User manual - EXN1_N2_N10_N20_Z32_M29_FA

9
Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om
u op de hoogte te houden van de status van de camera.
De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle
indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de
verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera
verschijnen.
. Foto opname
Inhoud van het beeldscherm en hoe deze te veranderen
Resterende capaciteit van het fotogeheugen
(pagina 122)
Resterende capaciteit van het filmgeheugen
(pagina 42)
Opnamemodus (pagina 24)
Witbalansinstelling (pagina 62)
Doorlopende sluiter (pagina 57)
Beeldkwaliteitsverlies indicator (pagina 40)
Meetfunctie (pagina 124)
Fotobeeldformaat (pagina 32)
Fotobeeldkwaliteit (pagina 61)

Filmbeeldkwaliteit (pagina 34)

Flitser (pagina 35)

Zelfontspanner (pagina 37)

Schmink (pagina 38)

Belichting (pagina 38)

ISO gevoeligheid (pagina 64)

Datum/tijd (pagina 96)

Belichtingscompensatie (pagina 61)

Scherpstelkader (pagina’s 26, 55)

Tijdstempel indicator (pagina 96)

Lege accu indicator (pagina 17)

Eye-Fi (pagina 88)

Gezichtsdetectie (pagina 56)

Anti Shake (pagina 58)

Scherpstelfunctie (pagina 52)