Operation Manual

40
Werking van de toestellen
?
!
Zomermodus: (alleen geiser)
Stel de draaiknop op het
bedieningson-derdeel in op positie
(c – zomermodus) 40°C of 60°C. Het
groene LED-lampje (b) en het gele
LED-lampje (g) gaan branden.
Zodra de afgestelde watertemperatuur
is
bereikt (40°C of 60°C), stopt de brander
en gaat het gele LED-lampje (g) uit
.
!Gebruik tijdens de winter:
(Verwarming met gecontroleerde
watertemperatuur).
Zet de draaiknop op functie « e ».
Draai aan de draaiknop (a en zet
deze op de gewenste thermostaat-
positie (1-5). Het groene LED-
lampje (b) van de functie gaat
branden en geeft tegelijkertijd de
positie van de gekozen omgevings-
temperatuur aan. Het gele LED-
lampje (g) geeft de fase weer van de
temperatuurinstelling van het water
.
Het apparaat kiest automatisch
het juiste vermogen, naar gelang
het tempera-tuurverschil tussen de
afgestelde omgevingstemperatuur
op het bedie-ningsonderdeel
en de huidige temperatuur.
Wanneer de vooraf ingestelde
omgevingstemperatuur op het
bedieningsonderdeel is bereikt,
gaat de brander terug naar zijn
laagste vermogensniveau en zal hij
het water op 60°C verwarmen. Het
gele LED-lampje (g) gaat uit zodra
de watertemperatuur is bereikt.
De ventilator van de warme lucht kan
doorgaan met draaien om het apparaat
af te koelen. (stopvertraging)
.
Verwarming zonder gecontroleerde
watertemperatuur.
Zet de draaiknop op positie « d ».
Zet de draaiknop (a) op de gewenste
thermostaatpositie (1-5). Het groene
LED-lampje (b) gaat branden en
geeft tegelijkertijd de positie van
de gekozen omgevingstemperatuur
weer. Het gele LED-lampje (g fase
van de temperatuurinstelling van
het water) gaat alleen branden
wanneer de watertemperatuur
lager is dan 5°C).
Het apparaat kiest automatisch
het juiste vermogen, naar gelang
het temperatuurverschil tussen de
afgestelde omgevingstemperatuur
op het bedieningsonderdeel
en de huidige temperatuur.
Wanneer de vooraf ingestelde
omgevingstemperatuur op het
bedieningsonderdeel is bereikt. De
ventilator van warme lucht blijft op
lage snelheid functioneren totdat de
blaastemperatuur (op het apparaat)
lager is dan 40°C).
Wanneer de geiser vol is, wordt
het water eveneens automatisch
verwarmd. De temperatuur van het
water hangt dan af van het verwar-
mingsvermogen dat geleverd wordt
en de duur van de noodzakelijke
verwarming om de gewenste
omgevingstemperatuur te bereiken.
Verwarming met installatie van
gezuiverd water.
Zet de draaiknop op positie “d”.
Zet de draaiknop (a) op de gewenste
thermostaatpositie (1-5). Het groene
LED-lampje (b) gaat branden en
geeft tegelijkertijd de positie van
de gekozen omgevingstemperatuur
weer. Het gele LED-lampje (g )
gaat alleen branden wanneer de
watertemperatuur lager is dan 5°C!
Het apparaat kiest automatisch
het juiste vermogen, naar gelang
het tempe-ratuurverschil tussen de
afgestelde omgevinstemperatuur
op het bediening-sonderdeel en de
huidige temperatuur. De brander
gaat uit zodra de ingestelde
omgevingstemperatuur op het
bedie-ningsonderdeel is bereikt.