Operation Manual

(Helderheid/contrast)
De helderheid en het contrast van een afbeelding aanpassen. Als de afbeelding te donker
of te licht is of als de beeldkwaliteit te vlak is door gebrek aan contrast, kunt u de
helderheid en het contrast aanpassen.
Helderheid en contrast aanpassen
(Histogram)
In een histogram kunt u de gegevensconcentratie zien op elk helderheidsniveau van een
afbeelding. U kunt de helderste niveaus (hoge lichten) en de donkerste niveaus
(schaduwen) in een afbeelding opgeven, de niveaus verlagen en het midden van het
toonbereik van een afbeelding uitbreiden.
Histogram aanpassen
(Tintcurve-instellingen)
De helderheid van een afbeelding aanpassen door het type grafiek (tintcurve) te
selecteren die de balans van de tintinvoer en -uitvoer aangeeft. U kunt subtiele
aanpassingen opgeven voor de helderheid van een bepaald gebied.
Tintcurve aanpassen
(Laatste controle)
De kleuraanpassingen voor een laatste keer controleren. De definitieve gesynthetiseerde
tintcurve en het histogram dat is afgeleid van de navolgende beeldverwerking worden
weergegeven. U kunt geen instellingen opgeven in dit scherm.
Voor een kleurenafbeelding selecteert u een kleur bij Kanaal (Channel) om alleen
Rood (Red), Groen (Green) of Blauw (Blue) in te schakelen. Selecteer Model
(Master) om de drie kleuren samen in te schakelen.
Als u de muisaanwijzer op de voorbeeldafbeelding plaatst, wordt het gedeelte
vergroot en worden de RGB-waarden (alleen L wanneer Kleurenmodus (Color
151