Operation Manual

Gebruiken van de melodiesequencer
D-75
1.
Terwijl het oorspronkelijke scherm op de
melodiesequencermodus is, houd de R-13
(FUNCTION) toets ingedrukt terwijl u op de C-17
(MENU) toets drukt.
Hierdoor wordt het melodiesequencermenu
weergegeven met de 0 bij “ClearTrack”.
2.
Druk op de R-16 (ENTER) toets.
Hierdoor verschijnt het “Clear Track” scherm. Op dat
moment is het bestemmingsspoor voor het wissen dat
spoor dat u zojuist opnam.
3.
Druk op de R-16 (ENTER) toets.
Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (Zeker
weten?).
4.
Druk op de R-14 (YES) toets om de spoordata te
wissen of op de R-14 (NO) toets om te
annuleren.
Zie “Wissen van een enkel spoor” (pagina D-85) voor
informatie aangaande het selecteren van een bepaald
spoor en hoe de inhoud gewist kan worden.
1.
Terwijl het oorspronkelijke scherm op de
melodiesequencermodus is, houd de R-13
(FUNCTION) toets ingedrukt terwijl u op de C-17
(MENU) toets drukt.
Hierdoor wordt het melodiesequencermenu getoond.
2.
Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de 0
naar “ClearSong” (Melodie Wissen) en druk
daarna op de R-16 (ENTER) toets.
Hierdoor verschijnt het “Clear Song” scherm. Op dat
moment is de bestemmingsmelodie voor het wissen die
melodie die u zojuist opnam.
3.
Druk op de R-16 (ENTER) toets.
Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (Zeker
weten?).
4.
Druk op de R-14 (YES) toets om de melodiedata
te wissen of op de R-14 (NO) toets om te
annuleren.
Zie “Wissen van een melodie” (pagina D-82) voor
informatie aangaande het selecteren van een bepaalde
melodie en hoe de inhoud gewist kan worden.
Wissen van de inhoud van een enkel spoor
onmiddellijk nadat u het heeft opgenomen
Wissen van een enkel melodie onmiddellijk
nadat u die heeft opgenomen