecteert u Start -> Instellingen (Settings) -> Printers.
Het venster Printers (Windows Vista, Windows 2000) of Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes) (Windows XP) wordt weergegeven.
3.
Klik op het pictogram van het printermodel dat moet worden gedeeld
Druk in Windows Vista op de Alt-toets op uw toetsenbord en selecteer Als administrator
uitvoeren (Run as administrator) -> Delen... (Sharing…) in het menu Bestand (File).
Selecteer in Windows XP of Windows 2000 de optie Delen... (Sharing…) in het menu Bestand
(File).
Opmerking
In Windows XP wordt wellicht een bericht weergegeven dat de gebruiker het beste de wizard
Netwerk instellen kan gebruiken om de functie voor delen in te stellen.
A
ls dit bericht wordt weergegeven, selecteert u de optie dat u de wizard niet wilt gebruiken en
stelt u delen in.
4.
Stel delen in
Selecteer Deze printer delen (Share this printer) (Windows Vista, Windows XP) of Gedeeld als
(Shared as) (Windows 2000) op het tabblad Delen (Sharing) om naar wens een gedeelde naam in
te stellen, en klik op OK.
Belangrijk
In Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster weergegeven bij het
installeren, verwijderen of starten van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van
een taak.
A
ls u zich hebt aangemeld met een account voor beheerders, klikt u op Doorgaan (Continue) of
Toestaan (Allow) om door te gaan.
Voor sommige toepassingen is een account voor beheerders (administrator) vereist om door
te kunnen gaan. Als u zich hebt aangemeld bij een standaardaccount, schakelt u over naar een
beheerdersaccount en start u de bewerking vanaf het begin.
Hiermee hebt u het afdrukserversysteem ingesteld. Vervolgens stelt u de clientsystemen in.
Naar boven
Sivu 827/836Instellingen op de afdrukserver