Operation Manual

18
Weergeven van een aanwijzer op het geprojecteerde beeld
U kunt kiezen uit verschillende stijlen aanwijzers, waaronder verschillende soorten pijlen, om weer te
laten geven op het geprojecteerde beeld. U kunt aanwijzers gebruiken tijdens een presentatie of om
een bepaald gedeelte van het beeld aan te geven of te markeren.
O
p
merkin
g
Afhankelijk van het soort aanwijzer dat u gebruikt, is het mogelijk dat deze niet correct kan
worden weergegeven wanneer u de keystone correctie gebruikt. Gebruik in een dergelijk geval
de [KEYSTONE +] en [KEYSTONE –] toetsen om de keystone correctiewaarde op nul te zetten.
Weergeven van een aanwijzer op het beeld
1.
Druk op de [POINTER] toets.
z Hierdoor zal er een aanwijzer op het beeld verschijnen.
z U kunt ook het instelmenu gebruiken om het soort aanwijzer dat het eerst verschijnt wanneer u
op [POINTER] drukt te veranderen. Zie voor details “Pointer” (bladzijde 40) onder “Option
Settings 2 Hoofdmenu”.
2.
Gebruik de cursortoetsen om de aanwijzer te verplaatsen.
z Houd een cursortoets ingedrukt om de aanwijzer met hoge snelheid te verplaatsen.
3.
Druk op de [STYLE] toets om de aanwijzer te veranderen.
Selecteren van het type aanwijzer
1.
Druk op [POINTER] om de aanwijzer te laten weergeven.
2.
Blijf op [POINTER] drukken tot de gewenste aanwijzer wordt weergegeven.
z Met elke druk op de [POINTER] toets zal de volgende aanwijzer in de reeks worden
weergegeven.
De aanwijzer verwijderen van het beeld
Druk op de [ESC] toets.
Dit type aanwijzer: Verandert als volgt door op [STYLE] te drukken:
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
J
Heen en weer schakelen tussen knipperen en niet
knipperen