Operation Manual
Gebruiken van de melodiesequencer
D-84
Zoals in detail uitgelegd wordt onder “Melodieën, sporen en
gedeelten” (pagina D-70), is het systeemspoor een
afzonderlijk spoor terwijl het toetsenbordspel en de
automatische begeleidingsdata afzonderlijk opgenomen
worden naar meerdere delen (A04 - A07, A09 - A16). De data
van deze delen wordt geëxtraheerd naar de Sporen 04 - 07
en 09 - 16, met elk deel corresponderend met een spoor met
data. Dit maakt het makkelijk om elk begeleidingsdeel
afzonderlijk te bewerken.
• Door deze bewerking uit te voeren worden alle data
gewist die op dat moment opgenomen in het
systeemspoor, behalve voor temppdata.
• Door deze bewerking uit te voeren worden alle data
gewist die momenteel opgenomen zijn op Sporen 04 -
07 en 09 - 16 en verplaatsen door de data in het
systeemspoor.
1.
Voer de procedure uit onder “Starten van een
melodie editorbewerking” op pagina D-81 om
het melodie bewerkingsmenu te tonen.
2.
Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de 0
naar “Extract” (Extraheren) en druk daarna op
de R-16 (ENTER) toets.
• Hierdoor wordt een “Extract” scherm weergegeven
zoals het hier onder getoonde.
3.
Druk op de R-16 (ENTER) toets.
4.
Druk als reactie op de “Sure?” boodschap die
verschijnt op de R-14 (YES) toets om het
extraheren te starten of op de R-14 (NO) toets
om te annuleren.
1.
Voer de procedure uit onder “Starten van een
melodie editorbewerking” op pagina D-81 om
het melodie bewerkingsmenu te tonen.
2.
Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toets de 0 naar
“Rename” (hernoemen) en druk vervolgens op
de R-16 (ENTER) toets.
• Hierdoor wordt het “Rename” (hernoemen) scherm
getoond.
3.
Verplaats d.m.v. de R-17 (u, i) toetsen de
cursor naar de naamletterpositie die u wilt
veranderen en selecteer dan d.m.v. de
draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen het
gewenste karakter.
• Zie “Ondersteunde invoerkarakters” (pagina D-160)
voor informatie aangaande de karakters die u kunt
invoeren voor de naam.
• Druk tegelijkertijd op beide R-14 (–, +) toetsen om een
spatie in te voeren.
4.
Druk nadat alles naar wens is op de R-16
(ENTER) toets.
5.
Druk als reactie op de “Sure?” boodschap die
verschijnt op de R-14 (YES) toets om de
melodie te hernoemen of op de R-14 (NO) toets
om te annuleren.
Extraheren van de inhoud opgenomen op het
systeemspoor van spoor 04 - 07 of 09 - 16
B04
B05
B06
B07
B09
B10
B11
B12
B13
B14
B15
B16
A04
A05
A06
A07
A09
A10
A11
A12
A13
A14
A15
A16
Syste Track
Hernoemen van een melodie