Operation Manual

Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevention of Print Data Loss)
U kunt de omvang van de afdrukgegevens die met de toepassing zijn gemaakt,
verkleinen en daarna de gegevens afdrukken.
Afhankelijk van de gebruikte toepassing kunnen de afbeeldingsgegevens worden
afgesneden of niet correct worden afgedrukt. Selecteer in dat geval Aan (On).
Selecteer Uit (Off) als u deze functie niet gebruikt.
Belangrijk
Als u deze functie gebruikt, kan de afdrukkwaliteit afnemen, afhankelijk van de
afdrukgegevens.
Eenheid voor verwerking van afdrukgegevens (Unit of Print Data Processing)
Hier selecteert u de verwerkingseenheid van de afdrukgegevens die naar het
apparaat worden gezonden.
Normaal gesproken selecteert u Aanbevolen (Recommended).
Belangrijk
Voor bepaalde instellingen kan een grote hoeveelheid geheugen worden
gebruikt.
Wijzig de instelling niet als uw computer weinig geheugen heeft.
Opmerking
Het tabblad Eenheid voor verwerking van afdrukgegevens (Unit of Print
Data Processing) kan niet worden gebruikt met het XPS-
printerstuurprogramma.
Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...))
Hiermee opent u het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stempel).
Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over
of achter de documentgegevens afdrukken. Verder kunt u hiermee de datum, tijd en
gebruikersnaam afdrukken. Met de functie Achtergrond (Background) kunt u een lichte
illustratie achter de documentgegevens afdrukken.
Opmerking
Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond...
(Stamp/Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie
beschikbaar.
Afhankelijk van het type printerstuurprogramma dat u gebruikt en de omgeving zijn
Stempel (Stamp) en Achtergrond (Background) mogelijk niet beschikbaar.
149