Operation Manual

Selecteren en spelen van een toon
D-15
5.
Nu kunt u op het toetsenbord spelen met de
geselecteerde toon.
U kunt ook de R-14 (–, +) toetsen gebruiken om een toon te
selecteren. Door één van beide toetsen ingedrukt te
houden wordt met verhoogde snelheid door de
toonnummers gescrolld. Door beide R-14 (–, +) toets
tegelijkertijd ingedrukt te houden wordt toon 001 in de op
dat moment geselecteerde groep geselecteerd.
U kunt het toetsenbord zodanig configureren dat het twee
verschillende tonen tegelijkertijd speelt (laag) of twee
verschillende tonen speelt op het linker en rechter bereik
(splitsing). U kunt een laag en een splitsing in combinatie
gebruiken en op die manier drie verschillende tonen
tegelijkertijd spelen.
Het UPPER 1 gedeelte wordt alleen gebruikt tijdens het
spelen van een afzonderlijke toon op het keyboard. Bij het
maken van lagen van twee tonen, worden het UPPER 1
gedeelte en het UPPER 2 gedeelte gebruikt. Bij het splitsen
van het toetsenbord in twee tonen, speelt het lage bereik van
het toetsenbord het LOWER gedeelte.
Een toon over het gehele toetsenbord (pagina D-14)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 gedeelte
(Laag: Uit, Splitsing: Uit).
Twee gelaagde tonen over het gehele toetsenbord
(pagina D-16)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 gedeelte en
het UPPER 2 gedeelte (Laag: Aan, Splitsing: Uit).
Twee tonen, een voor het linker bereik en een voor het
rechter bereik van het toetsenbord (pagina D-17)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 gedeelte en
het LOWER gedeelte (Laag: Uit, Splitsing: Aan).
Drie tonen, twee gelaagde tonen voor het rechter bereik
en één voor het linker bereik van het toetsenbord
(pagina D-17)
Deze configuratie gebruikt enkel het UPPER 1 gedeelte en
het UPPER 2 gedeelte en het LOWER gedeelte (Laag:
Aan, Splitsing: Aan).
U kunt de hieronder beschreven instellingen configureren
om elk onderdeel in te stellen wanneer meerdere tonen
gebruikt worden in configuraties met lagen en splitsingen.
Lagen en splitsingen aanbrengen
in tonen
UPPER 1
UPPER 1
UPPER 2
LOWER UPPER 1
Instellen van deze
instelling voor elk
onderdeel:
Voor meer informatie:
Octaafverschuiving Gebruiken van
octaafverschuiving
(pagina D-18)
Volumebalans Gebruiken van de mixer
(pagina D-36)
Stereo positie, effect
(nagalm, zweving) niveau’s
en andere gedetailleerde
instellingen
LOWER
UPPER 1
UPPER 2