Operation Manual

Nadat u de cassette in de printer hebt geplaatst, wordt het bevestigingsscherm voor papierinstellingen
voor de cassette weergegeven op het aanraakscherm.
7.
Als het paginaformaat op het aanraakscherm overeenkomt met het formaat van het
geplaatste papier in de cassette, selecteert u Ja (Yes).
Als dit niet het geval is, selecteert u Wijzigen (Change) om de instelling te wijzigen op basis van het
formaat van het geplaatste papier.
8.
Open het bedieningspaneel (E), trek de papieruitvoerlade (F) en de papieruitvoersteun (G)
uit en open vervolgens het verlengstuk van de uitvoerlade (H).
Zorg dat u het bedieningspaneel opent voordat u gaat afdrukken. Als het bedieningspaneel niet geopend
is, start de printer niet met afdrukken.
9.
Druk op de knop HOME (I).
10. Selecteer Kopiƫren (Copy) (J).
38