Operation Manual

Gebruiken van een geheugenkaart
D-144
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren en op het
toetsenbord meespelen samen met de weergave van een
muziekbestand op een geheugenkaart.
Selecteer UPPER 1 deeltoon, UPPER 2 deeltoon en
LOWER deeltonen.
Specificeer laag, splitsing aan/uit en het splitspunt
De procedures voor het uitvoeren van deze beweringen zijn
hetzelfde als die uitgevoerd worden tijdens de ritmemodus.
Zie “Lagen en splitsingen aanbrengen in tonen” voor details
aangaande deze bewerking (pagina D-15).
U kunt d.m.v. de onderstaande procedure gemakkelijk
dezelfde toon toewijzen als het rechter handgedeelte of het
linker handgedeelte van het muziekbestand aan het
toetsenbord (UPPER 1 deeltoon) voor handmatig spel.
Toewijzen van dezelfde toon als het rechter
handgedeelte of het linker handgedeelte van het
muziekbestand aan het toetsenbord
1.
Voer de procedure onder “Uitschakelen van een
handgedeelte en spelen van het andere
handgedeelte op het toetsenbord (Gedeelte
uit)” (pagina D-143) uit om het gedeelte uit te
schakelen dat u op het toetsenbord wilt spelen.
Deze stap is niet nodig als u op het toetsenbord
meespeelt terwijl beide handgedeelten weergegeven
worden.
2.
Houd de L-8 ([E] PIANO RHYTHMS) toets
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de L-9 ([F]
USER RHYTHMS) toets.
Hierdoor wordt de toon van het uitgeschakelde
gedeelte toegewezen aan het UPPER 1 gedeelte.
Als beide gedeelten aan- of uitgeschakeld zijn, wordt
het rechter handgedeelte toegewezen aan het
UPPER 1 gedeelte.
3.
Hierdoor wordt de weergave van het
melodiebestand gestart. Speel het gedeelte dat
u wilt op het toetsenbord.
1.
Schakel de kaartmodus in en selecteer het MIDI
bestand dat u wilt weergeven.
2.
Druk op de L-17 (PLAY/STOP) toets om de
weergave te starten.
3.
Druk op de L-13 (REPEAT) toets wanneer de
weergave de maat bereikt die u wilt specificeren
als het startpunt voor herhaling.
•De ? indicator gaat knipperen in de display.
4.
Druk op de L-13 (REPEAT) toets wanneer de
weergave de maat bereikt die u wilt specificeren
als het eindpunt voor herhaling.
•De ? indicator stopt met knipperen en herhaalde
weergave van de maten binnen het bereik
gespecificeerd in stappen 3 en 4 wordt gestart.
Het herhalingsbereik is vanaf het begin van de maat die
u specificeerde in stap 3 tot het einde van de maat die u
specificeerde in stap 4.
ALs u geen eindpunt specificeert dan zal het einde van
de melodie het eindpunt vormen.
5.
Druk op de L-17 (PLAY/STOP) toets om de
weergave te stoppen.
Als de L-17 (PLAY/STOP) toets op nogmaals ingedrukt
wordt, wordt herhaalde weergave opnieuw gestart met
dezelfde start- en eindpunten.
Het herhalingsbereik wordt gewist wanneer u een
ander muziekbestand selecteert.
Zie “Veranderen van de tempo instelling” (pagina D-19).
Zie “SongVol. (Song Volume)” (pagina D-133). Zie
“Veranderen van de instelling van een functiemenu item”
(pagina D-130) voor informatie aangaande het configureren
van instellingen.
Zie “PreCount (Melodie vooraf tellen)” (pagina D-132). Zie
“Veranderen van de instelling van een functiemenu item”
(pagina D-130) voor informatie aangaande het configureren
van instellingen.
Meespelen op het toetsenbord samen met de
weergave van een muziekbestand op een
geheugenkaart
Herhalen van een specifiek gedeelte van een
melodie.
Veranderen van het weergavetempo
Instellen van het weergavevolume in
overeenstemming met het weergavevolume
van het toetsenbord
Laten klinken van het vooraf tellen aan het
begin van de weergave