Operation Manual

29
28
en koppel ze los, zoals in de paragraaf “DE HOOGTE
VAN DE GORDELS AFSTELLEN” staat beschreven,
Fig. 20 en 21.
Fig. 30 – Zet het kind in het autostoeltje.
LET OP! Controleer altijd dat het kind met het li-
chaam stevig tegen de rugleuning van het autostoel-
tje zit en dat het tussenbeenstuk goed is geplaatst.
Fig. 31 Neem de gordels en breng de twee lipjes
van de gesp samen.
Fig. 32 Duw de twee met elkaar verbonden lipjes
van de gesp in de gesp tot u een duidelijke klik hoort.
Om de veiligheid te garanderen, zijn de twee lipjes
van de gesp zodanig ontworpen, dat het onmogelijk
is er slechts één vast te klikken, of één voor één.
Fig. 33 - Om de gordels van het autostoeltje aan te
spannen, trekt u aan de verstelband van de gordels G
tot ze goed op het kinderlichaam aansluiten.
LET OP! De gordels moeten goed gespannen zijn en
op het kind aansluiten, maar niet te strak zitten: ter
hoogte van de schouders moet er een vinger tussen
de gordel en het kind kunnen worden gestoken.
LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid
zitten.
REINIGEN EN ONDERHOUD
Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen
alleen door een volwassene worden verricht.
DE HOES REINIGEN
De hoes van het autostoeltje is volledig verwijder-
baar en kan met de hand of op 30°C in de wasma-
chine worden gewassen. Om ze te wassen, houdt u
zich aan de instructies op het etiket van de bekleding
met de volgende wassymbolen:
Op 30°C in de wasmachine wassen
Niet bleken
Niet in de droger drogen
Niet strijken
Niet chemisch reinigen
Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. Centri-
fugeer de hoes niet en hang ze op zonder ze uit te
wringen.
Om de hoes te verwijderen moeten eerst de gordels
worden verwijderd. Een handeling waarvoor naar de
vorige paragraaf “DE HOOGTE VAN DE GORDELS
AFSTELLEN” wordt verwezen, bij de punten van Fig.
20 tot Fig. 23:
Als de gordels eenmaal van de rugleuning zijn ver-
wijderd:
Fig. 34 – verwijder de hoes van het autostoeltje door
de schouderbanden en de twee gedeeltes van de
gordels uit de bijbehorende openingen in de hoes
zelf te halen.
Om de hoes en de gordels weer aan te brengen, han-
delt u als volgt:
Fig. 35 breng de hoes weer op de zitting van het
autostoeltje aan, door de twee gedeeltes van de
gordels van het autostoeltje door de respectievelijke
openingen in de hoes zelf te halen.
Herhaal vervolgens de handelingen, precies zoals
ze in de paragraaf “DE HOOGTE VAN DE GORDELS
AFSTELLEN” van Fig. 26 tot Fig. 29 worden beschre-
ven.
LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid
zitten.
DE PLASTIC EN METALEN
ONDERDELEN REINIGEN
Gebruik alleen een vochtige doek om de kunststof of
metalen delen te reinigen. Gebruik nooit schuur- of
oplosmiddelen.
De bewegende delen van het autostoeltje mogen op
geen enkele wijze worden gesmeerd.
CONTROLE DAT DE ONDERDELEN INTACT ZIJN
Aangeraden wordt de volgende onderdelen regel-
matig op beschadiging en slijtage te controleren:
Hoes: controleer dat de vulling niet uitpuilt of
dat er geen delen loszitten. Controleer de staat
van de naden die altijd intact moeten zijn.
Gordels: controleer dat de stof niet rafelt of dui-
delijk dun is geworden ter hoogte van de afstel-
band, het tussenbeenstuk, de schouderbanden
en het gebied van de afstelplaat van de gordels.
Kunststof delen: controleer de slijtagestaat van
alle kunststof delen, die geen duidelijke bescha-
digingen of verkleuring mogen hebben.
LET OP! Indien het autostoeltje vervormd mocht zijn
of ernstig versleten, dient het te worden vervangen:
het kan de originele veiligheidskenmerken hebben
verloren.
HET ARTIKEL OPBERGEN
Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wordt aan-
geraden het autostoeltje op een droge plaats, uit de
buurt van warmtebronnen en beschermd tegen stof,
vocht en rechtstreeks zonlicht te bewaren.
HET PRODUCT AFDANKEN
Als de voorziene gebruiksgrens van het autostoeltje
is bereikt, gebruikt u het niet meer en zet u het bij
het afval. Uit respect voor het milieu scheidt u de
verschillende soorten afval volgens wat door de gel-
dende voorschriften in uw land is voorgeschreven.