User manual - EXN1_N2_N10_N20_Z32_M29_FA

55
Geavanceerde instellingen
Procedure
[r] (OPNAME) * [SET] (instellen) * MENU *
“OPNAME” indextab * AF gebied
BELANGRIJK!
Autom. Scherpstellen wordt gedeactiveerd wanneer W (Handm. Scherpstellen) of
) (Oneindig) wordt geselecteerd als de scherpstelmodus (pagina 52), zelfs als u
een AF gebied selecteert.
•DoorO Traceren” te selecteren kunnen trillingen en ruis optreden doordat de
lens (het objectief) beweegt tijdens het traceren van het onderwerp. Dit duidt niet
op een defect.
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Puntmeten
Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het
midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met
scherpstelvergrendeling (pagina 53).
Meervoudig
Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze
instelling geselecteerd is, selecteert de camera het optimale
Autofocus gebied van de negen mogelijke gebieden. Het
scherpstelkader van het gebied waar het camera op scherpstelt
wordt aangegeven in groen.
Traceren
Door de sluitertoets half in te drukken wordt scherpgesteld op
het onderwerp en zal het scherpstelkader de bewegingen van
het onderwerp gaan traceren.
U
I
O
U Puntmeten” ofO Traceren”
Scherpstelkader
Scherpstelkader
I Meervoudig”