Operation Manual
Gebruiken van de patroonsequencer
D-109
8.
Herhaal de stappen 4 - 7 voor alle onderdelen
die u wilt bewerken.
• Het wordt aanbevolen dat u het ritme opslaat als een
gebruikersritme elke maal dat u klaar bent met het
bewerken van elk begeleidingspatoon. Zie “Opslaan
van een bewerkt of nieuw gecreëerd ritme” (pagina
D-111) voor details hoe u dat moet doen.
9.
Herhaal de stappen 3 - 8 om alle gewenste
begeleidingspatronen van het ritme te
bewerken.
10.
Stel het tempo van het ritme naar wens in na
voltooien van alle gewenste bewerkingen.
• Het hier ingestelde tempo wordt het oorspronkelijke
default tempo van het begeleidingspatroon.
11.
Zie “Opslaan van een bewerkt of nieuw
gecreëerd ritme” (pagina D-111) voor details
hoe u de uiteindelijke versie van het ritme kunt
opslaan als een gebruikersritme.
1.
Druk op de C-4 (PATTERN SEQUENCER) toets.
• Hierdoor wordt het patroonsequencerscherm getoond.
Zie stap 2 onder “Repeteren alvorens een bestaand
ritme te bewerken” voor details aangaande de
scherminhoud (pagina D-104).
2.
Voer de procedure uit onder “Wissen van alle
instrumenonderdelen opnamegebieden die
onderdeel uitmaken van een
begeleidingspatroon” (pagina D-120).
• Selecteer het begeleidingspatroon die u opnieuw wilt
opnemen en voer vervolgens de wisbewerking uit.
3.
Voer de procedure uit onder “Configureren van
de patroonopnameinstellingen (Rec Menu)
(opnamemenu)” (pagina D-106).
• Deze stap is niet nodig wanneer u bewerkingen wilt
uitvoeren d.m.v. oorspronkelijke default instellingen of
als u vorige instellingen wilt gebruiken zonder ze te
veranderen.
4.
Configureer het begeleidingspatroonnummer
van de maat- en maatslaginstellingen.
5.
Selecteer de R-17 (u, i) toetsen om het
instrumentonderdeel te selecteren dat u wilt
opnemen.
Creëren van een nieuw begeleidingspatroon
(1) Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en druk
op de C-4 (EDIT) toets om het bewerkingsscherm te
tonen.
(2) Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de 0 naar
“ElementEdit” (Element Bewerken) en druk daarna op
de R-16 (ENTER) toets.
• Hierdoor wordt het “ElementEdit” (bewerken van
element) scherm getoond.
(3) Selecteer d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen een van de
items beschreven in de onderstaande tabel en
verander dan d.m.v. de draairegelaar of de R-14
(–, +) toetsen de instelling.
Display: Itemnaam Instelbereik
Measure:
Aantal maten
INTRO, ENDING: 01 - 16
NORMAL, VARIATION: 01 tot en met
16
NORMAL FILL-IN, VARIATION
FILL-IN: 01 - 02
Beat: Maatslag 2/4 - 4/4 - 8/4, 2/8 - 16/8
(4) Druk tweemaal op de R-15 (EXIT) toets om het menu
te verlaten.
Momenteel geselecteerde instrumentonderdeel
Huidige status van het geselecteerde instrumentgedeelte
(pagina D-102)
Momenteel geselecteerd begeleidingspatroon