Operation Manual

Uitlijning printkop (Print Head Alignment)
Bij het uitlijnen van de printkoppen worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor
kleuren en lijnen beter worden afgedrukt.
Lijn de printkop direct uit nadat u de printkop hebt geplaatst.
Wanneer u klikt op Uitlijning printkop (Print Head Alignment), wordt het Dialoogvenster Uitlijning
printkop starten (Start Print Head Alignment) weergegeven.
Controle spuitopening (Nozzle Check)
Hiermee drukt u een controleraster voor de spuitopeningen af.
Gebruik deze functie als de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt. Druk een
controleraster voor de spuitopeningen en controleer of de printkop correct werkt.
Klik op Reiniging (Cleaning) om de printkop te reinigen als de afdruk voor een bepaalde kleur vaag is
of als bepaalde delen niet zijn afgedrukt.
Als u een lijst wilt weergeven met items die u moet controleren voordat u het controleraster voor de
spuitopeningen afdrukt, klikt u op Initiƫle controle-items (Initial Check Items).
Controleraster afdrukken (Print Check Pattern)
Met deze functie drukt u een raster af waarmee u kunt controleren of een of meer spuitopeningen
verstopt zijn.
Klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern). Klik in het bevestigingsbericht op OK.
Het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) wordt weergegeven.
Linkerbitmap (goed)
De spuitopeningen van de printkop zijn niet verstopt.
Rechterbitmap (slecht)
De spuitopeningen van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Afsluiten (Exit)
Hiermee sluit u het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) en keert u terug naar het
tabblad Onderhoud (Maintenance).
Reiniging (Cleaning)
Hiermee voert u een reiniging van de printkop uit.
Bij het reinigen van de printkop worden de spuitopeningen vrijgemaakt.
Voer een reiniging uit wanneer de afdruk vaag is of als een bepaalde kleur niet wordt
afgedrukt, ook al zijn alle inktniveaus hoog genoeg.
Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings)
Hiermee opent u het Dialoogvenster Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings).
Gebruik deze functie om de FINE-cartridge op te geven die u wilt gebruiken.
Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning)
Hiermee voert u een reiniging van de onderste plaat van de printer uit.
Voer Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) uit voordat u dubbelzijdig afdrukt om vegen
op de achterzijde van een vel papier te voorkomen.
Voer Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) ook uit als er inktvegen op een afdruk
voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens.
436