Operation Manual

1.
Aantal kopieën
Geef dit op met de knop + of -.
2.
Foto selecteren
Selecteer de foto die u wilt afdrukken met de knop .
3.
Afdrukinstellingen (Print settings)
Wanneer u op de rechter Functie (Function)-knop drukt, wordt het bevestigingsscherm met
afdrukinstellingen weergegeven.
Op het bevestigingsscherm met afdrukinstellingen kunt u de instellingen voor het paginaformaat,
het mediumtype, de afdrukkwaliteit, enzovoort, wijzigen.
Items instellen
4. Datum opgeven
Als u op de middelste Functie (Function)-knop drukt, kunt u een foto selecteren en de datum
opgeven (datum waarop gegevens voor het laatst zijn gewijzigd).
Handige weergavefuncties gebruiken
5. Weerg. wijz. (Change view)
U kunt de weergavemethode wijzigen door op de linker Functie (Function)-knop te drukken.
Handige weergavefuncties gebruiken
Opmerking
Als u het aantal kopieën voor elke foto opgeeft, gebruikt u de knop om de foto weer te geven
die u wilt afdrukken en gebruikt u de knop + of - om het aantal kopieën op te geven wanneer de
gewenste foto wordt weergegeven.
U kunt het scherm ook weergeven om het aantal kopieën op te geven: druk op OK wanneer de
gewenste foto wordt weergegeven. Wanneer het scherm voor het opgeven van het aantal
exemplaren wordt weergegeven, geeft u het aantal op met de knoppen + of -. Druk op OK om de
foto in het fotoselectiescherm weer te geven.
7. Druk op de knop Kleur (Color).
Het apparaat begint af te drukken.
Opmerking
Druk op de knop Stoppen (Stop) om het afdrukken te annuleren.
U kunt de afdruktaak toevoegen door tijdens het afdrukken op de rechter Functie (Function)-knop
te drukken.
200