Operation Manual

Controleer of de computer kan communiceren met de draadloze router via het draadloze LAN.
Controle 12
Controleer of Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable
bidirectional support) is geselecteerd op het tabblad Poorten (Ports) van het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. (Windows)
Controle 13
Zorg dat de firewall van de software is uitgeschakeld.
Als de firewall van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt mogelijk het bericht weergegeven dat Canon-
software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als deze waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de
beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Als u programma's gebruikt die schakelen tussen netwerkomgevingen, controleert u de instellingen ervan.
Sommige programma's gebruiken standaard een firewall.
Controle 14
Als u een router gebruikt, moet u het apparaat en de computer verbinden
aan de LAN-zijde (zelfde netwerksegment).
Controle 15
Als het apparaat via een LAN is verbonden met een AirPort-basisstation,
gebruikt u alfanumerieke tekens voor de netwerknaam (SSID). (Mac OS)
Controle 16
Controleer de TCP/IP-instelling van het apparaat en schakel IPv6 uit.
Als u de huidige TCP/IP-instelling wilt controleren, drukt u de netwerkinstellingen af met het bedieningspaneel.
Netwerkinstellingen afdrukken
Als 'TCP/IPv6' is ingesteld op 'Inschakelen', is zowel IPv4 als IPv6 ingeschakeld.
Houd de knop Stoppen (Stop) ingedrukt en laat deze los nadat het Alarm-lampje 23 maal heeft geknipperd.
IPv6 is uitgeschakeld en alleen IPv4 is ingeschakeld.
Voer de installatie opnieuw uit als het probleem niet is verholpen.
Voor Windows:
Gebruik de installatie-cd-rom of volg de instructies op de Canon-website.
Voor Mac OS:
Volg de instructies op de Canon-website.
704