Operation Manual

Het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma openen
U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de
gebruikte toepassing of via het printerpictogram.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de
toepassing openen
Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken.
1. Selecteer de opdracht voor het afdrukken in de toepassing die u gebruikt
Meestal doet u dit door Afdrukken (Print) te kiezen in het menu Bestand (File),
waardoor het dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
2. Selecteer de naam van uw printermodel en klik op Voorkeuren
(Preferences) of Eigenschappen (Properties)
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma verschijnt.
Opmerking
Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, kunnen de namen van opdrachten
of menu's verschillen en kan de procedure uit meer stappen bestaan. Raadpleeg
de gebruikershandleiding bij de toepassing voor meer informatie.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via het
printerpictogram
Volg onderstaande procedure om onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat uit te
voeren, zoals het reinigen van de printkop, of om een afdrukprofiel in te stellen dat in alle
toepassingen vrijwel hetzelfde is.
1. Voer een van de onderstaande stappen uit:
Als u Windows 8 gebruikt, selecteert u Instellingen (Settings) ->
Configuratiescherm (Control Panel) -> Hardware en geluiden (Hardware and
Sound) -> Apparaten en printers (Devices and Printers) via de charms op het
bureaublad.
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices
and Printers).
109