Operation Manual

108108
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om
normaal rechtop in de voorstoelen te
zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan
de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, raadpleeg hiervoor
het CITROËN -netwerk.
Zelfs als alle bovenstaande
voorschriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme
gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met de
goedgekeurde stoelhoezen. Deze
belemmeren het activeren van de
zij-airbags niet. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen, dit zou bij het afgaan
van de airbags kunnen leiden tot
verwondingen aan armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Zorg ervoor dat de passagier zijn
voeten niet op het dashboard
laat rusten, hij kan anders ernstig
letsel oplopen als de airbag wordt
opgeblazen.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een
pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding en
sla er niet op.
De airbags werken alleen als
het contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een
volgend ongeval), werken de airbags
niet meer.
Het activeren van de airbags gaat
gepaard met wat onschadelijke rook en
een knal, als gevolg van de activering
van de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor gevoelige personen irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Wanneer een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel is geplaatst,
moet de airbag aan passagierszijde
zijn uitgeschakeld. Zie in rubriek 4 het
gedeelte "Kinderen aan boord".