User Manual

2-35
De invoer van
n en het sluiten van de haken mag u weglaten.
Discontinue punten of intervallen waarin zich grote veranderingen voordoen, kunnen de
nauwkeurigheid van de berekening negatief beïnvloeden.
De invoer van een grotere waarde voor
n vergroot de nauwkeurigheid, maar vraagt ook meer
tijd.
De waarde van het eindpunt van het interval (
b) moet groter zijn dan de waarde van het
beginpunt (
a). Zo niet verschijnt een foutmelding.
Drukt u op A terwijl er een maximum-/minimumwaarde wordt berekend, dan stopt u
daarmee de berekening.
Gebruik enkel de gehele getallen 1 tot 9 als waarde voor
n. Het invoeren van andere
waarden veroorzaakt een foutmelding.
U kunt geen formule voor de berekening van een eerste of een tweede afgeleide, van een
bepaalde integraal, van een sommatie (Σ), van een maximum-/minimumwaarde, van een
nulpunt (Solve), RndFix gebruiken als term van een extremumberekening.
6. Rekenen met complexe getallen
De hoofdbewerkingen met complexe getallen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen)
worden ingevoerd zoals bij handmatige berekeningen (zie pagina 2-1 tot 2-17). U kunt ook
haakjes invoeren en gebruikmaken van het geheugen voor het laatste resultaat.
Het reëel deel en de coëfficiënt van het imaginair deel kunnen elk worden weergegeven met
een mantisse van hoogstens 10 cijfers en een exponent van hoogstens 2 cijfers.
De volgende functies kunnen samen met complex getallen worden gebruikt.
',
x
2
, x
–1
, ^(x
y
),
3
',
x
', ln, log, log
a
b, 10
x
, e
x
, Int, Frac, Rnd, Intg, RndFix(, Fix, Sci, ENG,
ENG, ° ’ ”,
° ’ ”
,
a
b
/c, d/c
U kunt rekenen met complexe getallen door de optie Complex Mode in het configuratiescherm
als volgt te veranderen.
• {Real} ... Uitsluitend reële getallen berekenen*
1
• {a+bi} ... Complex getal berekenen en het resultaat in cartesische coördinaten weergeven
• {
r} ... Complex getal berekenen en het resultaat in poolcoördinaten weergeven*
2
*
1
Als het argument echter een imaginair getal bevat, wordt het complex getal berekend en
verschijnt het resultaat in cartesische coördinaten.
Voorbeelden:
ln 2
i = 0,6931471806 + 1,570796327i
ln 2i + ln (– 2) = (Non-Real ERROR)
*
2
Het weergavebereik van hangt af van de hoekeenheid die voor de optie Angle in het
configuratiescherm is geselecteerd.
Deg ... –180 <
< 180
Rad ... – π <
< π
Gra ... –200 <
< 200