User manual - H2650_WirelessGuide_Dutch

Table Of Contents
19
Configureren van beveiligingsinstellingen voor een
draadloze LAN-verbinding
Configureren van beveiligingsinstellingen voorkomt ongewenste toegang tot een computer of
projector via het draadloze LAN. Instellingen kunnen worden geconfigureerd via de
systeembeheerderspagina van de projector, welke kan worden geopend met de webbrowser op een
computer.
Dit gedeelte geeft alleen uitleg over de beveiligingsinstellingen op de systeembeheerderspagina. Zie
“Bediening en instellingen op de systeembeheerderspagina” (bladzijde 34) voor details omtrent
andere mogelijke handelingen op de systeembeheerderspagina.
Om de beveiligingsinstellingen te kunnen configureren, moet u eerst een draadloze LAN-verbinding tot
stand brengen tussen de projector en een computer. Zie “Gebruiken van een standaard SSID om een
computer via een draadloze LAN-verbinding te verbinden met de projector” (bladzijde 16) voor
informatie over hoe u een verbinding tot stand brengt tussen een projector waarvan de
beveiligingsinstellingen nog niet geconfigureerd zijn en een computer.
Schema beveiligingsinstellingen
Tot stand brengen van een draadloze LAN-verbinding tussen de projector en een computer.
Meld u op de computer aan op de systeembeheerderspagina van de projector.
Selecteer op de systeembeheerderspagina “Setup” (Instellingen) en dan “Wireless Setup”
(Draadloze instellingen), en configureer dan de volgende instellingen.
Pas deze instellingen toe (registreer) op de projector.
(Op dit moment zal de draadloze LAN-verbinding tussen de projector en de
computer worden verbroken.)
Klik op de Wireless Connection 3 [Reconnect] (Opnieuw verbinding maken) knop. Voer in het
dialoogvenster dat zal verschijnen het wachtwoord (of de WEP-sleutel) in.
Hierdoor zal er een draadloze LAN-verbinding tot stand worden gebracht met een beveiliging
volgens het geselecteerde protocol.
z Een nieuwe SSID toewijzen aan de projector.
z Een beveiligingsprotocol selecteren (WPA-PSK, WPA2-PSK, of WEP).
z Het wachtwoord (of de WEP-sleutel) invoeren.