User manual - EXN1_N2_N10_N20_Z32_M29_FA

31
Foto leerprogramma
Foto leerprogramma
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te
configureren.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
U kunt het controlepaneel tonen door te drukken op [2].
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen.
Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en
worden de instellingen getoond.*
1
*1 Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de
opnamemodus.
*2 De beeldkwaliteit van foto’s kan niet veranderd worden m.b.v. het
controlepaneel.
3. Verander d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling.
4. Herhaal stappen 2 en 3 als u andere instellingen wilt configureren.
5. Druk op [SET] (instellen) nadat alle instellingen naar wens zijn.
Hierdoor worden de instellingen uitgeoefend en teruggekeerd naar de OPNAME
modus.
Als u “MENU” selecteerde, verschijnt het OPNAME menu.
Als u “BS”, selecteert, verschijnt het BEST SHOT scènemenu.
U kunt het controlepaneel sluiten door te drukken op [ ] (Wissen).
Gebruiken van het controlepaneel
Controlepaneel
Beschikbare instellingen
1
9
5
3
4
7
8
2
6
[SET] (instellen)
[8] [2] [4] [6]
Automatische opnamemodus
(pagina 24)
Fotobeeldformaat/beeldkwaliteit*
2
(pagina’s 32, 61)
Filmbeeldkwaliteit (pagina 34)
Flitser (pagina 35)
Zelfontspanner (pagina 37)
Schmink (pagina 38)
Belichting (pagina 38)
OPNAME menudisplay (pagina 50)
BEST SHOT scèneselectie
(pagina 46)