Operation Manual

Geef dit op met de knop + of -.
Opmerking
Als u het aantal kopieën voor elke foto opgeeft, gebruikt u de knop om de foto weer te
geven die u wilt afdrukken en gebruikt u de knop + of - om het aantal kopieën op te geven
wanneer de gewenste foto wordt weergegeven.
U kunt het scherm ook weergeven om het aantal kopieën op te geven: druk op OK wanneer de
gewenste foto wordt weergegeven. Wanneer het scherm voor het opgeven van het aantal
exemplaren wordt weergegeven, geeft u het aantal op met de knoppen + of -. Druk op OK om
de foto in het fotoselectiescherm weer te geven.
2.
Foto selecteren
Selecteer de foto die u wilt afdrukken met de knop .
3.
Afdrukinstellingen (Print settings)
Wanneer u op de rechter Functie (Function)-knop drukt, wordt het bevestigingsscherm met
afdrukinstellingen weergegeven.
Gebruik de knop om het instellingsitem te wijzigen, gebruik de knop om de instelling te
wijzigen en bevestig de selectie vervolgens met de knop OK.
A. Paginaformaat (Page size)
Het paginaformaat is ingesteld op 10x15cm(4"x6") (4"x6"(10x15cm)).
B.
Type (Mediumtype)
Selecteer het mediumtype van het geplaatste papier.
C.
Afdr.kwl. (Print qlty) (Afdrukkwaliteit)
Selecteer de afdrukkwaliteit op basis van de foto.
D.
Marge (Border) (Met of zonder marge afdrukken)
Hiermee selecteert u afdrukken met of zonder rand.
E.
Fotocorr. (Photo fix)
Als Automat. fotocorr. (Auto photo fix) is geselecteerd, wordt het onderwerp of het gezicht
van een persoon op een foto geanalyseerd en wordt de meest geschikte correctie voor elke
foto automatisch toegepast. Een donker gezicht als gevolg van tegenlicht wordt lichter
gemaakt bij het afdrukken. De functie herkent bijvoorbeeld ook landschappen, nachtopnames,
personen, enzovoort en corrigeert automatisch elke foto door de meest geschikte kleur,
helderheid of contrast toe te passen voordat de foto wordt afgedrukt.
Afhankelijk van het type foto wordt deze mogelijk niet gecorrigeerd.
225