Operation Manual

33
VOORDAT u GAAT RIJDEN
2
2
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
Roetfi lter brandt.
een storing in het roetfi lter
(niveau dieseladditief, kans
op verstopping,...).
Laat het fi lter controleren bij het
CITROËN-netwerk. Rubriek 6,
onderdeel "Niveaus".
Dimlicht /
verlichting
overdag
brandt.
een handmatig geselecteerde
stand of het automatisch
inschakelen van de verlichting.
Draai de ring van de lichtschakelaar in de tweede
stand.
het inschakelen van de verlichting
zodra het contact wordt
aangezet: verlichting overdag
(volgens land van bestemming).
Zie in de rubriek 3 het gedeelte
"Stuurkolomschakelaars".
Grootlicht
dat u de hendel naar u toe
trekt.
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
naar dimlicht.
Richtingaanwijzers
knippert in
combinatie met
geluidssignaal.
het inschakelen van de
richtingaanwijzers met de
lichtschakelaar links van het
stuurwiel.
Rechts: beweeg de hendel omhoog.
Links: beweeg de hendel omlaag.
Mistlampen
vóór
brandt.
dat de functie handmatig is
geselecteerd.
De mistlampen werken uitsluitend als het
parkeerlicht of dimlicht is ingeschakeld.
Mistachterlichten
brandt.
dat de functie handmatig is
geselecteerd.
De mistachterlichten werken uitsluitend als het
parkeerlicht of dimlicht is ingeschakeld. Schakel de
mistachterlichten uit als het zicht meer dan 50 m bedraagt.
Laat u ze branden, dan kunt u medeweggebruikers
verblinden en het risico lopen te worden bekeurd.