Operation Manual

9. 44
OPLOSSING
ANTWOORD
De ontvangstkwaliteit
van de beluisterde
radiozender neemt
geleidelijk af of de
voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation
of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat
of ondergrondse parkeergarage).
Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het
CITROËN-netwerk.
Het geluid van de radio
valt 1 tot 2 seconden
weg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een
eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station.
Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
Na het afzetten van
de motor wordt de
radio na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand
van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-mode van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.