Operation Manual

29
VOORDAT u GAAT RIJDEN
2
2
Cockpit
VERKLIKKERLAMPJES
Bij elke start gaat een aantal verklikkerlampjes branden ter controle. Deze lampjes gaan meteen weer uit. Als een
verklikkerlampje bij draaiende motor blijft branden of gaat knipperen, wordt het een waarschuwing. Dit kan gebeuren in
combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
Negeer deze waarschuwingen niet.
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
STOP
brandt, in
combinatie
met een ander
verklikkerlampje
en een melding
op het scherm.
ernstige storingen met
betrekking tot de functies
"Remvloeistofniveau",
"Motoroliedruk
en -temperatuur",
"Koelvloeistoftemperatuur",
"Elektronische
remdrukregelaar",
"Stuurbekrachtiging".
Stop onmiddellijk en zet het contact af.
Laat uw auto controleren door het
CITROËN-netwerk .
Handrem /
Remvloeistofniveau /
REF
brandt.
handrem aangetrokken of
niet goed losgezet.
Zet de handrem los, het verklikkerlampje zal uitgaan.
brandt. een te laag vloeistofniveau.
Vul de door CITROËN voorgeschreven
remvloeistof bij.
blijft branden,
ondanks
correct niveau, in
combinatie met het
verklikkerlampje
ABS.
een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Stop onmiddellijk en zet het contact af.
Laat uw auto controleren door het
CITROËN-netwerk.
Motoroliedruk en
motorolietemperatuur
gaat branden
tijdens het
rijden.
onvoldoende druk of te
hoge temperatuur.
Zet de auto stil, zet het contact af en laat de motorolie
afkoelen. Controleer het motorolieniveau met de
peilstok. Zie in rubriek 6 het gedeelte "Niveaus".
blijft branden,
ondanks
correct niveau.
een ernstige storing. Laten controleren door het CITROËN netwerk.